Operation Manual

Motor in noodloopfunctie
Motorsymbool wordt weer-
gegeven.
De motor draait in de nood-
loopfunctie. Het rijgedrag
kan abnormaal worden.
Rijstijl aanpassen. Sterke ac-
celeratie en inhaalmanoeuvres
vermijden.
Mogelijke oorzaak:
De motorregeleenheid heeft een
storing geregistreerd. In uitzon-
deringsgevallen slaat de motor
af en kan niet meer worden ge-
start. Anders draait de motor in
de noodloopfunctie.
Verder rijden mogelijk, het mo-
torvermogen staat echter niet
zoals gewend ter beschikking.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
Motoroliepeil te laag
Algemeen waarschuwings-
lampje brandt geel.
Oliepeilsymbool wordt
weergegeven.
OIL CHECK wordt weergege-
ven.
Mogelijke oorzaak:
De elektronische oliepeilsensor
heeft een te laag oliepeil gecon-
stateerd. Bij de volgende tank-
pauze het motoroliepeil met de
oliepeilstaaf controleren:
Motoroliepeil controleren
( 88).
Bij een te laag oliepeil:
Motorolie bijvullen.
ABS-zelfdiagnose niet
beëindigd
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
Mogelijke oorzaak:
De zelfdiagnose is niet beëin-
digd, de ABS-functie is nog niet
beschikbaar. Om de ABS-zelfdia-
gnose te kunnen afsluiten, moet
de Scooter minstens 5 km/h rij-
den.
Langzaam wegrijden. Houd er
rekening mee dat tot het af-
sluiten van de zelfdiagnose de
ABS-functie niet beschikbaar
is.
ABS-storing
Waarschuwingslamp ABS
brandt.
Mogelijke oorzaak:
De ABS-regeleenheid heeft een
storing opgemerkt. De ABS-
functie is niet beschikbaar.
Verder rijden mogelijk, met in-
achtneming van de uitgevallen
ABS-functie. Uitgebreide in-
formatie over situaties in acht
3
31
z
Aanduidingen