Operation Manual

12
Het instellingenmenu voor de navigatie wordt weer-
gegeven.
Druk op de knop , om de tweede pagina weer
te geven.
Druk op Route Settings (Route-Instellingen).
De route-instellingen worden weergegeven.
Wijzig eventueel de instellingen.
Druk net zo vaak op Back (Terug) totdat het naviga-
tiemenu weer wordt weergegeven.
Routeopties tijdens de routegeleiding veranderen
Druk tijdens een routegeleiding op de knop
.
Druk op Route Settings (Route-Instellingen).
De route-instellingen worden weergegeven.
Wijzig eventueel de instellingen.
Druk op Back (Terug).
De routegeleiding wordt weer getoond.
Kaartinstellingen
Met de kaartinstellingen kunt u de weergavemodus (2D
of 3D), de kijkhoek van de kaart, de kleuren alsmede de
weergave van gebouwen en oriëntatiepunten op de
kaart instellen. Daarnaast kunt u voor categorieën van
bijzondere bestemmingen instellen of deze op de kaart
moeten worden weergegeven, bijv. garages, cafés, res-
taurants.
Roep het navigatiemenu op.
Druk op de knop
.
Het instellingenmenu voor de navigatie wordt weer-
gegeven.
Druk op de knop , om de tweede pagina weer
te geven.
Druk op Map Settings (Kaartinstellingen).
De kaartinstellingen worden weergegeven.
Wijzig eventueel de instellingen.
Druk net zo vaak op Back (Terug) totdat het naviga-
tiemenu weer wordt weergegeven.
Opmerking:
U kunt de kaartinstellingen ook tijdens de routege-
leiding veranderen:
Druk tijdens een routegeleiding op de knop
.
Druk op Map Settings (Kaartinstellingen).
De kaartinstellingen worden weergegeven.
Wijzig eventueel de instellingen.
Druk op Back (Terug).
De routegeleiding wordt weer getoond.
Navigatie