Operation Manual

Algemene instellingen
54
U krijgt toegang tot de diverse
algemene instellingen en kunt deze
veranderen door meerdere keren
op de MENU toets te drukken. De
beschikbare instelling verschijnen
op het display.
DX units
Gebruik de ENTER draaiknop
om instellingen te selecteren, te
veranderen en op te slaan.
EX units
Gebruik de soft keys naast de
instellingen die moeten worden
gewijzigd.
DISPLAY-INSTELLINGEN
DAG/NACHT
DX units - Selecteer AAN en
de helderheid van het display
neemt automatisch af wanneer
de buitenverlichting van de
auto wordt ingeschakeld.
EX units - Selecteer een
daglicht display, een nacht
display of een dag/nacht
display. AUTO-MODE koppelt
de display- instelling aan de
instrumenten-verlichting.
Instrumentenverlichting
aan = nacht display,
instrumentenverlichting uit =
daglicht display. Wanneer deze
modus is geselecteerd, kan de
helderheid van het display
alleen worden veranderd door
de sterkte van de
instrumentenverlichting
te veranderen.
HELDERHEID – Bijstellen om
de helderheid te laten toe- of
afnemen.
KIJKHOEK – Bij DX units, voor
het aanpassen aan verschillende
zitposities.
CONTRAST – Bij EX units, laat
het contrast toe- of afnemen.
SPEC. EFFECT – Bij DX units,
zo nodig wijzigen.
N.B.: In landen waar gebruik van
de voertuigverlichting overdag
verplicht is, kan de DISPLAY-
instelling aan lokale
omstandigheden worden
aangepast.