TravelPilot / Navigation / Radio/CD Ford TravelPilot Bedienungsanleitung Notice d’emploi Gebruiksaanwijzing Operating instructions Nur zur Information! Datei wird nicht aktualisiert. http://www.blaupunkt.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ HÄNDLERSTEMPEL / CACHET DU CONCESSIONNAIRE / DEALERSTEMPEL / DEALER STAMP ○ ○ © Copyright 2003 ○ AUFKLEBER MIT RADIO-SERIENNUMMER KEYCODE HIER ANBRINGEN ○ COLLER ICI LE CODE DE SECURITE ET LE NUMERO DE SERIE DE LA RADIO ○ ○ BEVESTIG HIER DE STICKER MET DE RADIOKEYCODE/HET SERIENUMMER ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ AFFIX RADIO KEYCODE/SERIAL NUMBER LABEL HERE ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Inhoud Nuttige informatie Overzicht bedieningstoetsen 2 Systeembeveiliging 3 Radiofuncties 5 Algemene bediening 8 Radiobediening 14 Navigatie (DX units) 17 Navigatie (EX units) 31 Bediening CD-speler 46 Algemene instellingen 54 Afstandsbediening 57 Nieuwe CD-ROM’s aanschaffen 58 Inhoudsopgave 59 N.B.: Neem a.u.b.
In één oogopslag TravelPilot DX met rechthoekige toetsen TravelPilot DX met ronde toetsen TravelPilot EX NAV CD/AUX AM/FM BLAUPUNKT TravelPilot EX ESC TA ON ENTER OFF DEL BASS/TRE TIM FADE/BAL 2 MENU SEEK
Systeembeveiliging KEYCODE BEVEILIGING De meeste Ford audio-installaties hebben een unieke Keycode die moet worden ingevoerd voordat het systeem kan worden ingeschakeld. Deze code wordt gewoonlijk tijdens de afleveringsinspectie door de Ford dealer ingevoerd. Wanneer de accu werd losgekoppeld of de radio uit de auto werd verwijderd, moet eerst de Keycode worden ingevoerd voordat de audio-installatie weer kan worden ingeschakeld.
Systeembeveiliging Onjuiste Keycodes Wanneer u een onjuiste Keycode heeft ingevoerd en bevestigd, heeft u nog een aantal mogelijkheden om de juiste code in te voeren. • Bij de eerste en tweede poging geeft het display aan of de poging heeft gefaald en opnieuw heeft gefaald en kunt u de juiste code opnieuw invoeren, zoals hiervoor beschreven. • Na twee niet succesvolle pogingen wordt de installatie na elke volgende keer dat geen juiste Keycode wordt ingevoerd 60 minuten lang geblokkeerd.
Eigenschappen radiogedeelte RADIO DATA SYSTEM (RDS) De meeste radiostations op de FMband zenden extra codes uit met hun radiosignaal. Aan de hand van deze codes kunnen radio’s met de benodigde decoder meer informatie aan de luisteraar doorgeven. Dit systeem staat bekend als het Radio Data System (RDS).
Eigenschappen radiogedeelte Programmatype (PTY) Veel programma’s op de FM-band worden gecategoriseerd aan de hand van het type materiaal dat ze uitzenden. Deze classificatie heeft de vorm van een identificatienummer, dat gecodeerd wordt opgenomen in het radiosignaal. Daarom kan naar radiostations worden gezocht op basis van deze classificaties, zodat een bepaald type programma kan worden beluisterd.
Eigenschappen radiogedeelte Weergave van tijd en datum De informatie met betrekking tot tijd en datum wordt automatisch via het RDS in de audio-installatie bijgewerkt. In de meeste audioinstallaties kan dit niet handmatig worden gewijzigd of aangepast. Wanneer het systeem wordt aangezet, kan een reeks streepjes worden weergegeven totdat een RDS-signaal is ontvangen.
