Operation Manual
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Als u de hoofdletters van de tekst wilt handhaven zoals u deze typt, wijzigt u het veld Gebruik in Opgegeven hoofdlettergebruik.
• Als u het hoofdlettergebruik van de tekst wilt bepalen op basis van de context, wijzigt u het veld Gebruik in SmartCase.
7. Wijzig de taal in het veld Taal.
8. Druk op de toets > Opslaan.
Een AutoTekst-fragment wijzigen of verwijderen
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Typen en invoer > Woordvervanging.
3. Markeer een AutoTekst-fragment.
4. Druk op de toets
.
• Klik op Bewerken als u het AutoTekst-fragment wilt bewerken. Wijzig het fragment. Druk op de toets > Opslaan.
• Klik op Verwijderen als u het AutoTekst-fragment wilt verwijderen.
Een AutoTekst-wijziging ongedaan maken
Als de functie AutoTekst een woord wijzigt dat u niet wilt wijzigen, kunt u de wijziging ongedaan maken.
Om een AutoTekst-wijziging ongedaan te maken tijdens het typen, drukt u twee keer op de toets .
Sneltoetsen voor het toetsenbord op het aanraakscherm
Afhankelijk van de invoertaal die u gebruikt, zijn bepaalde sneltoetsen mogelijk niet beschikbaar.
Het toetsenbord weergeven Tik op een tekstveld of tik op het pictogram Toetsenbord
weergeven onder aan het scherm.
Het toetsenbord verbergen Raak de bovenkant van het toetsenbord aan en schuif met u vinger
snel naar beneden op het scherm.
Een punt invoegen Druk twee keer op de spatietoets. De volgende letter wordt een
hoofdletter.
Een apenstaartje (@) of een punt (.) invoegen in een e-mailadres Tik op de spatietoets.
Hoofdletter invoeren Tik op de Shift-toets. Tik op de lettertoets.
Hoofdlettervergrendeling inschakelen U schakelt de hoofdlettervergrendeling in door de Shift-toets vast te
houden tot het pictogram van een slot op de toets wordt weergegeven.
U kunt de hoofdlettervergrendeling uitschakelen door nogmaals op
de Shift-toets te tikken.
Een symbool typen Tik op de Symbol-toets. Tik op de lettertoets.
Gebruikershandleiding
Typen
194