Operation Manual
van de veervoorspanning een
zachtere demping.
Demping achterwiel
instellen
Demping met stelschroef 1
instellen.
Om de demping de verzwaren,
stelschroef 1 rechtsom draaien.
Om de demping te versoe-
pelen, stelschroef 1 linksom
draaien.
Basisinstelling achterwiel-
demping
Stelschroef tot de aanslag
rechtsom draaien, dan 2
omwenteling terug draai-
en. (Volle tank, met berijder
85 kg)
Banden
Bandenspanning
controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Onjuiste bandenspanning
verslechtert de rijeigen-
schappen van de motorfiets en
reduceert de levensduur van de
banden.
Zorg voor een correcte
bandenspanning.
Een ventiel heeft de nei-
ging om bij hoge snelheden
door de centrifugaalkracht vanzelf
open te gaan.
Om een plotseling bandenspan-
ningsverlies te voorkomen, ven-
tieldopjes met rubberafdich-
ting gebruiken en deze goed
aandraaien.
4
58
z
Bediening