Algemene bediening AAN/UIT & VOLUME • Indrukken om audio-installatie in te schakelen. • Opnieuw indrukken om de installatie weer uit te schakelen. • Draaien om het volume van de actuele audiobron te laten toe- of afnemen. Het display geeft het geselecteerde volume weer. Met deze knop kan de installatie ook worden bediend tot maximaal een uur nadat de contactsleutel is verwijderd. N.B.
Algemene bediening AUDIO (alleen DX units) Druk op deze toets voor toegang tot het audio instelmenu. VERKEERSBERICHTEN (TA) • Druk op deze toets om de functie verkeersberichten in te schakelen. • Wanneer de audio-installatie is afgestemd op een geschikt radiostation, onderbreken verkeersberichten de normale ontvangst of de weergave van een CD met een vooraf ingesteld volume – zie Algemene instellingen. • TA verschijnt op het display.
Algemene bediening Afspelen • Druk bij terugkomst in uw auto op de TIM toets. • Druk op de soft key naast de woorden TIM INFO. • Opgenomen berichten worden als nummers opgeslagen. Gebruik de SEEK toetsen om vooruit of achteruit door de opgeslagen berichten te zoeken. • Druk op de ESC toets om een bericht te beëindigen en het TIM menu weer te activeren, of druk opnieuw op de TIM toets.
Algemene bediening ESC (ESCAPE) Druk op deze toets om een beeldschermpagina te verlaten, of een stap om terug te gaan in de menustructuur, of om een stap terug te gaan bij een navigatieaanwijzing. DEL (DELETE) (ALLEEN EX units) Druk op de DEL toets om een gemarkeerde menu-optie, of een bestemming, of een onjuist gespelde naam op het display te verwijderen.
Algemene bediening INGANGSAANSLUITING (AUX IN) De ingangsaansluiting is aangebracht in het dashboardkastje. Via deze aansluiting kan een extra apparaat zoals een draagbare MiniDisc- of MP3-speler worden aangesloten op de audio-installatie, zodat deze geluidsbronnen via de luidsprekers in de auto kunnen worden weergegeven. Om naar een extra apparaat te luisteren, moet met behulp van een conventionele 3,5 mm ‘hoofdtelefoonstekker’ in de aansluiting in het dashboardkastje worden gestoken.
Algemene bediening GOLFBAND KIEZEN DX units • Druk op de AM/FM toets. • Selecteer vervolgens de gewenste golfband door op de soft key naast het display te drukken. EX units • Druk op de AM/FM toets om FM1, FM2, AST, AM1 of AM2 te selecteren. Op het display wordt de geselecteerde golfband weergegeven. Deze toets kan ook worden gebruikt om weer op radioontvangst over te schakelen wanneer de CD modus is geselecteerd.
Bediening radio AFSTEMMEN OP STATIONS DX units • Druk op de SEEK toetsen om een voorkeuzestation op de geselecteerde golfband te lokaliseren. N.B.: Hiertoe moet het zoeken worden ingesteld op een dubbele pijl in het radio instellingenmenu. EX units • Druk op de MENU toets voor toegang tot het AM/FM INSTELLINGEN scherm. • Gebruik de soft key naast SEARCH (zoeken) om AUTO (automatisch) te selecteren en druk op de ESC toets om naar een normale beeldschermpagina terug te keren.
Bediening radio EX units • Druk op de MENU toets voor toegang tot het AM/FM INSTELLINGEN scherm. • Selecteer AUTO met de soft key naast SCAN en ieder radiostation op de geselecteerde golfband wordt een paar seconden weergegeven. • Druk op de ESC toets of de ENTER draaiknop om naar een geselecteerd radiostation te blijven luisteren.
Bediening radio • RDS OPTIES (indien van toepassing) – AF - Gebruik de soft key naast deze beeldschermpagina om deze functie in- of uit te schakelen. Als AF-ON is geselecteerd, evalueert de unit continu de signaalsterkte en wanneer een beter signaal beschikbaar wordt, schakelt de unit over op dat alternatieve signaal.
