Operation Manual

De voorwielstandaard gelijkma-
tig naar beneden drukken om
de motorfiets op te tillen.
met middenstandaard
SU
Als de motorfiets aan de
voorzijde te ver wordt op-
getild, komt de middenstandaard
los van de grond en kan de mo-
torfiets opzij vallen.
Erop letten dat de middenstan-
daard bij het optillen op de grond
blijft. Zo nodig de hoogte van de
voorwielstandaard aanpassen.
De voorwielstandaard gelijkma-
tig naar beneden drukken om
de motorfiets op te tillen.
Lampen
Algemene aanwijzingen
Een defecte gloeilamp wordt op
het multifunctioneel display door
een waarschuwingsindicatie aan-
gegeven.
Een defecte lamp bij een
motorfiets vormt een vei-
ligheidsrisico, omdat de machine
door andere verkeersdeelnemers
sneller over het hoofd wordt ge-
zien.
Defecte gloeilampen zo snel mo-
gelijk vervangen; bij voorkeur al-
tijd een set geschikte reserve-
lampen meenemen.
Gloeilampen staan onder
druk, beschadigingen kun-
nen tot verwondingen leiden.
Bij het verwisselen van lampen
bescherming voor ogen en han-
den dragen.
In het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens" vindt u een
overzicht van de op uw motor-
fiets aanwezige lampen.
Het glas van de nieuwe
gloeilamp niet met de blote
vingers aanraken. Voor het aan-
brengen een schone droge doek
gebruiken. Vuilafzettingen, voor-
al olie en vetten, beïnvloeden de
warmte-afvoer. Oververhitting
en een kortere levensduur van
de gloeilampen zijn hiervan het
gevolg.
Gloeilamp dimlicht
vervangen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
8
110
z
Onderhoud