Operation Manual
Druk op de toets > Opslaan.
Verwante informatie
Eigenschappen van een bestand weergeven, 117
Geotagging toepassen op de foto's die u maakt
Met de optie voor geotagging van de camera legt u de geografische informatie vast van de locatie waar u een foto maakt.
1. Klik in het beginscherm op het pictogram Camera.
2. Klik op het pictogram Geotagging onder aan het scherm.
De geotagginggegevens kunnen worden weergegeven in de eigenschappen van het fotobestand.
Digitale zoom voor de camera uitschakelen
1. Klik in het beginscherm op het pictogram Camera.
2.
Druk op de toets > Opties.
3. Schakel het selectievakje Digitale zoom uit.
4.
Druk op de toets > Opslaan.
Onscherpte verminderen in de foto's die u maakt
Met de optie Beeldstabilisatie vermindert u onscherpte door geringe bewegingen van de camera wanneer u een foto
maakt.
1. Klik in het beginscherm op het pictogram Camera.
2.
Druk op de toets > Opties.
3. Schakel het selectievakje Beeldstabilisatie in.
4.
Druk op de toets > Opslaan.
De duur van de voorbeeldweergave wijzigen van de foto's die u maakt
U kunt instellen hoe lang een foto op het scherm blijft staan nadat u de foto hebt gemaakt. U kunt deze optie ook
uitschakelen zodat u meteen nog een foto kunt maken.
1. Klik in het beginscherm op het pictogram Camera.
2.
Druk op de toets > Opties.
• Wijzig de tijd van het veld Afbeelding weergeven als u de duur van de voorbeeldweergave wilt wijzigen.
• Om de afbeelding nadat u deze hebt genomen op het scherm te houden tot u op de toets drukt, wijzigt u
het veld Afbeelding weergeven in Vasthouden.
Gebruikershandleiding Media
158