Operation Manual

Table Of Contents
83
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in.
Is er een verwarmingsmethode ingesteld, dan verschijnt
AA op
het display.
Sensors en indicatiepaneel
Met de sensors kunnen verschillende functies worden
afgesteld. Op het indicatiepaneel verschijnen de ingestelde
waarden.
Op het indicatiepaneel gaat het symbool branden dat
overeenstemt met de tijdfunctie die in werking is.
Toetsen voor het wijzigen van de ingestelde
standen
Met de toetsen @ of A kunnen alle vooraf ingestelde en
aanbevolen standen worden veranderd.
@ = De ingestelde standen verhogen.
A = De ingestelde standen verlagen.
Symbool van verhitting
Terwijl de oven verhit, blijft het symbool
s op het indicatiepaneel
branden. Wanneer de oven het optimale moment bereikt heeft
voor het invoeren van het voedsel en de temperatuur behoudt,
dan dooft het symbool
s uit.
Op de grill- en reinigingsniveaus licht het symbool
s niet op.
Binnenzijde van de oven
Het lampje bevindt zich binnenin de oven. Een ventilator
vermijdt dat de oven te heet wordt.
Lampje
Het ovenlampje blijft branden terwijl de oven in werking is. De
lamp gaat uit als er temperaturen tot 60 ºC worden ingesteld,
en ook tijdens de automatische reiniging. Hiermee is een
optimale precisieafstelling mogelijk.
De lamp kan echter ook aangaan als de oven uit staat met de
functieknop in stand
N.
Ventilator
De ventilator gaat zonodig aan of uit. De warme lucht ontsnapt
via de bovenzijde van de deur. Opgelet! Bedek de
ventilatieopening niet. De oven kan anders oververhit raken.
Nadat de oven is uitgezet blijft de ventilator nog een bepaalde
tijd werken, zodat de oven sneller afkoelt.
Stand Gebruik
Û
Nulstand De oven is uitgeschakeld.
J
Snel voorver-
warmen
De oven bereikt zeer snel de ingestelde
temperatuur.
3D-hetelucht Voor taart en gebak. Bakken op drie
niveaus is mogelijk. Een ventilator aan de
achterwand van de oven verdeelt de
warmte gelijkmatig in de binnenruimte.
Hetelucht
eco*
Voor taart, gebak, diepvriesproducten,
vlees en vis op één niveau, zonder voorver-
warmen. De ventilator verdeelt de warmte
gelijkmatig in de binnenruimte en zorgt zo
voor een optimaal energieverbruik.
%
Boven- en
onder-
warmte*
Voor taart en gebak, ovenschotels en
magere braadstukken, bijv. rund of wild, op
één niveau. De warmte komt van boven en
van onderen.
œ
Pizzastand Voor de snelle bereiding van diepvriespro-
ducten zonder voorverwarmen, bijv.
pizza's, frites of bladerdeeggebak. De
warmte komt van onderen en van de venti-
lator aan de achterwand van de oven.
#
Circulatiegril-
len
Voor het bakken en braden van vlees,
gevogelte en vis. Grillelement en ventilator
schakelen afwisselend in en uit. De ventila-
tor verdeelt de hitte gelijkmatig rondom de
gerechten.
$
Grill, groot Voor het grillen van steaks, worstjes, snee-
tjes brood en stukjes vis. Het hele opper-
vlak onder het grillelement wordt heet.
%
Grill, klein Voor het grillen van kleine hoeveelheden
steaks, worstjes, toast en vis. Het middel-
ste deel van het grillelement wordt heet.
$
Onderwarmte Voor het inkoken, nabakken of -roosteren.
De warmte komt van onderen.
V
Zelfreiniging Automatische reiniging van de binnen-
ruimte. De oven wordt opgewarmd tot het
vuil verbrandt.
N
Licht Voor het inschakelen van de ovenlamp in
de binnenruimte.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN60350.
Sensor Functie van de sensor
ºC Temperatuur Selecteer de temperatuur en het
grillniveau of de reiniging.
0
Tijdfuncties
Selecteren van de kookwekker
V,
de duur van de baktijd
x, de
eindtijd
y en de tijd 0.
A
Lager Verlagen van de geprogram-
meerde waarden.
@
Hoger Verhogen van de geprogram-
meerde waarden.
Bereiken
30-270 Temperatuurbe-
reik
Temperatuur in de binnenruimte
in°C.
1-3 Grillstanden
Grilstanden voor Grill, klein
% en
Grill, groot
$.
1 = stand 1, licht
2 = stand 2, gemiddeld
3 = stand 3, sterk
Reinigingsstan-
den
Reinigingsstanden voor de zelfrei-
niging V
1 = stand 1, licht
2 = stand 2, gemiddeld
3 = stand 3, sterk
1 s - 23:59 h Bereidingstijd
1 s - 23:59 h Tijd van de tijdschakelklok.