Navigatie (DX units) Probeer NIET ! het navigatiesysteem te gebruiken voordat u dit boek Ondanks het feit dat het ! mogelijk is tijdens het rijden meer gedetailleerde volledig hebt gelezen. Houd er bovendien rekening mee, dat diverse functies van het navigatiesysteem afhankelijk zijn van instellingen die eerst in het systeemgeheugen moeten worden ingevoerd. menu’s te kiezen, raden we u aan dit door een andere inzittende te laten doen.
Navigatie (DX units) Wanneer u navigatiemenu’s bekijkt: • Gebruik de ENTER draaiknop om een item op het display te selecteren. • Druk op de ENTER knop om uw selectie in te voeren. Indien u het verkeerde item hebt geselecteerd, druk dan op de ESC toets om terug te keren naar het vorige scherm, of druk opnieuw op NAV om terug te keren naar het hoofdnavigatiemenu. Indien alle beschikbare posities op de lijst niet gelijktijdig op het scherm kunnen worden weergegeven, verschijnt een pijl op het display.
Navigatie (DX units) Routepreferenties Druk in de navigatiemodus op de MENU toets en ga met de ENTER draaiknop de beeldschermpagina routepreferenties binnen. • ROUTE – Selecteer de kortste (SHORT) of snelste (FAST) routes, of selecteer de dynamische (DYN) optie. Er zijn ook opties voor het gebruik of vermijden van snelwegen, veerdiensten en tolwegen. N.B.
Navigatie (DX units) DOEL SELECTEREN Er zijn verschillende andere manieren om een routebeschrijving te verkrijgen als u eerder andere bestemmingen in het systeem hebt opgeslagen. Telkens wanneer u een nieuwe bestemming invoert, wordt deze in het systeemgeheugen opgeslagen tot er geen vrije ruimte meer is. Daardoor kunt u een bestemming uit het geheugen selecteren als eindpunt van uw route selecteren, ongeacht uw huidige positie.
Navigatie (DX units) Andere routeselectie-opties Is de plaats eenmaal bevestigd, dan kunt u met andere menuopties meer details aan uw bestemmingsselectie toevoegen. • STRAAT - Ga volgens dezelfde methode te werk om de gewenste straatnaam in te voeren. • KRUISPUNT - Ga volgens dezelfde methode te werk om een bepaald kruispunt te selecteren en in te voeren. • HUISNUMMER - Dit is niet beschikbaar in alle landen.
Navigatie (DX units) OFF ROAD Indien u zich tijdens het selecteren van een bestemming op een plek bevindt die niet door de gedigitaliseerde kaart van het systeem wordt beschreven, bijv. een parkeerplaats, wordt een gesproken boodschap weergegeven, dat u zich op een niet-geïdentificeerde positie bevindt. Het systeem zal dan toch de route berekenen door voor uw startpunt uit te gaan van de geografische breedte- en lengtecoördinaten die door de GPS satellieten zijn gerapporteerd.
Navigatie (DX units) Een tochtenlijst ordenen Gebruik om de volgorde van een tochtenlijst te veranderen de ENTER draaiknop om een opgeslagen doel te markeren. Een dubbele pijl verschijnt naast de keuze en met de ENTER draaiknop kan de plaats ervan worden veranderd. Druk op de draaiknop en houd deze ingedrukt om de nieuwe naam te bevestigen. Een bestemming uit een tochtenlijst wissen • Selecteer, om een tocht uit een tochtenlijst te wissen, DOEL WISSEN in het TOCHTENLIJST menu.
