Operation Manual

Goede bevestiging van de ba-
gage
Met regelmatige tussenpozen:
Motoroliepeil (bij iedere
tankstop)
Remblokslijtage (bij elke derde
tankstop)
Starten
Motor starten
Contact inschakelen.
Pre-Ride-Check wordt uitge-
voerd. ( 68)
ABS-zelfdiagnose wordt uitge-
voerd. ( 69)
Rem bedienen.
Startknop 1 bedienen.
Bij een uitgeklapte zijstan-
daard kan de Scooter niet
worden gestart. Als bij draaiende
motor de zijstandaard wordt uit-
geklapt, slaat de motor af.
De motor slaat aan.
Als de motor niet aanslaat, kan
de storingstabel uitkomst bie-
den. ( 120)
Pre-Ride-Check
Na het inschakelen van het con-
tact voert het instrumentenpaneel
een test uit van de tellerinstru-
menten en de waarschuwings-
en controlelampen, de Pre-Ride-
Check. Als de motor tijdens de
test wordt gestart, wordt de test
afgebroken.
Fase 1:
De wijzer van de snelheidsme-
ter wordt tot de eindaanslag
en weer terug bewogen. De
waarschuwings- en controlelamp-
jes worden ingeschakeld.
Fase 2:
De wijzer van de snelheidsmeter
wordt terug bewogen. De inge-
schakelde waarschuwings- en
controlelampjes doven.
Als de wijzer niet bewoog of een
van de waarschuwings- en con-
trolelampjes niet ging branden:
Indien één van de waar-
schuwingslampen niet kan
worden ingeschakeld, kunnen
mogelijke functiestoringen niet
worden weergegeven.
Opletten of alle waarschuwings-
6
68
z
Rijden