K72_650_Titel.fm Seite 9 Montag, 24.
Motorfiets-/dealergegevens Motorfietsgegevens Dealergegevens Model Contactpersoon in de werkplaats Framenummer Mevrouw/de heer Kleurnummer Telefoonnummer Afgiftedatum kentekenbewijs deel 1 Kenteken Dealeradres/telefoon (firmastempel)
Welkom bij BMW Wij zijn blij dat u voor een motorfiets van BMW hebt gekozen en begroeten u in de kring van BMW rijders/rijdsters. Maakt u zich vertrouwd met uw machine, zodat u zich zeker en veilig in het verkeer kunt bewegen. Lees daarom deze handleiding aandachtig door voordat u met uw nieuwe motorfiets de weg op gaat. Deze handleiding geeft u alle belangrijke informatie m.b.t. de bediening van de motorfiets en het gebruik van al zijn technische mogelijkheden.
Inhoud Maak eveneens gebruik van het trefwoordenregister achter in deze handleiding, om een bepaald onderwerp snel te kunnen vinden. 1 Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Afkortingen en symbolen . . . . . . 6 Uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Technische gegevens . . . . . . . . . 7 Actualiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2 Overzichten . . . . . . . . . . . . . . .
6 Techniek in detail . . . . . . 75 Remsysteem met BMW Motorrad ABS SU . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Bandenspanningscontrole RDC SU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Lampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . Starten met hulpstartkabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Accessoires . . . . . . . . . . . . . Algemene aanwijzingen . . . . . . Contactdoos . . . . . . . .
Algemene aanwijzingen Algemene aanwijzingen Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Afkortingen en symbolen . . . . . . . . . . . . . 6 1 5 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Actualiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Algemene aanwijzingen Uitrusting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Algemene aanwijzingen 6 z Overzicht In hoofdstuk 2 van deze handleiding vindt u een eerste overzicht van uw motorfiets. In hoofdstuk 11 worden alle uitgevoerde onderhouds- en reparatiewerkzaamheden gedocumenteerd. Voor coulanceregelingen is het absoluut noodzakelijk dat kan worden aangetoond dat de vereiste onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd. Mocht u uw BMW verkopen, denkt u er dan a.u.b. aan om ook de handleiding aan de nieuwe eigenaar te overhandigen - de handleiding hoort bij de motorfiets.
Bij de aanschaf van uw BMW motorfiets hebt u gekozen voor een model met een individuele uitrusting. Deze handleiding beschrijft alle door BMW aangeboden speciale uitrustingen (SU) en optionele accessoires (OA). Hebt u er a.u.b. begrip voor dat ook uitrustingsvarianten worden beschreven die u mogelijk niet gekozen hebt. Tevens zijn landspecifieke afwijkingen van de afgebeelde motorfiets mogelijk.
Algemene aanwijzingen 1 8 z
Overzichten Overzichten Linker zijaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Rechter zijaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 2 9 Onder de bekleding . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Stuurhendel, links . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Stuurhendel, rechts . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Koplamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Overzichten Onder de buddyseat . . . . . . . . .
Overzichten 2 10 z
1 2 3 Contactdoos ( 82) Buddyseatslot ( 60) Vulopening motorolie en oliepeilstaaf ( 95) 2 11 Overzichten Linker zijaanzicht z
Overzichten 2 12 z
1 2 3 4 5 6 7 Benzinevulopening ( 73) Remvloeistofreservoir, achter ( 99) Framenummer (op balhoofdlager), Typeplaatje (op balhoofdlager) Remvloeistofreservoir, voor ( 98) Weergave koelvloeistofpeil (achter de zijbekleding) ( 100), Vulopening voor koelvloeistof (achter de zijbekleding) ( 100) Instelling veervoorspanning, achter ( 56) Instelling demping, achter ( 57) 2 13 Overzichten Rechter zijaanzicht z
2 Overzichten 14 z Onder de buddyseat 1 2 3 4 5 6 7 Plaats EHBO-set (OA) Boordgereedschap Beladingstabel Bandenspanningentabel Helmhaak ( 60) Handleiding Gereedschap voor instelling veervoorspanning ( 56)
1 2 Accu ( 118) Luchtfilterhuis ( 116) 2 15 Overzichten Onder de bekleding z
2 Overzichten 16 z Stuurhendel, links 1 2 3 4 5 Bediening van de boordcomputer SU ( 43) Bediening van het ABS SU ( 54) Claxon Richtingaanwijzers links ( 50), Waarschuwingsknipperlichtinstallatie ( 51) Grootlicht en lichtsignaal ( 50)
1 2 3 4 5 Noodstopschakelaar ( 53) Startknop ( 66) Handvatverwarming SU ( 53) Richtingaanwijzers rechts ( 51), Waarschuwingsknipperlichtinstallatie ( 51) Richtingaanwijzers uit ( 51), Waarschuwingsknipperlichten uit ( 52) 2 17 Overzichten Stuurhendel, rechts z
2 Overzichten 18 Instrumentenpaneel 1 2 3 4 5 6 z 7 Controlelampen ( 22) Snelheidsmeter Bediening klok ( 42), Bediening stopwatch SU ( 46) Multifunctioneel display ( 22) Bediening van de kilometerteller ( 42) Controlelamp diefstalbeveiligingsinstallatie (SU), Sensor instrumentenverlichting, Waarschuwingslampje toerental SU ( 48) Toerenteller De verlichting van het instrumentenpaneel is met een automatische dag-/nachtomschakeling uitgerust.
1 2 3 Dimlicht Grootlicht Stadslicht 2 19 Overzichten Koplamp z
Overzichten 2 20 z
Aanduidingen Standaardweergaven . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Weergaven met boordcomputer SU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Weergaven met bandenspanningscontrole RDC SU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Standaard waarschuwingen . . . . . . . . . . 24 Waarschuwingen van de boordcomputer SU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 ABS-waarschuwingen SU . . . . . . . . . . . . . 29 RDC-waarschuwingen SU . . . . . . . . . . . .
3 Standaardweergaven Controlelampen Onderhoudsmelding 1 2 3 4 Als de resterende tijd tot de volgende service korter dan een maand is, dan wordt de servicedatum aansluitend op de PreRide Check korte tijd weergegeven. Maand en jaar worden, gescheiden door een dubbele punt twee- of viercijferig weergegeven, in dit voorbeeld betekent de weergave "maart 2007".
Als in een jaar veel kilometers worden gereden, kan het voorkomen dat het onderhoud eerder moet worden uitgevoerd. Als de resterende afstand tot de volgende service minder dan 1000 kilometer is, worden de resterende kilometers in stappen van 100 km afgeteld en na de Pre-Ride Check kort weergegeven. Als de onderhoudstermijn is overschreden, gaat naast de datum- resp. kilometerweergave ook de algemene waarschuwingslamp geel branden.
3 24 Als geen versnelling is ingeschakeld, brandt bovendien de controlelamp voor de neutraalstand. Weergaven met bandenspanningscontrole RDC SU Standaard waarschuwingen 1 Waarschuwingen worden door de waarschuwingslampen 1 of door de waarschuwingslamp algemeen 2 in combinatie met een waarschuwingsmelding of een waarschuwingssymbool op het multifunctioneel display weergegeven. Afhankelijk van de ernst van de waarschuwingen gaat de algemene waarschuwingslamp rood of geel branden.
lamp wordt afhankelijk van de waarschuwing met de hoogste prioriteit weergegeven. 3 25 Op het multifunctioneel display kunnen de waarschuwingssymbolen 1 en 2 worden weergegeven. Waarschuwingsaanwijzingen zoals 3 worden op het display van de kilometerteller met de gevarendriehoek 4 ervoor weergegeven. Indien meerdere waarschuwingen aanwezig zijn, worden alle betreffende waarschuwingslampen en -symbolen weergegeven.
3 26 Waarschuwingsindicatieoverzicht Controlelampen Aanduidingen op het display Aanduidingen Brandt geel z Wordt weergegeven Betekenis EWS actief ( 27) EWS wordt weergegeven Brandt Benzinereserve bereikt ( 27) Brandt rood Knippert Koelvloeistoftemperatuur te hoog.
Algemene waarschuwingslamp brandt geel. Gevarendriehoek wordt weergegeven. EWS wordt weergegeven. Mogelijke oorzaak: De gebruikte sleutel is niet bevoegd als startsleutel of de communicatie tussen sleutel en motorelektronica heeft een storing. Reservesleutels verwijderen van de gebruikte startsleutel. Reservesleutel gebruiken. De defecte sleutel het best bij een BMW Motorrad dealer laten vervangen. Benzinereserve bereikt Waarschuwingslamp benzinereserve brandt.
