Operation Manual

Table Of Contents
98
Brood en broodjes
Verwarm de oven voor om het brood te bereiden, behalve
wanneer anders aangegeven wordt.
Doe nooit water in de warme oven.
Suggesties en praktische tips voor het
bakken
Brood en broodjes Toebehoren Hoogte Verhit-
tingstype
Temperatuur
in °C
Duur
in minuten
Gistbrood met 1,2 kg meel Standaardplaat 2
%
270
200
8
35-45
Zuurdesembrood met 1,2 kg
meel
Standaardplaat 2
%
270
200
8
40-50
Broodcake Standaardplaat 2
%
270 15-20
Broodjes (niet voorverwarmen) Standaardplaat 3
%
200 20-30
Zoete broodjes van gistdeeg Standaardplaat 3
%
180-200 15-20
Standaardplaat + bakplaat 3+1
150-170 20-30
U kunt desgewenst een eigen recept gebruiken. U kunt zich oriënteren door een soortgelijk product in de kooktabel.
Manier om te controleren of de taart van geklopt
deeg al gaar is.
Prik ongeveer 10 minuten voor het verstrijken van de in het recept aangeduide
baktijd met een houten prikker in het hoogste punt van het gebak . Als de prik-
ker er schoon uitkomt, zonder deegresten, dan is de taart gaar.
De taart is ingezakt of niet gerezen. Gebruik de volgende keer minder vloeistof of selecteer een baktemperatuur van
10 graden lager. Houd u aan de in het recept aangegeven tijd voor het kloppen
van deeg.
De taart is in het midden goed gerezen, maar
aan de zijkanten minder hoog.
Vet de bakvorm niet in. Haal de taart, als hij gaar is, voorzichtig uit de bakvorm
met behulp van een mes.
De taart is te bruin aan de bovenkant. Zet de taart lager in de oven, selecteer een lagere baktemperatuur en laat hem
langer bakken.
De taart is te droog. Prik verschillende keren met een prikker in de taart als hij klaar is. Sprenkel een
paar druppels citroensap of alcoholische drank op de taart. Selecteer de vol-
gende keer een baktemperatuur van 10 graden hoger en verminder de baktijd.
Het brood of banket (bijvoorbeeld kwarktaart)
zien er van buiten goed uit, maar zijn van binnen
klef (vochtig, met natte gedeeltes).
Gebruik de volgende keer minder vloeistof en laat het product langer in de oven
staan, op een lagere temperatuur. Bak bij taarten met een sappige bekleding
eerst de bodem. Strooi vervolgens gehakte amandelen of paneermeel over de
bodem van de taart alvorens de vulling er op te doen. Volg de aanwijzingen van
het recept en de baktijden op.
De gebakjes zijn op onregelmatige manier
gebakken.
Door een lagere temperatuur te selecteren wordt het gebak gelijkmatiger. Bak
fijne gebakjes met boven- en onderwarmte
% op een niveau. Bakpapier dat bui-
ten de rand uitkomt heeft ook invloed op de luchtcirculatie. Knip het altijd pre-
cies op de maat van de bakplaat.
De vruchtentaart is te licht van kleur aan de
onderzijde.
Zet de volgende keer het gebak een niveau lager.
Het sap loopt er uit. Gebruik de volgende keer de braadslede indien deze beschikbaar is.
Kleine gebakjes met gist kunnen aan elkaar kle-
ven tijdens het bakken.
Laat een ruimte van 2 cm tussen de gebakjes. Zo hebben ze voldoende ruimte
om uit te zetten en aan alle zijden goudbruin te bakken.
Er is op verschillende niveaus gebakken. Op de
bovenste bakplaat zijn de gebakjes donkerder
dan op de onderste.
Gebruik om op verschillende niveaus te bakken altijd de hete lucht 3D
. Ook
al worden er verschillende bakplaten tegelijk gebruikt, wil dat niet zeggen dat
deze op hetzelfde moment klaar zijn.
Bij het bakken van sappige taarten komt er con-
dens vrij.
Tijdens het bakken kan er waterdamp ontstaan. Een gedeelte van deze damp
wordt afgevoerd via het handvat van de ovendeur, waarbij op het bedieningspa-
neel of aan de voorzijde van de meubels naast de oven waterdruppels te zien
zijn. Dit is natuurkundig bepaald.