Navigatie (DX units) 1 2 A414 2.9 11:41 km 30.4km TP Radio 1 7 6 543 ROUTEDISPLAYS Nadat de routebegeleiding is gestart, verschijnt op het display: 1) De huidige straatnaam of naam van de volgende weg op de route. 2) Tijden afhankelijk van de gemaakte keuzes in het instelmenu. 3) Afstand tot de bestemming. 4) Naam van het geselecteerde radiostation of het CD-nummer. 5) TP toont het radiostation dat verkeersberichten uitzendt. 6) Afstand tot volgende afslag.
Navigatie (DX units) ROUTES WIJZIGEN Tenzij een passagier wijzigingen voor u kan doorvoeren, moet u de auto tot stilstand te brengen alvorens u de route zelf kunt wijzigen. Om verkeersopstoppingen of wegomleidingen te mijden, drukt u op de toets OMLEIDING om een alternatieve route te selecteren. Kies een van de volgende opties: • Routelijst wijzigen Selecteer deze optie om een gedeelte van een route te selecteren dat u wenst te mijden.
Navigatie (DX units) • File voor u Wanneer een verkeersbericht op de radio u waarschuwt voor verkeersdrukte op de route voor u, moet u bepalen hoe ver voor u van deze omstandigheden sprake is. Selecteer deze optie, draai vervolgens de draaiknop en selecteer VAN of NAAR en druk op de ENTER draaiknop om uw selectie te bevestigen. Verander vervolgens met de ENTER draaiknop uw start- of eindpositie en druk op de knop om uw selectie te bevestigen.
Navigatie (DX units) TMC gebruiken TMC stations worden op de FM band als FMC voorkeuzestations opgeslagen. Dit kan op twee manieren plaatsvinden: • Druk op de AM/FM toets en vervolgens op de soft key naast FMC op het display. Het toestel zoekt automatisch naar TMC stations en slaat deze op onder de voorkeuzetoetsen. • Selecteer het Route-opties menu (zie Systeeminstellingen) en selecteer de optie dynamisch (DYN). Het toestel stemt automatisch af op een TMC station als er een kan worden gevonden.
Navigatie (DX units) N.B.: De regie van de verkeersstaf van radiostations is verantwoordelijk voor de inhoud van TMC verkeersberichten. Om ervoor te zorgen dat alleen gegevens worden gebruikt die relevant zijn voor de huidige positie van uw auto, verwerkt de TMC functie alleen TMC berichten die van toepassing zijn op de omgeving binnen een straal van 100 km van uw huidige positie. POSITIEMARKERING Op elk gewenst punt kunt u uw huidige positie markeren. Dit punt wordt een waymark of positiemarkering genoemd.
Navigatie (DX units) OPGESLAGEN BESTEMMINGEN Snelle toegang Druk op de toets SNELLE TOEGANG voor de meest recente locaties die in het geheugen van het navigatiesysteem zijn opgeslagen. Selecteer de gewenste locatie en er wordt snel een route naar die bestemming berekend. N.B.: Deze functie is bijzonder nuttig om snel toegang te krijgen tot uw favoriete bestemmingen (bijv. uw huisadres).
Navigatie (DX units) • Selecteer GEH. BEWERKEN en kies een van de volgende opties: – DOEL OPSLAAN - om de huidige bestemming, of de laatst ingevoerde, in het geheugen op te slaan. Wanneer u daarom wordt gevraagd geeft u de bestemming een naam. – DOEL INVOEREN - hiermee kunt u een bestemming invoeren die niet direct nodig is voor routeplanning. U slaat hem alleen op in het geheugen om later te kunnen gebruiken. – DOEL WISSEN - hiermee kunt u alle of slechts een bestemming wissen. N.B.
Navigatie (EX units) Gebruik het navigatiesysteem NIET voordat u dit hoofdstuk volledig hebt gelezen. Houd er bovendien rekening mee, dat diverse functies van het navigatiesysteem afhankelijk zijn van instellingen die eerst in het systeemgeheugen moeten worden ingevoerd. ! N.B.: Indien de accu van de auto om wat voor reden dan ook wordt losgekoppeld, moet het navigatiesysteem - zodra de accu weer wordt aangesloten - opnieuw beschikbare satellieten opsporen.