3 28 door een specialist, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Motor in noodloopfunctie Aanduidingen Algemene waarschuwingslamp brandt geel. z Motorsymbool wordt weergegeven. De motor draait in de noodloopfunctie. Mogelijk is slechts een verminderd motorvermogen beschikbaar, wat vooral bij inhaalmanoeuvres tot gevaarlijke rijsituatie kan leiden. De rijstijl aan het mogelijk verminderde motorvermogen aanpassen. Mogelijke oorzaak: De motorregeleenheid heeft een storing geregistreerd.
Mogelijke oorzaak: Gloeilamp voor dimlicht-, stadslicht-, achterlicht-, remlichtof richtingaanwijzer defect. Door middel van visuele controle defecte gloeilampen opsporen. Gloeilamp dimlicht vervangen ( 110) Gloeilamp grootlicht vervangen ( 111) Gloeilamp stadslicht vervangen ( 112) Gloeilamp rem- en achterlicht vervangen ( 115) Gloeilampen richtingaanwijzers, voor en achter, vervangen ( 114) Waarschuwingen van de boordcomputer SU name op bruggen en schaduwrijke wegen. Vooruitziend rijden.
3 Aanduidingen 30 z Mogelijke landenvarianten. Meer informatie over het BMW Motorrad ABS vindt u vanaf pagina ( 76), een overzicht van de mogelijke waarschuwingen vindt u op de volgende pagina.
3 Betekenis 31 Knippert Zelfdiagnose niet beëindigd ( Brandt ABS uitgeschakeld ( Brandt ABS-storing ( 32) 32) 32) Aanduidingen Waarschuwingsindicatieoverzicht Controlelampen Aanduidingen op het display z
3 Aanduidingen 32 z Zelfdiagnose niet beëindigd Waarschuwingslamp ABS knippert. Mogelijke oorzaak: De ABS-functie is niet beschikbaar, omdat de zelfdiagnose niet is beëindigd. Voor de controle van de wielsensoren moet de motorfiets enkele meters rijden. Langzaam wegrijden. Houd er rekening mee dat tot het afsluiten van de zelfdiagnose de ABS-functie niet beschikbaar is. ABS uitgeschakeld Waarschuwingslamp ABS brandt. Mogelijke oorzaak: Het ABS-systeem is door de berijder uitgeschakeld.
Meer informatie over de BMW Motorrad RDC vindt u vanaf pagina ( 78), een overzicht van de mogelijke waarschuwingen vindt u op de volgende pagina. 3 33 Aanduidingen ten de toelaatbare tolerantie ligt, knippert de algemene controlelamp rood.
3 34 Waarschuwingsindicatieoverzicht Controlelampen Aanduidingen op het display Aanduidingen Brandt geel Wordt weergegeven Betekenis Bandenspanning in het grensgebied van de toelaatbare tolerantie ( 36) De kritieke bandenspanning knippert Knippert rood Wordt weergegeven Bandenspanning buiten de toelaatbare tolerantie ( 36) De kritieke bandenspanning knippert z Brandt geel "--" of "-- --" wordt weergegeven Overdrachtsstoring ( 36) Wordt weergegeven Sensor defect of systeemstoring ( "--" of "
Aanduidingen op het display RdC wordt weergegeven.
3 Aanduidingen 36 z Bandenspanning in het grensgebied van de toelaatbare tolerantie Algemene waarschuwingslamp brandt geel. Gevarendriehoek wordt weergegeven. De kritieke bandenspanning knippert. Mogelijke oorzaak: De gemeten bandenspanning ligt in het grensgebied van de toelaatbare tolerantie. De bandenspanning volgens de gegevens op de achterzijde van de omslag van de handleiding corrigeren.
Mogelijke oorzaak: De radiografische verbinding met de RDC-sensoren is verstoord. Mogelijke oorzaak is radiografische apparatuur in de omgeving die de verbinding tussen de RDC-regeleenheid en de sensoren stoort. RDC-weergave in en andere omgeving observeren. Pas als ook de algemene waarschuwingslamp brandt, gaat het om een langdurige storing. In dit geval: De storing bij een specialist laten controleren, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer.
3 Aanduidingen 38 controle is nu nog slechts voor een beperkte duur gewaarborgd. Neem contact op met een specialist, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. DWAwaarschuwingen SU Algemene waarschuwingslamp brandt geel. z De waarschuwingsaanwijzing dWA wordt met de gevarendriehoek ervoor weergegeven. Deze storingsmelding wordt gedurende korte tijd alleen in aansluiting op de Pre-RideCheck weergegeven. Mogelijke oorzaak: De DWA-accu heeft geen capaciteit meer.
Bediening Bediening Contact-/stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Rem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Elektronische wegrijbeveiliging (EWS). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Boordcomputer SU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Bandenspanningscontrole RDC SU . . . . . . . . . . . .
Contact-/stuurslot 40 U ontvangt een hoofdsleutel en een reservesleutel. Neem bij verlies van een sleutel a.u.b. de opmerkingen over de elektronische wegrijbeveiliging EWS in acht. ( 41) Het contact- en stuurslot, het tankdopslot, alsmede het buddyseatslot worden met dezelfde sleutel bediend. Bediening 4 z Contact inschakelen Contact uitschakelen Sleutels met koffer OA met topcase OA Desgewenst kunnen ook de als optie leverbare koffers en de topcase met dezelfde sleutel worden bediend.
Elektronische wegrijbeveiliging (EWS) Diefstalbeveiliging Het stuur tot de aanslag naar links draaien. Sleutel in stand 3 draaien, hierbij het stuur wat bewegen. Contact, verlichting en alle circuits uitgeschakeld. Stuurslot vergrendeld. De sleutel kan worden verwijderd. De elektronische wegrijbeveiliging EWS verhoogt de beveiliging tegen diefstal van uw BMW motorfiets, zonder dat daarvoor iets ingesteld of geactiveerd hoeft te worden.
Reservesleutels en extra sleutels 42 Reservesleutels en extra sleutels zijn alleen via een BMW Motorrad dealer verkrijgbaar. Deze is verplicht uw legitimatie te controleren, omdat de sleutels onderdeel van een veiligheidssysteem vormen. Indien u een sleutel wilt laten blokkeren, moet u voor de blokkering alle andere bij de motorfiets behorende sleutels meenemen. Een geblokkeerde sleutel kan weer worden vrijgegeven.
Dagteller 1 (Trip I) Dagteller 2 (Trip II) Bandenspanning (SU) evt. waarschuwing Boordcomputer SU Weergave selecteren Contact inschakelen. 4 43 Dagteller terugzetten Bediening Contact inschakelen. Gewenste dagteller selecteren. Toets 2 bedienen. z Toets 1 bedienen. Met iedere toetsbediening worden uitgaande van de actuele waarde in de onderstaande volgorde weergegeven: Totale kilometerstand Toets 2 ingedrukt houden. De dagteller wordt op teruggezet.
Omgevingstemperatuur 4 Bediening 44 z overgeschakeld op de temperatuurweergave. Gemiddelde snelheid Met iedere toetsbediening worden uitgaande van de actuele waarde in de onderstaande volgorde weergegeven: Omgevingstemperatuur Gemiddelde snelheid Gemiddeld verbruik Actieradius Als de motorfiets stilstaat kan de warmte van de motor de meting van de omgevingstemperatuur beïnvloeden. Als de invloed van de warmte van de motor te groot wordt, wordt tijdelijk -- op het display weergegeven.
Gemiddeld verbruik 4 Toets 1 ingedrukt houden. Gemiddelde snelheid wordt teruggezet. Bij het berekenen van het gemiddelde verbruik wordt de verhouding bepaald tussen de verbruikte hoeveelheid benzine en het aantal gereden kilometers sinds de laatste "RESET". Gemiddeld verbruik terugzetten Contact inschakelen. Gemiddelde verbruik selecteren. Toets 1 ingedrukt houden. Gemiddelde verbruik wordt teruggezet.
4 Actieradius Bediening 46 z De actieradius geeft aan, welke afstand met de resterende hoeveelheid benzine nog kan worden gereden. De berekening geschiedt aan de hand van de hoeveelheid benzine in de tank en een voor dit doel opgeslagen gemiddelde benzineverbruik, dat niet altijd overeen hoeft te komen met de waarde die op het display kan worden opgeroepen. Bij een volledig gevulde benzinetank kan het benzinevolume niet exact worden bepaald.
