Operation Manual
Banden
Bandenspanning
controleren
Onjuiste bandenspanning
verslechtert de rijeigen-
schappen van de Scooters en
reduceert de levensduur van de
banden.
Zorg voor een correcte
bandenspanning.
Een radiaal geplaatst ven-
tiel heeft de neiging om bij
hoge snelheden door de centrifu-
gaalkracht vanzelf open te gaan.
Om een plotseling bandenspan-
ningsverlies te voorkomen, ven-
tieldopjes met rubberafdich-
ting gebruiken en deze goed
aandraaien.
De Scooter neerzetten en erop
letten dat de ondergrond vlak
en stevig is.
De bandenspanning aan de
hand van de volgende gege-
vens controleren.
Bandenspanning voor
2,4 bar (Bij koude band)
Bandenspanning achter
2,5 bar (Rijden zonder passa-
gier, bij koude banden)
2,9 bar (Rijden met duopas-
sagier en/of bagage, bij koude
banden)
Als de bandenspanning te laag is:
Bandenspanning corrigeren.
Koplamp
Koplampafstelling rechts-/
linksrijdend verkeer
Deze motorfiets is uitgerust met
een symmetrisch dimlicht. Bij
het rijden in landen waar aan de
andere zijde van de weg wordt
gereden dan in het land waar het
kenteken van de Scooter is afge-
geven, zijn geen verdere maatre-
gelen nodig.
Koplampafstelling en
veervoorspanning
De lichtbundel blijft constant door
de aanpassing van de veervoor-
spanning aan de beladingstoe-
stand.
Twijfelt u aan de correcte kop-
lampinstelling, gaat u dan naar
een specialist, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
4
51
z
Gebruik