Navigatie (EX units) Navigatiemenu’s bekijken: • Gebruik de soft keys of de ENTER draaiknop voor het selecteren en markeren van een item op het display. • Druk op de ENTER draaiknop om uw selectie te bevestigen. Indien u het verkeerde item hebt geselecteerd, druk dan op de ESC toets om terug te keren naar het vorige scherm, of druk opnieuw op NAV om terug te keren naar het hoofdnavigatiemenu.
Navigatie (EX units) ROUTE-OPTIES • Druk op de MENU toets voor toegang tot het NAV INSTELLINGEN menu. • Gebruik de soft keys om functies in of uit te schakelen, of om opties uit de volgende instellingen te selecteren: – ROUTE - dit bepaalt of uw berekende routes de snelste (FAST), de kortste naar afstand (SHORT), of dynamisch (DYNAMICALLY) zijn.
Navigatie (EX units) DOEL SELECTEREN Voer uw route-opties in en het REISDOELEN menu biedt verschillende manieren om de gewenste bestemming te bepalen. Nadat een bestemming is ingevoerd, berekent het navigatiesysteem uw route wanneer u op de ENTER draaiknop drukt. Indien de bestemming berekend kan worden, geeft het display ENTER=START GUIDANCE (ENTER = START ROUTEBEGELEIDING) aan. Druk op de ENTER draaiknop om routebegeleiding te laten beginnen.
Navigatie (EX units) – REISGIDS – Voor gebruik in combinatie met gespecialiseerde reisgidsen. Deze optionele CD-gidsen kunnen afzonderlijk worden aangeschaft en bevatten gedetailleerde informatie over hotels, restaurants, toeristische attracties, golfbanen, enz. Raadpleeg de aantekeningen op de binnenzijde van de achteromslag voor meer informatie over het verkrijgen van nieuwe CD’s. – SIMULATIE - Selecteert een gesimuleerde route voor demonstratie doeleinden. – POSITIE HAND.
Navigatie (EX units) Een stad selecteren • Gebruik de soft key naast STAD, waarna op het scherm een toetsenbord verschijnt. • Draai de ENTER draaiknop om de letters van de plaatsnaam te selecteren. Zodra een afzonderlijke letter wordt geselecteerd, wordt deze gemarkeerd. • Indien er extra speciale tekens voor vreemde talen beschikbaar zijn, maar deze niet op het display worden weergegeven, kies dan het op/neer pijlsymbool om de ontbrekende tekens op het scherm te laten verschijnen.
Navigatie (EX units) • BIJZONDERE DOELEN – Nog meer selecties worden geboden door een functie met de naam Places of Interest (P.O.I.). Deze bestaan uit parkeergelegenheden, tankstations, ziekenhuizen, snelwegen, Ford dealers, enz. Met behulp van de ENTER draaiknop kunnen de volgende gebieden als BIJZ. DOELEN worden geselecteerd: – LAATST BEREKENDE OMGEVING - Bijzondere locaties bij de geselecteerde bestemming.
Navigatie (EX units) Een reis plannen • Druk op de soft key naast EXTRA in het menu REISDOELEN. • Druk op de soft key naast TOCHTENLST. • Een lijst van eerder in het geheugen opgeslagen bestemmingen wordt weergegeven. Gebruik de ENTER draaiknop voor het selecteren en invoeren van een bestemming, of de soft key selectie die naast de volgende drie opties wordt geboden: – ADD - Gebruik deze optie voor het toevoegen van een nieuwe bestemming.