Stopwatch als Lap-Timer gebruiken wordt omgeschakeld naar de kilometerteller. De stopwatch loopt eveneens door, wanneer tussentijds het contact wordt afgezet. 4 47 Zo nodig met toets 1 van kilometerteller omschakelen naar stopwatch. Bij stilstaande stopwatch, toets 2 bedienen. Stopwatch loopt van de weergegeven tijd in tienden van seconden. Bij lopende stopwatch, toets 2 bedienen. Stopwatch toont de verstreken tijd. Toets 2 ingedrukt houden. De stopwatch wordt teruggezet en toont 0.00.00.0.
4 Bediening 48 z OFF: Bediening stopwatch via toets 2 in het instrumentenpaneel. Ter bevestiging van de instelling, toets 1 en toets 2 tegelijkertijd ingedrukt houden, tot de weergave verandert. De instellingen worden overgenomen en de laatste weergave wordt weergegeven. Als niet wordt bevestigd, blijft de laatste instelling behouden. Toerentalwaarschuwing De toerentalwaarschuwing waarschuwt de berijder dat het rode toerengebied wordt bereikt.
Bandenspanningscontrole RDC SU Toets 2 zo vaak bedienen, tot de bandenspanning wordt weergegeven. RDC-weergave selecteren Kenmerkt de weergave van de bandenspanning. Verlichting Stadslicht Contact inschakelen. Het parkeerlicht wordt automatisch tegelijk met het contact ingeschakeld. Het stadslicht belast de accu. Het contact slechts voor een beperkte tijdsduur inschakelen. De bandenspanningen worden afwisselend met de kilometerweergave aangegeven.
4 Bediening 50 Dimlicht Het dimlicht wordt automatisch ingeschakeld na het starten van de motor. U kunt bij een afgezette motor het licht inschakelen, door bij ingeschakeld contact het grootlicht in te schakelen of het lichtsignaal te bedienen. Grootlicht uitgeschakeld. Grootlichtschakelaar 1 aan onderzijde bedienen. Zolang de schakelaar wordt bediend, is het grootlicht ingeschakeld (lichtsignaal). Parkeerlicht inschakelen Contact uitschakelen. Contact in- en weer uitschakelen.
Richtingaanwijzers uitschakelen 4 Richtingaanwijzerschakelaar links 1 bedienen. Richtingaanwijzers links ingeschakeld. Controlelamp richtingaanwijzers links knippert. Richtingaanwijzers rechts inschakelen Contact inschakelen. Na circa 10 seconden rijden of een afstand van circa 200 m worden de richtingaanwijzers automatisch uitgeschakeld. Richtingaanwijzerschakelaar rechts 2 bedienen. Richtingaanwijzers rechts ingeschakeld. Controlelamp richtingaanwijzers rechts knippert.
4 Bediening 52 z Waarschuwingsknipperlichtinstallatie uitschakelen De waarschuwingsknipperlichtinstallatie belast de accu. De waarschuwingsknipperlichten slechts voor een beperkte tijdsduur inschakelen. Als met ingeschakeld contact een richtingaanwijzertoets wordt ingedrukt, dan vervangt de richtingaanwijzerfunctie gedurende het indrukken de waarschuwingsknipperlichtfunctie. Als de richtingaanwijzertoets niet meer wordt bediend, is de waarschuwingsknipperlichtfunctie weer actief.
Handvatverwarming SU Noodstopschakelaar 4 1 Noodstopschakelaar Bediening van de noodstopschakelaar tijdens het rijden kan een blokkerend achterwiel en daardoor een val tot gevolg hebben. De noodstopschakelaar nooit tijdens het rijden bedienen. Met behulp van de noodstopschakelaar kan de motor op eenvoudige wijze snel worden afgezet. a b Bedrijfsstand Motor uitgeschakeld. De motor kan alleen in de bedrijfsstand worden gestart.
4 ABS-functie inschakelen teit de handgreepverwarming uitgeschakeld. Bediening 54 z 2 3 4 Verwarming uit. 50 % verwarming (één stip zichtbaar). 100 % verwarming (drie stippen zichtbaar). BMW Motorrad ABS SU ABS-functie uitschakelen Contact inschakelen resp. motorfiets stoppen. Toets ABS 1 ingedrukt houden. Waarschuwingslamp ABS gaat branden. ABS-toets binnen vijf seconden loslaten. Waarschuwingslamp ABS blijft branden ABS-functie uitgeschakeld. Toets ABS 1 ingedrukt houden.
Remhendel instellen Als de ABS-lamp na het uitschakelen en weer inschakelen van het contact blijft branden, is een ABS-storing aanwezig. Als de stand van het remvloeistofreservoir wordt veranderd, kan er lucht in het remsysteem komen. Zowel de stuurhendel als het stuur niet verdraaien. Koppeling Koppelingshendel instellen Het instellen van de koppelingshendel tijdens het rijden kan tot ongevallen leiden. De koppelingshendel alleen instellen als de motorfiets stilstaat. Stelbout 1 rechtsom draaien.
4 Bediening 56 z De stelschroef heeft een arretering en kan gemakkelijker worden verdraaid, wanneer u tegelijkertijd de remhendel naar voren drukt. Spiegelarm verstellen Instelling Afstand tussen handvat en remhendel wordt groter. Stelbout 1 linksom draaien. Afstand tussen handvat en remhendel wordt kleiner. Spiegels Spiegel verstellen Beschermkap 1 over de schroefdraadbevestiging op de spiegelarm omhoog schuiven. Moer 2 losdraaien. Spiegelarm in de gewenste stand draaien.
Demping van de veervoorspanning aanpassen. Basisinstelling veervoorspanning achter Stelschroef tot de aanslag linksom draaien (Volle tank, met berijder 85 kg) Niet-optimale instellingen van de veervoorspanning en demping verslechteren het rijgedrag van uw motorfiets. 4 57 Boordgereedschap 1 aanbrengen. Buddyseat aanbrengen ( 60) Demping Demping De demping moet aan de veervoorspanning en de wegomstandigheden worden aangepast. Een oneffen wegdek vereist een soepelere demping dan een effen wegdek.
4 Bandenspanning controleren Demping achterwiel instellen Bediening 58 Banden van de veervoorspanning een zachtere demping. De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Om de demping de verzwaren, stelschroef 1 rechtsom draaien. Om de demping te versoepelen, stelschroef 1 linksom draaien. z Demping met stelschroef 1 instellen. Basisinstelling achterwieldemping Stelschroef tot de aanslag rechtsom draaien, dan 2 omwenteling terug draaien.
Bandenspanning voor 2,2 bar (Solo, bij bandentemperatuur 20 °C) 2,2 bar (Met duopassagier en/of belading, bij bandentemperatuur 20 °C) Bandenspanning achter 2,5 bar (Solo, bij bandentemperatuur 20 °C) 2,9 bar (Met duopassagier en/of belading, bij bandentemperatuur 20 °C) Als de bandenspanning te laag is: Bandenspanning corrigeren. Koplamp In dit geval moet de koplampafstelling worden aangepast aan Koplampafstelling rechts-/ het gewicht.
4 Basisinstelling koplamp Buddyseat verwijderen en op de aanslagrubbers laten steunen. 60 Bediening Buddyseat aanbrengen z Bouten 1 links en rechts losdraaien. Koplamp door deze iets te kantelen zo instellen, dat de punt 2 naar markering 3 wijst. Bouten 1, links en rechts, aantrekken. Buddyseatslot 1 met contactsleutel linksom draaien en vasthouden. Buddyseat in de houders 3 aanbrengen. De buddyseat aan de voorzijde krachtig omlaagdrukken. Buddyseat vergrendelt hoorbaar.
4 De als optioneel accessoire verkrijgbare staalkabel door de helm geleiden en de kabelogen over een van de helmhaken 1 schuiven. De kinbandsluiting kan de bekleding beschadigen. Bij het inhangen op de positie van het helmslot letten. Als de helm aan de linkerzijde van de motorfiets wordt bevestigd, kan deze worden beschadigd door de hitte van de uitlaatdemper. De helm indien mogelijk aan de rechterzijde van de motorfiets bevestigen. Helm en kabel naar achteren geleiden.
Bediening 4 62 z
Rijden Rijden Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . 64 Controlelijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 5 63 Inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Rijden in het terrein . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Motorfiets neerzetten . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Rijden Starten. . . . . . . . . .
Veiligheidsvoorschriften 64 Motorfietsaccessoires Rijden 5 z Geen rit zonder de juiste kleding! Draag altijd Helm Beschermende kleding Handschoenen Laarzen Dit geldt trouwens ook voor korte trajecten en in welk jaargetijde dan ook. Uw BMW Motorrad dealer kan u adviseren en heeft voor elk gebruiksdoel de correcte kleding. Beperkte grondspeling met verlaging SU Met verlaagde vering beschikt de motorfiets over minder grondspeling.
