Operation Manual
Ketting met behulp van een
schroevendraaier omhoog
drukken en verschil A meten.
Kettingspeling
30...40 mm (Motorfiets on-
belast en op de zijstandaard.)
met verlaging
SU
20...30 mm (Motorfiets
onbelast en op de
zijstandaard.)
Als de gemeten waarde buiten
de toegestane tolerantie ligt:
Kettingspanning afstellen
( 102).
Kettingspanning afstellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Steekasmoer 1 losdraaien.
Borgmoeren 2 links en rechts
losdraaien.
Met stelbouten 3 links en
rechts de kettingspanning
afstellen.
Kettingspeling controleren
( 101).
Erop letten dat links en
rechts dezelfde waarde op de
schaal 4 wordt ingesteld.
Borgmoeren 2 links en rechts
vastdraaien.
Borgmoer van de ketting-
spanbout
19 Nm
Steekasmoer 1 met het betref-
fende aanhaalmoment vastzet-
ten.
Steekas achter in achter-
brug
100 Nm
Kettingslijtage
controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
8
102
z
Onderhoud