Navigatie (EX units) 11 1 2 3 4 5 VOLGENDE WEG 01:45 123 KM ANTENNE 1 200 M 23:45 STOP NAV N 10 9 8 7 6 ROUTEDISPLAYS Zodra de routebegeleiding is gestart, verschijnt een actief navigatiedisplay. Met behulp van de soft keys kunt u zo nodig het systeem bijstellen. 1) Huidige straatnaam of naam van de volgende weg op de route. 2) Richting voor het volgende gedeelte van de route. 3) Afstand tot volgende afslag (vorderingsbalk). 4) Tijden afhankelijk van de gemaakte keuzes in het instelmenu.
Navigatie (EX units) ROUTES WIJZIGEN Tenzij een passagier deze wijzigingen voor u kan doorvoeren, dient u de auto tot stilstand te brengen alvorens u de route zelf kunt wijzigen. Om verkeersopstoppingen of wegomleidingen te mijden, drukt u op de toets OMLEIDING om een alternatieve route te selecteren. Kies een van de volgende opties: • Routelijst wijzigen Selecteer deze optie om een gedeelte van een route te selecteren dat u wenst te mijden.
Navigatie (EX units) • File voor u Indien een verkeersbericht u waarschuwt voor druk verkeer voor u, moet u een omleiding selecteren die het routegedeelte mijdt waar zich de verkeersopstopping bevindt. Kies FILE VOOR U en draai de ENTER knop om het routegedeelte te selecteren dat u op wenst te mijden. Druk nogmaals op dezelfde knop om uw selectie te bevestigen. Er wordt een aangepaste route berekend die de betreffende omgeving mijdt.
Navigatie (EX units) TMC gebruiken Druk, nadat navigatiemodus is geselecteerd, op de MENU toets voor toegang tot de navigatieinstellingen en kies dynamisch (DYN) uit de routecriteria-opties. Een display op het scherm vraagt of een TMC station gewenst is. Kies JA, waarna de installatie het volume dempt. Vervolgens zoekt de installatie automatisch naar een radiostation dat TMC signalen uitzendt en stemt daarop af. Indien een geschikt station is gevonden, verschijnt TMC op het display.
Navigatie (EX units) • Gebruik de ENTER draaiknop om de locatie te selecteren en in te voeren en om de routebegeleiding te starten. • Druk kort op de toets POSITIEMARKEREN, het positiemarkeringgeheugen verschijnt op het display en de vijf opgeslagen posities worden weergegeven. Nadat de soft key naast het scherm met de POSITIEMARKERING is ingedrukt, wordt de huidige positie opgeslagen zoals hierboven is beschreven. N.B.
Navigatie (EX units) N.B.: Het handmatig gesorteerde hoofdgeheugen is uitermate handig voor het beschikbaar houden van uw favoriete bestemmingen (bijv. uw thuisadres) voor snelle toegang; deze bestemmingen kunnen namelijk verplaatst en opgeslagen worden in de door u gewenste volgorde.
Navigatie (EX units) Alfabetisch gesorteerde bestemmingen Ga als volgt te werk voor het vinden en selecteren van een in het geheugen opgeslagen bestemming in een alfabetische lijst: • Gebruik uit het menu REISDOELEN de soft key naast A-Z SORT voor toegang tot deze functie, waarna de lijst binnen enkele seconden wordt gesorteerd. • Soft key opties op het scherm omvatten ADD, HERNOEMEN en LAST 15. – Gebruik de soft key naast ADD om een nieuwe bestemming toe te voegen.
Bediening CD-speler Uw audio-installatie kan ook audio-CD’s afspelen, maar bij DX units kunnen de navigatiefuncties niet worden gebruikt wanneer het magazijn een audio-CD bevat. U kunt alleen van beide functies tegelijkertijd gebruikmaken wanneer een CD-wisselaar is gemonteerd. Breng een audio CD of bij EX units een audio CD of een CD/ MP3bestand aan; het afspelen start automatisch. Druk tijdens radio-ontvangst op de CD toets om het afspelen te starten van een reeds in de installatie aangebrachte CD.