Katalysator Brandgevaar Uitlaatgassen bevatten het kleuren geurloze maar giftige koolmonoxide. Als door overslaan van de motor onverbrande benzine in de katalysator terechtkomt, is er kans op oververhitting en beschadiging. Neem daarom de volgende punten in acht: Benzinetank niet leegrijden De motor nooit met een losgetrokken bougiestekker laten draaien Als de motor afslaat direct het contact uitschakelen Alleen loodvrije benzine tanken Houd de voorgeschreven onderhoudsbeurten beslist aan.
5 Rijden 66 z Manipulatie van de motorelektronicaregeleenheid Manipulatie van de motorregeleenheid kan schade aan de motorfiets en daarmee ongevallen tot gevolg hebben. Manipulatie van de motorregeleenheid is niet toegestaan. Manipulatie van de motorregeleenheid kan mechanische belastingen tot gevolg hebben waarop de onderdelen van de motorfiets niet berekend zijn. Bij schades die hierdoor veroorzaakt zijn, vervalt de garantie. Manipulatie van de motorregeleenheid is niet toegestaan.
Als de motor niet aanslaat, kan de storingstabel in het hoofdstuk "Technische gegevens" uitkomst bieden. ( 128) De smering van de versnellingsbak is alleen bij draaiende motor gegarandeerd. Onvoldoende smering kan tot schade aan de transmissie leiden. De motorfiets bij uitgeschakelde motor niet gedurende langere tijd laten rollen of over een langere afstand duwen. met BMW Motorrad ABS SU Contact inschakelen. Pre-Ride-Check wordt uitgevoerd.
5 Rijden 68 z Waarschuwingslamp algemeen brandt geel en controlelamp neutraal Waarschuwingslamp benzinereserve en controlelamp richtingaanwijzers, rechts Waarschuwingslamp oliedruk met BMW Motorrad ABS SU ABS-waarschuwingslamp Fase 2: Algemene waarschuwingslamp wisselt van geel naar rood. Fase 3: De wijzers van toerenteller en snelheidsmeter worden terugbewogen. Tegelijkertijd worden na elkaar alle ingeschakelde waarschuwings- en controlelampen in omgekeerde volgorde uitgeschakeld.
Inrijden De eerste 1000 km Tijdens de inrijperiode veelvuldig met wisselende belasting en toerentallen rijden. Kies indien mogelijk bochtige en licht geaccidenteerde wegen, bij voorkeur geen autosnelwegen. Het overschrijden van de inrijtoerentallen verhoogt de motorslijtage. De voorgeschreven inrijtoerentallen aanhouden. Inrijtoerentallen niet overschrijden. Inrijtoerental <5000 min-1 Niet voluit accelereren. Bij volle belasting lage toerentallen vermijden.
Zorg voor een correcte bandenspanning. Veervoorspanning en demping 70 Velgen in het terrein De voor ritten in het terrein gewijzigde waarden voor veervoorspanning en demping verslechteren de rijeigenschappen van de motorfiets op verharde wegen. Vóór het verlaten van het terrein de correcte veervoorspanning en demping instellen. Rijden 5 z BMW Motorrad adviseert, na het rijden in het terrein de velgen op mogelijke beschadigingen te controleren.
Indien bij pasafdalingen uitsluitend achter wordt geremd, bestaat het gevaar van remkrachtverlies. Onder extreme omstandigheden kan dit tot onherstelbare schade aan de remmen door oververhitting leiden. Voor- en achterwielrem bedienen en motorremwerking gebruiken. Stooizoutaanslag op de remmen Bij het rijden op wegen waarop zout is gestrooid, kunnen de remmen later aangrijpen als gedurende langere tijd niet wordt geremd. Voortijdig remmen, tot de zoutlaag op de remschijven en remblokken is weggeremd.
5 Rijden 72 z De motorfiets recht zetten en in balans brengen. De zijstandaard met de linkervoet tot de aanslag opzij klappen. De zijstandaard is alleen voor het gewicht van de motorfiets geconstrueerd. Bij een uitgeklapte zijstandaard niet op de motorfiets plaatsnemen. De motorfiets langzaam op de standaard laten zakken, daarbij uw gewicht van de motorfiets nemen en van de motorfiets afstappen.
Met de linkerhand de linker handvat vasthouden. Met de rechterhand het handvat voor de passagier of het achterframe vastpakken. De motorfiets naar voren van de middenstandaard af duwen. Controleren of de middenstandaard geheel is ingeklapt. Tanken De middenstandaard kan door te sterke bewegingen inklappen, waardoor de motorfiets kan omvallen. Niet op de motorfiets plaatsnemen als de middenstandaard uitgeklapt is. Brandstof is licht ontvlambaar. Vuur bij de benzinetank kan tot brand en explosie leiden.
onderkant van de vulbuis tanken. 5 Aanbevolen brandstofkwaliteit 74 Rijden 91 ROZ/RON (Loodvrije benzine) z Nuttige tankinhoud Tankdopklep openklappen. Tankdop openen door de sleutel linksom te draaien. ca. 16 l Reservehoeveelheid ≥4 l Tankdop krachtig aandrukken en sluiten. Sleutel verwijderen en tankdopklep sluiten.
Techniek in detail Techniek in detail Remsysteem met BMW Motorrad ABS SU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 6 75 Techniek in detail Bandenspanningscontrole RDC SU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Remsysteem met BMW Motorrad ABS SU wielen blijven draaien en de rijstabiliteit behouden blijft. Omhoogkomen van het achterwiel 76 Hoe werkt het ABS? Wat gebeurt bij oneffenheden in het wegdek? Bij zeer sterke en snelle vertragingen kan het voorkomen dat het BMW Motorrad ABS het omhoogkomen van het achterwiel niet kan verhinderen. Dit kan eveneens tot het over de kop slaan van de motorfiets leiden. Techniek in detail 6 z De maximaal op het wegdek overdraagbare remkracht is o.a.
Bijzondere situaties Voor het herkennen van de blokkeerneiging worden o.a. de toerentallen van het voor- en achterwiel vergeleken. Indien over een langere periode niet aannemelijke waarden worden herkend, wordt om veiligheidsredenen de ABS-functie uitgeschakeld en een ABS-storing weergegeven. Voorwaarde voor een storingsmelding is een afgesloten zelfdiagnose. Naast problemen aan het BMW Motorrad ABS kunnen ook ongebruikelijke rijsituaties tot een storingsmelding leiden.
Bandenspanningscontrole RDC SU 78 Werking Techniek in detail 6 z In elke band bevindt zich een sensor die de temperatuur en de spanning in de band meet en deze informatie naar de regeleenheid stuurt. De sensoren zijn voorzien van een centrifugaalkrachtregelaar die het overbrengen van de meetwaarden pas vanaf een snelheid van circa 30 km/h vrijgeeft. Voordat voor het eerst de bandenspanning wordt ontvangen, wordt op het display voor elke band -weergegeven.
6 Voorbeeld: Volgens de handleiding moet de bandenspanning 2,5 bar bedragen, op het multifunctioneel display wordt 2,3 bar weergegeven. De bandenspanningsmeter bij het tankstation geeft 2,4 bar aan. Deze waarde moet met 0,2 bar worden verhoogd tot 2,6 bar, om de correcte bandenspanning in te stellen. 79 Techniek in detail meter bij het tankstation worden gecompenseerd.
Techniek in detail 6 80 z
Accessoires Accessoires Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . 82 Contactdoos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 7 81 Koffers OA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Topcase OA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Accessoires Bagage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemene aanwijzingen 82 BMW Motorrad adviseert uitsluitend onderdelen en accessoires te gebruiken die door BMW voor dit doel zijn goedgekeurd. Originele BMW onderdelen, accessoires en overige door BMW goedgekeurde producten, evenals het bijbehorende ter zake kundige advies, zijn verkrijgbaar bij uw BMW Motorrad dealer. Door BMW voor uw motorfiets goedgekeurde onderdelen en accessoires zijn op hun veiligheid, werking en deugdelijkheid getest.
Ligging van de bedrading De draden van de contactdoos naar het accessoire moeten zo worden aangebracht dat ze De berijder niet hinderen De stuuruitslag en de rijeigenschappen niet beperken of hinderen Niet ingeklemd kunnen worden Ondeskundig aangebrachte bedrading kan de berijder in zijn bewegingsvrijheid hinderen. Bedrading aanbrengen zoals hierboven beschreven. Bagage Correct beladen Overbelading en ongelijkmatige belading kan de rijstabiliteit van de motorfiets beïnvloeden.
