Operation Manual
Voor u in onze kookstudio uitgetest.        nl
25
Gevogelte, vlees en vis
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor 
het klaarmaken van gevogelte, vlees en vis. In de 
insteltabellen vindt u voor enkele gerechten optimale 
instellingen.
Braden op het rooster
Het braden op het rooster is bijzonder geschikt voor 
groot gevogelte of meerdere stukken tegelijk.
Leg de te grillen stukken rechtstreeks op het rooster. 
Als u één stuk vlees wilt grillen, kunt u dit het beste in 
het midden van het rooster leggen.
Plaats ook de braadslede op hoogte 1. Het vleessap 
wordt opgevangen en de binnenruimte blijft schoon. 
Giet afhankelijk van de grootte en het soort vlees tot ^ 
liter water in de braadslede. Vrijkomende vloeistof wordt 
opgevangen. Van dit braadvocht kunt u een saus 
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de 
binnenruimte schoner.
Braden in vormen
:Waarschuwing – Risico van letsel door barstend 
glas! 
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is 
de ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
:Waarschuwing – Risico van verbranding! 
Wanneer het deksel na de bereiding wordt afgenomen 
kan er zeer hete stoom vrijkomen. Til het deksel aan de 
achterkant op, zodat de hete stoom van het lichaam af 
naar buiten gaat.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de oven. 
Vormen van glas zijn het meest geschikt. Controleer of 
de vorm in de binnenruimte past.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium 
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor 
niet zo geschikt. Gevogelte, vlees en vis wordt 
langzamer gaar en minder bruin. Houd een hogere 
temperatuur en/of langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de 
braadvorm.
Open vorm 
Voor het klaarmaken van gevogelte, vlees en vis kunt u 
het beste een hoge vorm gebruiken. Plaats de vorm op 
het rooster. Wanneer u geen geschikte vorm heeft, kunt 
u de braadslede gebruiken.
Gesloten vorm 
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten 
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel past en 
goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Gevogelte, vlees en vis kunnen ook in een gesloten 
braadslede knapperig worden. Gebruik hiervoor een 
braadslede met glazen deksel en stel een hogere 
temperatuur in.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen 
gesloten. Nooit grillen terwijl de apparaatdeur geopend 
is.
Leg het te grillen stuk op het rooster. Plaats bovendien 
de braadslede, met de schuine kant naar de 
apparaatdeur, ten minste één inschuifhoogte eronder. 
Zo wordt afdruipend vet opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer 
dezelfde dikte en hetzelfde gewicht. Dan worden ze 
gelijkmatig bruin en blijven lekker mals. Leg de te 
grillen stukken rechtstreeks op het rooster.
Keer ze met een grilltang. Wanneer u met een vork in 
het vlees prikt, verliest het sap en wordt het droog.
Bestrooi vlees pas na het grillen. Zout onttrekt water 
aan het vlees.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en 
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt, 
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
■ Plaats de bakplaat of de braadslede bij het grillen 
niet hoger dan op inschuifhoogte 3. Door de sterke 
hitte vervormen ze en bij verwijdering kunnen ze de 
binnenruimte beschadigen.
Braadthermometer
Afhankelijk van de versie van uw apparaat beschikt u 
over een braadthermometer. Met de braadthermometer 
kunt u exact garen. Lees de belangrijke instructies voor 
het gebruik van de braadthermometer na in het 
betreffende hoofdstuk. U vindt daar gegevens over het 
insteken van de braadthermometer, de mogelijke 
verwarmingsmethoden en verdere informatie. 
Aanbevolen instelwaarden
De instelwaarden gelden voor ongevuld vlees, 
braadklaar gevogelte en vlees en vis op 
koelkasttemperatuur, die in de onverwarmde 
binnenruimte worden geplaatst.
In de tabel vindt u gegevens voor gevogelte, vlees en 
vis en voorgestelde gewichten. Wilt u zwaarder 
gevogelte, vlees of vis bereiden, gebruik dan in elk 
geval de lagere temperatuur. Om bij meerdere stukken 
de bereidingsduur te bepalen dient u uit te gaan van het 
gewicht van het zwaarste stuk. De stukken dienen 
ongeveer even groot te zijn.
Hoe groter het gevogelte, het vlees of de vis, des te 
lager de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Gevogelte, vlees en vis na ca. ^ tot Z van de 
opgegeven tijd keren.
Gevogelte
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo 
kan het vet weglopen.
Snijd bij eendenborst het vel in.Keer de eendenborst 
niet.
Voeg wat vloeistof toe aan het gevogelte in de pan. De 
bodem van de vorm dient ca. 1-2 c€m bedekt te zijn.
Let er bij het keren van gevogelte op dat eerst de 
borstzijde resp. de kant van het vel onder ligt.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het 
tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met 
boter, zout water of sinaasappelsap.