Bediening CD-speler – PROGRAM - Selecteer deze functie om de volgorde van de nummers te programmeren en op te slaan in een door u gewenste volgorde. Volg de display- opties op en telkens wanneer de CD wordt afgespeeld, zal dat in de door u gewenste afspeelvolgorde plaatsvinden en kan met behulp van het PROGRAM menu (alleen voor CDinstellingen) worden gestart. – NAAM - Selecteer deze functie om een CD die in de audioinstallatie is aangebracht een naam te geven.
Bediening CD-speler Wanneer u uw nummers in een bepaalde volgorde wilt afspelen, plaats dan met de brandersoftware de nummers in alfabetische volgorde. Wanneer de software niet over deze functie beschikt, sorteer dan de bestanden handmatig door voor iedere bestandsnaam een nummer te plaatsen (bijv. ‘001’, ‘002’, enz.) — u moet ook de nullen vooraan invoegen.
Bediening CD-speler MP3 browse modus (alleen enhanced MP3 modus) In deze modus is het mogelijk een complete MP3 CD te verkennen zoals in Windows Explorer en om een andere directory of een ander bestand te selecteren terwijl u naar een MP3 bestand luistert. In deze modus, worden namen van directories en bestandsnamen weergegeven in plaats van de ID3 tag informatie. Terwijl een MP3 afspeelscherm wordt weergegeven: • Druk op soft key een om een hogere directory te selecteren.
Bediening CD-speler Afspeelvolgorde MP3 bestanden ROOT Directory 1.1 Directory 2.1 Directory 3.1 Directory 3.2 Bestand 01 Bestand 02 Bestand 03 Bestand 01 Bestand 02 Bestand 03 3 Bestand 01 Bestand 02 Bestand 03 4 Bestand 01 Bestand 02 Bestand 03 6 Bestand 01 Bestand 02 Bestand 03 7 Bestand 01 Bestand 02 Bestand 03 8 Bestand 01 Bestand 02 Bestand 03 9 Bestand 01 Bestand 02 Bestand 03 11 2 Directory 2.2 Directory 3.3 Directory 3.4 Bestand 01 Bestand 02 Bestand 03 5 Directory 1.
Bediening CD-speler ... 12 Afspeelvolgorde MP3 bestanden \Bestand 01 \Bestand 02 \Bestand 03 \Directory 1.1\Directory 2.1\Bestand 01 \Directory 1.1\Directory 2.1\Bestand 02 \Directory 1.1\Directory 2.1\Bestand 03 \Directory 1.1\Directory 2.1\Directory 3.1\Bestand 01 \Directory 1.1\Directory 2.1\Directory 3.1\Bestand 02 \Directory 1.1\Directory 2.1\Directory 3.1\Bestand 03 \Directory 1.1\Directory 2.1\Directory 3.2\Bestand 01 \Directory 1.1\Directory 2.1\Directory 3.2\Bestand 02 \Directory 1.1\Directory 2.
Bediening CD-speler CD’s IN CD-WISSELAAR PLAATSEN • Druk licht op de klep van de CDwisselaar. De klep opent zodra u deze loslaat. • Druk op de uitwerptoets en verwijder het magazijn. • Plaats losse CD’s, met het label naar boven gekeerd, in de sleuven van het magazijn totdat de CD’s vastklikken. Plaats niet meer dan één CD in elke sleuf. Een CD verwijderen Trek de lade naar buiten waarin zich de CD bevindt en verwijder de CD.
Bediening CD-speler Afspeelopties Terwijl de CD-wisselaar is geselecteerd: • DX units – druk op de CD/C toets voor toegang tot het wisselaar menu. • EX units – druk op de MENU toets voor toegang tot het wisselaar menu. • Met behulp van de soft keys kunt u een optie bijstellen. – SCAN - Voor het afspelen van de eerste paar seconden van elk nummer. Om naar een nummer te blijven luisteren drukt u op ESC. – MIX - Voor het afspelen van CD nummers in willekeurige volgorde.