7 84 Maximumsnelheid voor het rijden met een topca- komstige maximumsnelheid in acht nemen. se Maximale belading van de bagagetas Accessoires max 160 km/h z met tankrugzak OA Toelaatbaar totaalgewicht van de tankrugzak en de overeenkomstige maximumsnelheid in acht nemen.
Koffers OA Koffers sluiten Koffers openen 7 Sleutel 1 in het kofferslot dwars op de rijrichting draaien. Vergrendeling 2 ingedrukt houden en handgreep 3 omhoogklappen. Wiptoets 4 op het geribbelde gedeelte indrukken. Bij ingedrukte wiptoets het kofferdeksel openen. Sleutel in het kofferslot dwars op de rijrichting draaien. Kofferdeksel 1 sluiten. Het deksel vergrendelt hoorbaar Indien de handgreep wordt dichtgeklapt als het kofferslot in rijrichting staat, kan de vergrendelingslip worden beschadigd.
7 Accessoires 86 Handgreep 2 naar beneden klappen. Handgreep vergrendelt hoorbaar. Sleutel in het kofferslot in rijrichting draaien en verwijderen. Zwenkhendel in de onderste eindstand: groot volume. Koffer verwijderen Koffervolume verstellen z Koffer openen. Koffer volledig leegmaken. Om het koffervolume te verstellen, zwenkhendel 1 in de bovenste of onderste eindstand vergrendelen. Zwenkhendel in de bovenste eindstand: klein volume. Sleutel 1 in het kofferslot dwars op de rijrichting draaien.
Koffers aanbrengen 7 Sleutel 1 in het kofferslot dwars op de rijrichting draaien. Vergrendeling 2 ingedrukt houden en handgreep 3 omhoogklappen. Rode ontgrendelingshendel 4 naar boven trekken. Vergrendelingsklep 5 springt open. Vergrendelingsklep 5 volledig openklappen. Bevestiging 6 op beugel 7 aanbrengen. Koffer naar boven kantelen en op bevestigingspen 8 aanbrengen, tot bevestigingspen 8 zich tegen de achterzijde van bevestiging 9 bevindt.
Topcase OA 7 Topcase openen Accessoires 88 z Hierna vergrendelingsklep 5 naar beneden drukken en hierbij ontgrendelingshendel 4 naar beneden klappen. Vergrendelingsklep klikt vast. De koffer moet nu op de bevestigingspen vergrendeld zijn. Handgreep naar beneden klappen. Handgreep vergrendelt hoorbaar. Sleutel in het kofferslot in rijrichting draaien en verwijderen. Sleutel 1 in het topcaseslot verticaal draaien. Vergrendeling 2 ingedrukt houden en handgreep 3 uitklappen.
Handgreep 2 naar boven klappen. Handgreep vergrendelt hoorbaar. Sleutel in het topcaseslot horizontaal draaien en verwijderen. Topcasevolume verstellen Zwenkhendel in achterste eindstand (t.o.v. handgreep): klein volume. Zwenkhendel in voorste eindstand (t.o.v. topcasebodem): groot volume. Topcase verwijderen Sleutel in het topcaseslot verticaal draaien. Topcasedeksel 1 sluiten.
Topcase aanbrengen 7 Accessoires 90 z Aan rode hendel 4 trekken Vergrendelingsklep 5 is ontgrendeld. Vergrendelingsklep 5 met de hand volledig openklappen. Topcase aan handgreep verwijderen Sleutel 1 in het topcaseslot verticaal draaien. Vergrendeling 2 ingedrukt houden en handgreep 3 uitklappen. Aan rode hendel 4 trekken Vergrendelingsklep 5 is ontgrendeld. Vergrendelingsklep 5 met de hand volledig openklappen.
Topcase in de voorste houders 6 van de topcaseplaat aanbrengen. 7 91 Accessoires Rode hendel 4 inklappen. Vergrendelingsklep 5 wordt geblokkeerd. Topcase op bevestiging controleren. Handgreep inklappen en topcase sluiten. z Topcase achter op de topcaseplaat drukken en vergrendelingsklep 5 inklappen.
Accessoires 7 92 z
Onderhoud Onderhoud Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . 94 Starten met hulpstartkabels . . . . . . . . 117 Boordgereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 8 93 Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96 Remblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemene aanwijzingen 94 In het hoofdstuk "Onderhoud" worden werkzaamheden voor het controleren en vervangen van slijtagedelen beschreven, die eenvoudig zijn uit te voeren. Indien bij de montage rekening moet worden gehouden met speciale aantrekkoppels, dan zijn deze eveneens genoemd. Een overzicht van alle benodigde aantrekkoppels vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens".
6 Adapter Voor 1/4"-bits en de 9x12 mm- en de 3/8"kniegewrichten Motorolie Motoroliepeil controleren 1 2 3 4 5 Uittrekbare gereedschapshouder Voor bevestiging van alle gereedschappen via adapters 1/4" bits Bits van verschillende maten 3/8"-inbussleutel SW 22 Zaklamp Insteeksleutel Steeksleutels van verschillende maten Oliegebrek kan de motor doen vastlopen en daardoor tot een ongeval leiden. Op een correct motoroliepeil letten. Het oliepeil is afhankelijk van de olietemperatuur.
Oliepeilstaaf op de olievulopening aanbrengen, maar niet vastzetten. Oliepeilstaaf verwijderen en oliepeil aflezen. 8 96 Motorolie bijvullen Motoroliepeil controleren ( 95) Onderhoud Motoroliepeil Oliepeilstaaf 1 verwijderen, door linksom te draaien.
Ondeskundige reparaties brengen de bedrijfszekerheid van het remsysteem in gevaar. Alle werkzaamheden aan het remsysteem bij een specialist laten uitvoeren, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Zijn geen duidelijke drukpunten merkbaar: De remmen bij een specialist laten controleren, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. 8 97 Remblokken Remblokdikte, voor, controleren De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is.
8 Onderhoud 98 Remvloeistof keur door een BMW Motorrad dealer. Remvloeistofpeil, voor, controleren Remblokdikte, achter, controleren De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Remblokslijtagegrens achter z min 1 mm (Alleen remvoering zonder rugplaat) De motorfiets rechtop houden en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is met middenstandaard SU De motorfiets op de middenstandaard plaatsen en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is.
Door de slijtage van de remblokken daalt het remvloeistofpeil in het reservoir. helpen, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Remvloeistofpeil, achter, controleren Door de slijtage van de remblokken daalt het remvloeistofpeil in het reservoir. Remvloeistofpeil, voor Remvloeistofpeil, achter Remvloeistof DOT4 Remvloeistof DOT4 Het remvloeistofpeil mag niet onder de MIN-markering komen. Het remvloeistofpeil mag niet onder de MIN-markering komen.
8 100 tot het voorgeschreven peil is bereikt. De dop van de vulopening voor koelvloeistof sluiten door rechtsom te draaien. helpen, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Koelvloeistof Onderhoud Koelvloeistofpeil controleren Koppeling De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is.
De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Bandenprofieldiepte in de hoofdprofielgroeven met slijtage-indicatoren meten. Op elke band bevinden zich slijtagemarkeringen die in het hoofdprofiel zijn geïntegreerd. Indien de slijtagemarkeringen zichtbaar zijn, is de band volledig versleten. De posities van de slijtagemarkeringen zijn op de zijkant van de band aangegeven, bijv. door de letters TI, TWI of door een pijl.
8 De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Als de gemeten waarde buiten de toegestane tolerantie ligt: Kettingspanning afstellen ( 102) Kettingspanning afstellen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Onderhoud 102 Kettingspanning controleren Rechtsom draaien: kettingspanning wordt verlaagd. Linksom draaien: kettingspanning wordt verhoogd.
De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Ketting op het achterste uiteinde van het achterkettingtandwiel naar achteren trekken. De toppen van de tanden moeten nog binnen de schakels blijven. Als de kettingschakels voorbij de toppen van de tanden kunnen worden getild: Contact opnemen met een specialist, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer.
8 104 in de regeleenheid opgeslagen gegevens aan de nieuwe wielmaten worden aangepast. RDC-sticker SU zorgen dat de RDC-sensor niet wordt beschadigd. De BMW Motorrad dealer of de specialist op de RDC-sensor opmerkzaam maken. met BMW Motorrad ABS SU Voorwiel uitbouwen Onderhoud De motorfiets op een geschikte hulpstandaard plaatsen. met middenstandaard SU De motorfiets op de middenstandaard plaatsen en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is.
