Operation Manual

geïsoleerde pooltangen
gebruiken.
Starthulp met een hogere
spanning dan 12 V kan tot
schade aan de boordelektronica
leiden.
De accu van het stroomleverende
voertuig moet een spanning van
12 V hebben.
Middelste paneel uitbouwen
( 121).
Tijdens de starthulp de accu
niet van het boordnet losma-
ken.
De motor van de stroomleve-
rende motorfiets of auto tijdens
de starthulp laten draaien.
De rode hulpstartkabel eerst op
de pluspool 2 van de ontladen
accu en daarna op de pluspool
van de hulpaccu aansluiten.
De zwarte hulpstartkabel op de
minpool van de hulpaccu en
daarna op de minpool 1 van de
ontladen accu aansluiten.
De motorfiets met de ontladen
accu normaal starten. Bij het
mislukken van de startpoging,
ter bescherming van de start-
motor en de hulpaccu, pas na
enkele minuten weer een nieu-
we startpoging doen.
Beide motoren enkele minuten
laten draaien, voordat de hulp-
startkabels worden losgemaakt.
Hulpstartkabels eerst van de
minpool 1 en vervolgens van
de pluspool 2 losmaken.
Geen startspray of derge-
lijke hulpmiddelen voor het
starten van de motor gebruiken.
Middelste paneel inbouwen
( 121).
Accu
Onderhoudsaanwijzingen
Vakkundig onderhoud, lading en
opslag verlengen de levensduur
van de accu en zijn een voor-
waarde voor eventuele garantie-
claims.
Om een lange levensduur van
de accu te bereiken, moeten de
volgende richtlijnen worden aan-
gehouden:
8
118
z
Onderhoud