Operation Manual
42
NL
Basisfuncties
Convectie
Gebruik deze functie om voedsel te braden.
1. Druk op de toets Functie instellen. Een van de
functie-indicators begint te knipperen.
2. Draai de Draaiknop in een van beide richtingen
tot de indicator van de convectie-functie begint
te knipperen.
3. Druk op de toets Temperatuur instellen om de
oventemperatuur te wijzigen. De respectieve
indicator begint te knipperen. Als u niet op deze
toets drukt, zal de oven op een temperatuur van
160 ºC werken .
4. Stel de temperatuur in door de Draaiknop in
een van beide richtingen te draaien.
5. Druk op de toets Tijd instellen om de kooktijd
te wijzigen. De respectieve indicator begint te
knipperen.
6. Stel de kooktijd in door de Draaiknop in een
van beide richtingen te draaien (bijvoorbeeld 12
minuten).
7. Druk op de START-toets. De oven treedt in
werking.
Magnetron + Convectie
Gebruik deze functie om snel voedsel te braden.
1. Druk op de toets Functie instellen. Een van de
functie-indicators begint te knipperen.
2. Draai de Draaiknop in een van beide richtingen
tot de indicator van de magnetron + convectie-
functie begint te knipperen.
3. Druk op de toets Temperatuur instellen om de
oventemperatuur te wijzigen. De respectieve
indicator begint te knipperen. Als u niet op deze
toets drukt, zal de oven op een temperatuur van
160 ºC werken.
4. Stel de temperatuur in door de Draaiknop in
een van beide richtingen te draaien.
5. Druk op de toets Vermogen instellen om het
vermogen van de magnetronoven te wijzigen.
De respectieve indicator begint te knipperen.
Als u niet op deze toets drukt, zal de oven op
een vermogen van 600 W werken.
6. Stel het vermogen in door de Draaiknop in een
van beide richtingen te draaien.
7. Druk op de toets Tijd instellen om de kooktijd
te wijzigen. De respectieve indicator begint te
knipperen.
8. Stel de kooktijd in door de Draaiknop in een
van beide richtingen te draaien (bijvoorbeeld 12
minuten).
9. Druk op de START-toets. De oven treedt in
werking.