8 Asklembout 2 losmaken. Steekas 3 uitbouwen, hierbij het wiel ondersteunen. Vet niet van de as verwijderen. In uitgebouwde toestand kunnen de remblokken zo ver naar elkaar toe worden gedrukt, dat ze bij de montage niet over de remschijf passen. De remhendel bij uitgebouwde remklauwen niet bedienen. Voorwiel naar voren rollen en verwijderen. Afstandsbus 4 aan de linkerzijde uit de wielnaaf verwijderen.
8 Klembevestiging steekas 106 19 Nm Onderhoud met BMW Motorrad ABS SU z Erop letten dat de ABSsensorkabel zoals afgebeeld is aangebracht. Zo nodig hulpstandaard verwijderen. Achterwiel uitbouwen De motorfiets op een geschikte hulpstandaard plaatsen. met middenstandaard SU De motorfiets op de middenstandaard plaatsen en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Voorwiel optillen en as 3 met het juiste aantrekkoppel bevestigen. Steekas voor in asopname 30 Nm Voorwielstandaard verwijderen.
Stelschroeven 4 links en rechts door rechtsom draaien losdraaien. Stelplaatje 5 verwijderen en de as zo ver mogelijk naar binnen schuiven. 8 Achterwiel zo ver mogelijk naar voren rollen en ketting 8 van het kettingwiel nemen. Achterwiel naar achteren uit de achterbrug rollen. Bout 1 van de snelheidssensor uitbouwen en snelheidssensor uit de houder verwijderen. Steekas 6 uitbouwen en stelplaatje 7 verwijderen. Het kettingwiel en de afstandsbussen links en rechts steken los in het wiel.
de remklauw en het achterwiel aanbrengen. Erop letten dat de steekas in de uitsparing van de stelplaat past. 8 Onderhoud 108 z Steekasmoer 2 aanbrengen, maar nog niet vastzetten. Achterwiel zo ver mogelijk naar voren rollen en ketting 8 op het kettingwiel leggen. Stelplaat rechts 5 aanbrengen. Stelplaatje links 7 in de achterbrug aanbrengen, steekas 6 in Snelheidssensor in de houder aanbrengen en bout 1 van de snelheidssensor aanbrengen.
Kettingspanning afstellen ( 102) Zo nodig hulpstandaard verwijderen. 8 109 Voorwielstandaard aanbrengen De BMW Motorrad voorwielsteun is er niet voor bedoeld om een motorfiets zonder een andere hulpstandaard rechtop te houden. Een motorfiets die alleen op de voorwielsteun en op het achterwiel rust kan omvallen. De motorfiets vóór het optillen met de BMW Motorrad voorwielsteun op een hulpstandaard zetten. De motorfiets op een geschikte hulpstandaard plaatsen.
De voorwielstandaard gelijkmatig naar beneden drukken om de motorfiets op te tillen. 8 110 Lampen Onderhoud Algemene aanwijzingen z De voorwielstandaard gelijkmatig naar beneden drukken om de motorfiets op te tillen. met middenstandaard SU Als de motorfiets aan de voorzijde te ver wordt opgetild, komt de middenstandaard los van de grond en kan de motorfiets opzij vallen. Erop letten dat de middenstandaard bij het optillen op de grond blijft. Zo nodig de hoogte van de voorwielstandaard aanpassen.
Gloeilamp grootlicht vervangen 8 Deksel van dimlicht 1 verwijderen door deze linksom te draaien. Gloeilamp groot- en dimlicht vervangen ( 111) Deksel van grootlicht 1 door rechtsom draaien aanbrengen. Deksel van grootlicht 1 verwijderen door deze linksom te draaien. Gloeilamp groot- en dimlicht vervangen Gloeilamp groot- en dimlicht vervangen ( 111) Deksel van dimlicht 1 door rechtsom draaien aanbrengen. Stekker 1 losmaken.
Gloeilamp stadslicht vervangen 8 De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Onderhoud 112 z Veerbeugel 2 losmaken uit de vergrendelingen en opzij klappen. Gloeilamp 3 verwijderen. Gloeilamp 3 aanbrengen, hierbij op een correcte uitlijning letten. Veerbeugel 2 sluiten en vergrendelen. Defecte gloeilamp vervangen. Deksel van dimlicht 1 verwijderen door deze linksom te draaien.
Defecte gloeilamp vervangen. 8 Soort verlichting stadslicht 113 Gloeilamp voor stadslicht 1 uit het koplamphuis trekken. Gloeilamp voor stadslicht 1 in het koplamphuis aanbrengen. Onderhoud W5W / 12 V / 5 W z De gloeilamp in de lampfitting aanbrengen. Gloeilamp uit de lamphouder trekken. Deksel van dimlicht 1 door rechtsom draaien aanbrengen.
8 Onderhoud 114 Gloeilampen richtingaanwijzers, voor en achter, vervangen Defecte gloeilamp vervangen. Soort verlichting voor richtingaanwijzers voorzij- De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Contact uitschakelen. de R10W / 12 V / 10 W met LED-richtingaanwijzers OA Lampglas bij de bevestiging uit het reflectorhuis trekken. LED / 12 V z Draai de bout 1 los. Gloeilamp 2 door linksom draaien uit het lamphuis verwijderen.
Gloeilamp rem- en achterlicht vervangen 8 Het diode-achterlicht kan alleen compleet worden vervangen. Hiervoor contact opnemen met een specialist, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer. Schroef 1 aanbrengen. Gloeilamp kentekenplaatverlichting vervangen De motorfiets neerzetten en erop letten dat de ondergrond vlak en stevig is. Bout 1 van spatbordafdekking verwijderen en afdekking verwijderen. Lampfitting 2 uit de lamphouder trekken.
8 Onderhoud 116 z Gloeilamp uit de fitting trekken. Gloeilamp in de fitting drukken. Defecte gloeilamp vervangen. De spatbordafdekking aanbrengen en bout 1 aanbrengen. Luchtfilter Soort verlichting kentekenplaatverlichting Luchtfilter uitbouwen Middelste paneel uitbouwen ( 121) W5W / 12 V / 5 W Gloeilampfitting 2 in de lamphouder drukken.
Bouten 1 verwijderen. Luchtfilterdeksel 2 verwijderen. Luchtfilter 3 aanbrengen. Starten met hulpstartkabels 8 De bedrading naar de contactdoos is niet berekend op het starten van de motor m.b.v. hulpstartkabels. Een te hoge stroomsterkte kan tot brand of schade aan de boordelektronica leiden. Bij starthulp de contactdoos niet gebruiken. 117 Het aanraken van onder spanning staande delen van het ontstekingssysteem bij draaiende motor kan tot elektrische schokken leiden.
geïsoleerde pooltangen gebruiken. 118 Starthulp met een hogere spanning dan 12 V kan tot schade aan de boordelektronica leiden. De accu van het stroomleverende voertuig moet een spanning van 12 V hebben. Onderhoud 8 z Middelste paneel uitbouwen ( 121) Tijdens de starthulp de accu niet van het boordnet losmaken. enkele minuten weer een nieuwe startpoging doen. Beide motoren enkele minuten laten draaien, voordat de hulpstartkabels worden losgemaakt.
Een aangesloten accu wordt door de boordelektronica (klok enz.) ontladen. Dit kan leiden tot een diepte-ontlading van de accu. In dit geval zijn garantie-aanspraken uitgesloten. Als langer dan vier weken niet wordt gereden, de accu van de motorfiets losmaken of een druppellader op de accu aansluiten. BMW Motorrad heeft een speciaal op de elektronica van uw motorfiets afgestemde druppellader ontwikkeld.
8 Onderhoud 120 z Losgekoppelde accu opladen Contact uitschakelen. De accu met een geschikt laadapparaat opladen. Hierbij de handleiding van het laadapparaat in acht nemen. Na het beëindigen van het opladen de poolklemmen van het laadapparaat van de accupolen losmaken. Als gedurende langere tijd niet wordt gereden, moet de accu regelmatig worden bijgeladen. Hiertoe het behandelingsvoorschrift voor de accu opvolgen. Vóór het weer in gebruik nemen de accu volledig opladen.
Middelste paneel inbouwen ( 121) Klok instellen ( 42) 8 121 Middelste paneel uitbouwen 60) Vier schroeven 2 verwijderen. De stekker van de contactdoos losmaken. Middelste paneel verwijderen. Bevestigingsbeugel van de accu aanbrengen, daarbij op de juiste ligging van de kabels bij 4 letten. De bouten 3, links en rechts, aanbrengen. Bij een onjuiste aansluitvolgorde neemt het risico op kortsluiting toe. Volgorde beslist aanhouden. Bout 2 van de pluskabel aanbrengen.
8 Onderhoud 122 z Middelste kuipdeel aanbrengen. Erop letten dat de drie nokken 3 links en rechts in de kuipzijdelen aangrijpen. Vier schroeven 2 aanbrengen. De bouten 1, links en rechts, aanbrengen.
