Operation Manual
112
Equalizer
Dit apparaat beschikt over een twee-
bands-equalizer met variabele frequen-
tie. In het gebied “LOW EQ” kan het ni-
veau (GAIN) van een frequentie worden
ingesteld tussen 60 en 100 Hz.
In het gebied “HIGH EQ” kan het niveau
voor een frequentie worden ingesteld
tussen 10.000 en 17.500 Hz. Zo kun-
nen de klankeigenschappen in de auto
doorslaggevend worden beïnvloed.
Aanwijzingen voor de instelling
Wij adviseren u om een bij u bekende
cassette of cd (indien cd-wisselaar aan-
gesloten) te gebruiken voor het instel-
len.
Zet voordat u de equalizer instelt de in-
stellingen voor klankkleur en volumever-
houding op nul en deactiveer de loud-
ness. Lees hiervoor het hoofdstuk
“Klankkleur en volumeverhouding”.
➮ Beluister de cassette of cd.
➮ Beoordeel de klankindruk volgens
uw eigen voorstelling.
➮ Lees nu de informatie onder
“Klankindruk” in de tabel “Instelhulp
voor de equalizer”.
➮ Stel de waarden voor de equalizer
in zoals beschreven onder “Maatre-
gel”.
Equalizer in- en uitschakelen
➮ Om de equalizer in en uit te scha-
kelen houdt u toets EQ < inge-
drukt totdat EQ op het display ver-
licht is en kort “EQ ON” wordt weer-
gegeven.
➮ Om de equalizer uit te schakelen
houdt u toets EQ < ingedrukt tot-
dat EQ van het display verdwijnt en
kort “EQ OFF” wordt weergegeven.
Equalizer instellen
➮ Druk op de EQ-toets <.
Op het display verschijnt “LOW EQ”.
➮ Kies de equalizer-band “LOW EQ”
of “HIGH EQ” met toets
of :.
➮ Stel het niveau (GAIN) in met toets
of :.
➮ Kies het frequentiegebied met
toets
of :.
➮ Om de volgende frequentie te kie-
zen drukt u eerst op toets OK ;
en dan op de
-toets :.
➮ Wanneer alle instellingen uitge-
voerd zijn, drukt u op de EQ-toets
<.
EQUALIZER