Operation Manual

37
NEDERLANDS
u Beweeg de opvoerpomp (8) naar achteren tot deze op de
plaats vergrendelt.
u Plaats de beugel (17) over de bevestiging van de
vergrendeling (18) (fig. E).
u Duw de richel (14) omhoog tot deze op de plaats vergrendelt.
u Plaats de zuigslang (6) in het reservoir.
u Plaats de reservoirdop (5) terug en draai hem aan.
Gebruik
Waarschuwing!
u Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
u Sproei alleen in goed geventileerde ruimtes.
u Gebruik alleen de aanbevolen chemicaliën zoals
beschreven in de veiligheidsvoorschriften.
Opladenvandeaccu(g.F)
De accu moet worden opgeladen voor het eerste gebruik
alsmede zodra hij niet meer genoeg energie levert voor
werkzaamheden die eerder moeiteloos konden worden
verricht. Als u de accu voor de eerste keer of na langdurige
opslag oplaadt, zal deze slechts voor ca. 80% worden
opgeladen. Na een aantal laad- en ontlaad-cycli wordt de accu
echter compleet opgeladen. Tijdens het opladen kan de accu
warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Waarschuwing! Laad de accu niet op bij omgevings-
temperaturen onder 10 °C of boven 40 °C.
Aanbevolen oplaadtemperatuur: ca. 24 °C.
u Trek de afdekplaat van het stopcontact (19) naar buiten.
u Steek de opladerstekker (20) in de aansluiting (21) aan de
achterzijde van het apparaat.
u Steek de stekker van de oplader in het stopcontact.
u Schakel het apparaat in.
u Laat het apparaat 14-18 uur aangesloten om op te laden.
Tijdens het opladen kan de oplader warm worden.
Dit is normaal en duidt niet op problemen. Het apparaat kan
voor onbepaalde tijd op de oplader aangesloten blijven.
u Haal voordat u het apparaat in gebruik neemt de oplader
uit het stopcontact en koppel het apparaat van de oplader
los.
u Plaats de dekplaat van de opladeraansluiting (19) terug.
Waarschuwing! Het apparaat werkt niet zolang het op de
oplader is aangesloten.
Hetreservoirvullen(g.D1)
u Draai de reservoirdop (5) los.
u Verwijder de zuigslang (6) uit het reservoir (9).
u Vul het reservoir met een geschikte vloeistof.
Waarschuwing! Gebruik alleen geschikte chemicaliën zoals
beschreven in de veiligheidsvoorschriften.
In- en uitschakelen
u Druk op de knop (1) om het apparaat in te schakelen (1).
u Laat de knop (1) los om het apparaat uit te schakelen.
Waarschuwing!
u Sproei altijd met de wind mee en van mensen en dieren af.
u Gebruik alleen de door de fabrikant aangegeven
spuitmonden.
u Schakel als de spuitmond verstopt zit het apparaat
onmiddellijk uit.
Reiniging en onderhoud
Waarschuwing!
u Sla geen chemicaliën in het apparaat op.
u Gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen.
u Lees altijd de instructies van de fabrikant op het door u
gebruikte reinigingsmiddel en volg deze op.
u Voer de vervuilde vloeistof volgens de lokale voorschriften
af.
Het reservoir reinigen
Reinig het apparaat na gebruik.
u De opvoerpomp verwijderen (8).
u Tap eventuele resterende vloeistof in de oorspronkelijke
bak af of sla het in een geschikte bak op.
u Vul het reservoir (9) tot 1/3 van de inhoud met schoon
water en zeep.
Waarschuwing! Gebruik geen brandbare vloeistoffen voor
het reinigen.
u Plaats de opvoerpomp terug (8).
u Sproei tot het reservoir (9) leeg is.
u Herhaal de voorgaande instructies zo vaak als nodig is.
Delterreinigen(g.D1)
Als de vloeistofstroom zwakker wordt, kan de lter verstopt
zijn. Ga voor het reinigen van de lter als volgt te werk:
u Draai de reservoirdop (5) los.
u Verwijder de zuigslang (6) uit het reservoir (9).
u Reinig de filter met warm sop.
Opslaan(g.G&H)
Waarschuwing! Bewaar niet op plaatsen waar de
temperatuur lager is dan 0 °C.
u Reinig en droog alle onderdelen van het apparaat als het
langer dan één dag niet wordt gebruikt.
u Zet de hendel van het verlengstuk (4) in de zijklemmen (22)
vast (fig. G).
u Zet de slang (23) met het klittenband (24) aan de
opvoerpomp (8) vast (fig. H).