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . 124 Wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 9 123 Lakonderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 Conservering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 Motorfiets buiten gebruik stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126 Motorfiets in gebruik nemen . . . . . . . 126 Onderhoud Reiniging kwetsbare motorfietsonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9 Onderhoud 124 z Onderhoudsmiddelen Wassen BMW Motorrad adviseert reinigings- en onderhoudsmiddelen te gebruiken die bij uw BMW Motorrad dealer verkrijgbaar zijn. BMW CareProducts zijn in laboratoria en in de praktijk getest en maken een prima onderhoud en optimale bescherming van de op uw motorfiets toegepaste materialen mogelijk. BMW Motorrad adviseert om insecten en hardnekkige vervuilingen op gelakte onderdelen vóór het wassen met BMW insectenreiniger te behandelen.
Indien kunststofonderdelen met ongeschikte middelen worden gereinigd, kan het oppervlak beschadigd raken. Voor het reinigen van kunststofdelen geen alcohol-, oplosmiddelhoudende of schurende reinigingsmiddelen gebruiken. Ook kunnen vliegensponzen of sponzen met een hard oppervlak krassen veroorzaken. Hardnekkig vuil en insecten inweken door er een natte doek op te leggen. Windscherm Verwijder vuil en insecten met een zachte spons en veel water.
9 Onderhoud 126 z gemorste benzine, olie, vet, remvloeistof, vogeluitwerpselen. Hiervoor BMW autocleaner of BMW lakreiniger gebruiken. Verontreinigingen van het lakoppervlak zijn na het wassen van de motorfiets goed herkenbaar. Deze plekken met wasbenzine of spiritus op een schone doek of poetswatten direct verwijderen. BMW Motorrad adviseert teervlekken met BMW teerverwijderaar te verwijderen. Vervolgens de lak op deze plaatsen conserveren.
Technische gegevens Technische gegevens Storingstabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128 Boutverbindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129 10 127 Benzine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 Koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133 Versnellingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133 Wielophanging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134 Remmen . . . . . . . .
10 Technische gegevens 128 z Storingstabel Motor slaat niet of pas na doorstarten aan Oorzaak Verhelpen Noodstopschakelaar bediend. Noodstopschakelaar in bedrijfsstand. Zijstandaard uitgeklapt en versnelling ingeschakeld. Zijstandaard inklappen ( Versnelling ingeschakeld en koppeling niet bediend Versnellingsbak in neutraal schakelen of koppeling bedienen ( 66). Koppeling bediend bij uitgeschakeld contact. Eerst het contact inschakelen en dan de koppeling bedienen. Benzinetank leeg.
Boutverbindingen Voorwiel Waarde Geldig 129 Remklauw aan voorvork M10 x 40 10 38 Nm M8 x 25 19 Nm Steekas voor in asopname M16 x 1,5 30 Nm Achterwiel Waarde Geldig Steekas achter in achterbrug M16 x 1,5 100 Nm Spiegelsteun Waarde z Spiegel aan klemelement M14 x 1 20 Nm Klemelement aan klemblok M10 Geldig Technische gegevens Klembevestiging steekas 30 Nm
10 130 Ketting Borgmoer van de kettingspanbout Technische gegevens M8 z Waarde 19 Nm Geldig
Motorconstructie Tweecilinder viertaktmotor, DOHC met rollenkettingaandrijving, 4 d.m.v.
10 Technische gegevens 132 z Benzine Aanbevolen brandstofkwaliteit 91 ROZ/RON, Loodvrije benzine Nuttige tankinhoud ca. 16 l Reservehoeveelheid ≥4 l Motorolie Motorolie-inhoud 2,9 l, met oliefiltervervanging Smeermiddel Motorolie 10W-40 Oliesoorten Minerale motorolie van API-klasse SF tot SH. BMW Motorrad adviseert om geen olietoevoegingen te gebruiken, omdat deze de werking van de koppeling nadelig kunnen beïnvloeden.
Koppeling Koppelingstype Meervoudige natte plaatkoppeling 10 133 Constructie versnellingsbak In het motorblok geïntegreerde klauwgeschakelde zesversnellingsbak Overbrengingsverhoudingen 1,943 (35/68:tanden), Primaire overbrengingsverhouding 1:2,462 (13/32 tanden), 1e versnelling 1:1,750 (16/28 tanden), 2e versnelling 1:1,381 (21/29 tanden), 3e versnelling 1:1,174 (23/27 tanden), 4e versnelling 1:1,042 (24/25 tanden), 5e versnelling 1:0,960 (25/24 tanden), 6e versnelling Technische gegevens Versnelli
10 134 Wielophanging Voorwiel Voorwielophanging - constructie Telescoopvork Veerweg voor 180 mm, Bij wiel Technische gegevens Achterwiel z Achterwielophanging - constructie Gegoten aluminium achterbrug met twee armen Achterwielvering - constructie Direct verbonden centraal veerelement met traploos verstelbare uitgaande demping Veerweg bij achterwiel 170 mm, Bij wiel Remmen Voorwiel Voorwielrem - constructie Hydraulisch bediende schijfrem met zwevende remklauw met 2 zuigers en vaste remschijf
Bij redactiesluiting aanbevolen bandenparen (Stand: 23.08.
10 136 Achterwiel Constructie achterwiel Gegoten aluminium, MT H2 Velgmaat achterwiel 3,50" x 17" Bandenopschrift, achter 140/80 R 17 (69V) TL Technische gegevens Bandenspanning z Bandenspanning voor 2,2 bar, Solo, bij bandentemperatuur: 20 °C 2,2 bar, Met duopassagier en/of belading, bij bandentemperatuur: 20 °C Bandenspanning achter 2,5 bar, Solo, bij bandentemperatuur: 20 °C 2,9 bar, Met duopassagier en/of belading, bij bandentemperatuur: 20 °C
Elektrische belastbaarheid van stekkerdoos 5A Zekeringen Alle stroomcircuits zijn elektronisch gezekerd. Als een stroomcircuit door de elektronische zekering is uitgeschakeld en de veroorzakende storing is verholpen, is het stroomcircuit na het aanzetten van het contact weer actief.
10 Technische gegevens 138 z Soort verlichting Soort verlichting voor grootlicht H7 / 12 V / 55 W Soort verlichting voor dimlicht H7 / 12 V / 55 W Soort verlichting stadslicht W5W / 12 V / 5 W Soort verlichting achter-/remlicht LED / 12 V vanaf 6 defecte LED's achterlicht vervangen Soort verlichting kentekenplaatverlichting W5W / 12 V / 5 W Soort verlichting voor richtingaanwijzers voorzijde R10W / 12 V / 10 W met LED-richtingaanwijzers OA Soort verlichting voor richtingaanwijzers achterzijd
Frameconstructie Buizenframe Plaats van het typeplaatje Balhoofd voorzijde midden Plaats van het framenummer Rechts aan balhoofd Maten Lengte 2280 mm, over voorwiel naar kentekenplaathouder Hoogte 1240 mm, Zonder bestuurder bij ledig gewicht Breedte 845 mm, over stuur zonder spiegel Zithoogte berijders-buddyseat 820 mm, Zonder bestuurder bij ledig gewicht met dubbele buddyseat laag SU zonder verlaging SU 790 mm, Zonder bestuurder bij ledig gewicht met verlaging SU 765 mm, Zonder bestuurder
10 140 Gewichten Ledig gewicht Technische gegevens Maximaal toelaatbaar totaalgewicht z 199 kg, DIN rijklaar gewicht, rijklaar, 90 % volgetankt 436 kg met verlaging SU 349 kg Toelaatbare belading 237 kg met verlaging SU 150 kg Rijgegevens Topsnelheid met vermogensreductie SU max 190 km/h max 147 km/h
Service BMW Motorrad Service . . . . . . . . . . . . 142 BMW Motorrad Service en Kwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142 BMW Motorrad Service Card Pechhulp ter plaatse . . . . . . . . . . . . . . . 142 BMW Motorrad Service Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143 Onderhoudswerkzaamheden . . . . . . 143 Onderhoudsbevestigingen . . . . . . . . . 144 Onderhoudsbevestigingen . . . . . . . . .
11 Service 142 z BMW Motorrad Service Voortschrijdende technologische ontwikkelingen vragen om speciale aanpassingen van onderhouds- en reparatiemethodes. Bij ondeskundig uitgevoerde onderhouds- en reparatiewerkzaamheden bestaat gevaar voor gevolgschade en daarmee verbonden veiligheidsrisico's. BMW Motorrad adviseert de betreffende werkzaamheden aan uw motorfiets door een specialist te laten uitvoeren, bij voorkeur een BMW Motorrad dealer.