Algemene instellingen U krijgt toegang tot de diverse algemene instellingen en kunt deze veranderen door meerdere keren op de MENU toets te drukken. De beschikbare instelling verschijnen op het display. DX units • Gebruik de ENTER draaiknop om instellingen te selecteren, te veranderen en op te slaan. EX units • Gebruik de soft keys naast de instellingen die moeten worden gewijzigd.
Algemene instellingen VOLUME INSTELLEN • APP. AAN – Bij DX units, hiermee stelt u het volume in voor wanneer de audioinstallatie wordt aangezet. • NAVI-MIN – Bij DX units, hiermee stelt u het minimum volume van de gesproken aanwijzingen bij routebegeleiding in. • NAV DIFF – Bij EX units, hiermee wordt het volumeverschil tussen de gesproken aanwijzingen bij routebegeleiding en het normale geluidsvolume van de audioinstallatie vergroot of verkleind.
Algemene instellingen KLOKINSTELLINGEN • KLOK INSTELLEN – TIJD - Bij EX units, om de tijd voor- of achteruit te zetten. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer geen GPS signaal kan worden ontvangen. Op andere momenten wanneer een GPS signaal wordt ontvangen, wordt de tijd automatisch ingesteld en worden eerdere instellingen overschreven. – TIJDZONE - Stelt de tijdzone in. – ZOMER - Stelt de zomertijd in. – OPMAAK - Stelt de 12 of 24 uur cyclus in.
Afstandsbediening Met de afstandsbediening kunnen bepaalde functies van de audioinstallatie worden bediend zonder dat u de handen van het stuurwiel hoeft te nemen. Volumeregeling Met de VOL tuimelschakelaar kunt u het volume van elke audiobron laten toe- of afnemen. Zoeken De SEEK (ZOEKEN) schakelaar kan naar het instrumentenpaneel worden bewogen voor vooruit zoeken, of naar het stuurwiel worden getrokken voor achteruit zoeken.
Nieuwe CD-ROM’s aanschaffen De CD’s met navigatiedata worden gedistribueerd door Tele Atlas. Update CD’s kunnen on-line worden gekocht, terwijl informatie over andere producten die met dit systeem gebruikt kunnen worden, kunnen worden besteld via de website van de firma – www.navshop.com. Wilt u op de hoogte blijven van up to date gebrachte CD’s of van nieuwe navigatiefuncties, meld u dan aan bij Tele Atlas zodra u uw navigatie-CD ontvangt. Stuur uw aanmelding via e-mail naar service.centre@teleatlas.
Inhoudsopgave A Aan/uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Afstandsbediening . . . . . . . . . . . 57 Afspeelopties CD’s . . . . . . . . . . . 46 Alternatieve Frequenties (AF) . . 5 AutoStore . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 B Bestemming selecteren, DX . . . 20 Bestemming selecteren, EX . . . 34 C CD in CD-wisselaar afspelen . . 52 CD in CD-wisselaar aanbrengen . 52 CD-nummers selecteren . . . . . . 46 CD’s uitwerpen . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Routedisplays, DX . . . . . . . . . . . 24 Routedisplays, EX . . . . . . . . . . . 39 Route-opties, DX . . . . . . . . . . . . 18 Route-opties, EX . . . . . . . . . . . . 33 Routeselectie, DX . . . . . . . . . . . 20 Routeselectie, EX . . . . . . . . . . . . 35 Routes wijzigen, DX . . . . . . . . . 25 Routes wijzigen, EX . . . . . . . . . 40 S Stationsafstemming . . . . . . . . . . 14 Systeemcontroles . . . . . . . . . . . . 56 T Talen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Telefoon .
61
62
63
64
Blaupunkt GmbH 06/03 CM/PSS 8 622 403 685 A (D/F/NL/GB) /