Operation Manual
90
Diefstalbeveiliging CODE
Het apparaat is ter beveiliging tegen
diefstal uitgerust met een viercijferig
codenummer. Dit nummer moet altijd
worden ingevoerd wanneer het appa-
raat van de bedrijfsspanning van de
auto afgesloten is geweest. Het opvra-
gen van de code is van fabriekswege
niet actief, maar kan worden geacti-
veerd. Het codenummer vindt u in de
radiopas bij het apparaat.
Let op:
Bewaar de radiopas niet in de auto!
Code activeren / deactiveren
Om de codering in resp. uit te schake-
len gaat u als volgt te werk:
➮ Schakel het apparaat uit met toets
4.
➮ Houd de voorkeuzetoetsen 1 en 4
@ tegelijk ingedrukt.
➮ Blijf de voorkeuzetoetsen ingedrukt
houden en schakel het apparaat in
met toets 4.
➮ Blijf de voorkeuzetoetsen 1 en 4
@ ingedrukt houden totdat “BLAU”
- “PUNKT” op het display ver-
schijnt.
➮ Laat de voorkeuzetoetsen los.
De codering is geactiveerd.
➮ Ga voor het deactiveren van de
code precies zo te werk. Om te
voorkomen dat onbevoegden de
code deactiveren wordt u aanslui-
tend gevraagd het codenummer in
te voeren.
Codenummer invoeren
➮ Schakel het apparaat in.
Op het display verschijnt “CODE” en
vervolgens “0000”.
➮ Druk zo vaak op voorkeuzetoets
1 @ dat het eerste cijfer van uw
codenummer op het display ver-
schijnt.
➮ Druk zo vaak op voorkeuzetoets
2 @ dat het tweede cijfer van uw
codenummer op het display ver-
schijnt.
➮ Druk zo vaak op voorkeuzetoets
3 @ dat het derde cijfer van uw
codenummer op het display ver-
schijnt.
➮ Druk zo vaak op voorkeuzetoets
4 @ dat het vierde cijfer van uw
codenummer op het display ver-
schijnt.
➮ Wanneer het juiste codenummer
op het display wordt weergegeven,
drukt u op de
-toets >.
Let op:
Wanneer het codenummer driemaal
onjuist is ingevoerd, moet een wacht-
tijd van een uur worden aangehouden.
Op het display verschijnt “WAIT 1H”.
Tijdens de wachttijd moet het apparaat
ingeschakeld zijn.
DIEFSTALBEVEILIGING