Onderhoudswerkzaamheden BMW Motorrad Service Netwerk De BMW inrijcontrole moet worden uitgevoerd tussen 500 km en 1200 km. Via ons wijdverbreide Service Netwerk staat BMW Motorrad u en uw motorfiets wereldwijd in 100 landen bij. Alleen al in Duitsland staan 200 BMW Motorrad dealers tot uw beschikking. Alle informatie over het internationale dealernetwerk vindt u in de brochure "Service Contact Europa" resp. "Service Contact Africa, America, Asia, Australia, Oceania".
11 144 Onderhoudsbevestigingen BMW afleveringscontrole uitgevoerd Service op BMW inrijcontrole uitgevoerd op Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk z op of, indien eerder bereikt, Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening
BMW service BMW service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening 11 145 Service BMW service z
11 Service 146 z BMW service BMW service BMW service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening
BMW service BMW service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening 11 147 Service BMW service z
11 Service 148 z BMW service BMW service BMW service uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd op op op Bij km Bij km Bij km Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk Volgende servicebeurt uiterlijk op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, op of, indien eerder bereikt, Bij km Bij km Bij km Stempel, handtekening Stempel, handtekening Stempel, handtekening
Onderhoudsbevestigingen De tabel dient voor het aantonen van onderhouds-, garantie- en reparatiewerkzaamheden en van de ingebouwde optionele accessoires en uitgevoerde speciale acties.
11 Service 150 z Uitgevoerde werkzaamheden Bij km Datum
B Bagage Aanwijzingen voor beladen en bevestigen, 83 Banden Advies, 103 Bandenspanning controleren, 58 Bandenspanningen, 4, 136 Bandenspanningentabel, 14 Inrijden, 69 Profieldiepte controleren, 100 Technische gegevens, 135 Bandenspanningscontrole RDC Aanduidingen, 24 Bediening, 49 Techniek in detail, 78 Velgsticker, 104 Waarschuwingen, 32 Benzine Niveau-aanduiding, 23, 24 Tanken, 73 Technische gegevens, 4, 132 Vulopening, 13 Waarschuwing benzinereserve, 27 Boordcomputer Aanduidingen, 23 Actieradius, 46 Bed
12 Trefwoordenregister 152 z Buddyseat Inbouwen, 60 Uitbouwen, 60 Vergrendeling, 11 Buiten gebruik stellen, 126 C Claxon, 16 Contact Inschakelen, 40 Uitschakelen, 40 Contactdoos, 11, 82 Controlelampen, 22 Controlelijst, 66 D Demping achter afstellen, 57 Instelelement achter, 13 Diefstalbeveiligingsinstallatie Controlelamp, 18 Waarschuwingen, 38 Dimlicht Inschakelen, 50 Display zie multifunctioneel display, 18 E EHBO-set Plaats, 14 Elektronica Technische gegevens, 137 Elektronische wegrijbeveiliging EWS
Gloeilamp grootlicht vervangen, 111 Gloeilamp kentekenplaatverlichting vervangen, 115 Gloeilamp stadslicht vervangen, 112 Gloeilampen richtingaanwijzers vervangen, 114 Overzicht koplamp, 19 Technische gegevens, 138 Waarschuwing defecte lamp, 28 Lichtsignaal, 16 Luchtfilter Inbouwen, 117 Plaats op de motorfiets, 15 Uitbouwen, 116 L Lampen Algemene aanwijzingen, 110 Gloeilamp dimlicht vervangen, 110 M Maten, 139 Motor Bedieningselement, 17 Starten, 66 Technische gegevens, 131 Waarschuwing motorelektronica,
12 Trefwoordenregister 154 z O Onderhoudsbevestigingen, 144 Onderhoudsmelding, 22 Onderhoudstermijnen, 143 Overzichten Instrumentenpaneel, 18 Koplamp, 19 Linker stuurhendel, 16 Linkerzijde motorfiets, 11 Onder de bekleding, 15 Onder de buddyseat, 14 Rechter stuurhendel, 17 Rechterzijde motorfiets, 13 P Parkeerlicht Inschakelen, 50 Parkeren, 71 Pre-Ride-Check, 67 R Remblokken Inrijden, 69 Remblokdikte controleren, 97 Remmen Hendel afstellen, 55 Technische gegevens, 134 Veiligheidsvoorschriften, 70 Werki
U Uitrusting, 7 V Veervoorspanning achter afstellen, 56 Gereedschap, 14 Instelelement achter, 13 Veiligheidsvoorschriften algemeen, 64 Remmen, 70 Verlichting Dimlicht inschakelen, 50 Grootlicht inschakelen, 50 Lichtsignaal, 50 Parkeerlicht inschakelen, 49, 50 Versnellingsbak Technische gegevens, 133 Versnellingsindicatie, 23 Voorwielsteun Aanbrengen, 109 W Waarschuwingen, 24 met ABS, 29 met boordcomputer, 29 met DWA, 38 met RDC, 32 Weergave, 24 Waarschuwingsindicatieoverzicht, 26, 31, 34 Waarschuwingsknip
Afhankelijk van de uitvoering en de accessoires van uw motorfiets, maar ook bij speciale uitvoeringen voor bepaalde landen, kunnen afwijkingen t.a.v. afbeeldingen en teksten optreden. Hieruit kunnen geen aanspraken worden afgeleid. De opgegeven maten, gewichten en prestaties kunnen binnen de gebruikelijke toleranties in geringe mate afwijken. Wijzigingen in constructie, uitrusting en accessoires voorbehouden. Vergissingen voorbehouden.
Belangrijke gegevens voor een tankstop Benzine Aanbevolen brandstofkwaliteit 91 ROZ/RON, Loodvrije benzine Nuttige tankinhoud ca. 16 l Reservehoeveelheid L4 l Bandenspanning Bandenspanning voor 2,2 bar, Solo, bij bandentemperatuur: 20 °C 2,2 bar, Met duopassagier en/ of belading, bij bandentemperatuur: 20 °C Bandenspanning achter 2,5 bar, Solo, bij bandentemperatuur: 20 °C 2,9 bar, Met duopassagier en/ of belading, bij bandentemperatuur: 20 °C BMW recommends Bestelnr.: 01 46 7 712 286 10.
K71_Tieferlegung_TD_00.fm Seite 1 Dienstag, 13. Februar 2007 9:54 09 D Bei Fahrzeugen mit der Sonderausstattung „Tieferlegung“ gelten folgende abweichende technische Daten: Sitzhöhe mit SA niedrige Sitzbank Gesamtfederweg am Vorderrad Gesamtfederweg am Hinterrad Grundeinstellung Federvorspannung hinten (S. 55) 790 mm 760 mm 104 mm 104 mm 4 Klicks (statt 12 Klicks) Die Schräglagenfreiheit reduziert sich um 3,5°.
K71_Tieferlegung_TD_00.fm Seite 2 Dienstag, 13. Februar 2007 9:54 09 E 2 Para los vehículos con el equipo opcional «Rebajado», los datos técnicos válidos son los siguientes: Altura del asiento con EO asiento bajo Carrera total de muelle en la rueda delantera Carrera total de muelle en la rueda trasera Ajuste básico del pretensado de muelle trasero (pág. 57) 790 mm 760 mm Corsa complessiva della molla su ruota posteriore 104 mm Regolazione di base del precarico 4 clic molle posteriore (pag.
K71_Tieferlegung_TD_00.fm Seite 3 Dienstag, 13. Februar 2007 9:54 09 NL Bij motorfietsen met de speciale uitrusting "Verlaging" gelden de volgende afwijkende technische gegevens: Zithoogte met SU lage buddyseat Totale veerweg voorwiel Totale veerweg achterwiel 790 mm 760 mm 104 mm 104 mm 4 klikken Basisinstelling veervoorspanning (i.p.v. 12 achter (pag. 55) klikken) De grondspeling in bochten wordt met 3,5° verminderd.
K71_Tieferlegung_TD_00.fm Seite 4 Dienstag, 13. Februar 2007 9:54 09 PL 4 Dla pojazdów z opcją wyposażenia "Obniżenie zawieszenia" obowiązują następujące różnice w danych technicznych: Wysokość siedzenia z OW niskie siedzenie Całkowity skok amortyzatora na przednim kole Całkowity skok amortyzatora na tylnym kole Podstawowe ustawienie wstępnego naciągu sprężyny z tyłu (str. 55) 790 mm 760 mm 104 mm 104 mm 4 kliknięcia (zamiast 12 kliknięć) Wolna przestrzeń nachylenia zredukowana zostaje o 3,5°.