Operation Manual
36
NEDERLANDS
Veiligheid van anderen
u Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met beperkt lichamelijk, zintuigelijk of
geestelijk vermogen, of gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij ze de supervisie of instructie is gegeven omtrent het
gebruik van het apparaat door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
u Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met
het apparaat gaan spelen.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor accu’s
en opladers
Accu’s
u Probeer nooit een accu te openen.
u Stel de accu niet aan water bloot.
u Bewaar accu’s niet op plaatsen waar de temperatuur
hoger kan worden dan 40 °C.
u Laad accu’s uitsluitend op bij een omgevingstemperatuur
tussen 10 °C en 40 °C.
u Laad accu’s uitsluitend op met behulp van de
meegeleverde oplader.
u Volg bij het weggooien van accu's de instructies in de
paragraaf "Milieu" op.
Opladers
u Gebruik uw Black & Decker oplader uitsluitend voor het
opladen van accu’s van het meegeleverde type.
Andere accu’s kunnen scheuren en zo letsel en materiële
schade veroorzaken.
u Probeer nooit niet-oplaadbare accu's op te laden.
u Laat een defect netsnoer onmiddellijk vervangen.
u Stel de oplader niet aan water bloot.
u Open de oplader niet.
u Doorboor de oplader niet.
v
De oplader is uitsluitend bedoeld voor gebruik
binnenshuis.
+
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.
w
Storingbestendige scheidingstransformator.
De netspanning is elektrisch gescheiden van de
uitgangsspanning van de transformator.
x
De oplader sluit automatisch af als de omgevings-
temperatuur te hoog wordt. Dit stelt de oplader
buiten werking. Koppel het apparaat eenheid los van
de netspanning en breng het voor reparatie naar
een erkend servicecentrum.
Elektrische veiligheid
#
Uw oplader is dubbel geïsoleerd;
een aardaansluiting is daarom niet noodzakelijk.
Controleer altijd of de netspanning overeenkomt met
het voltage op het typeplaatje.
Waarschuwing! Vervang de oplader nooit door een netstekker.
Onderdelen
1. Aan/uit-schakelaar
2. Draagriem
3. Verlengstuk
4. Handgreep voor het verlengstuk
5. Reservoirdop
6. Zuigslang
7. Mondstuk
8. Opvoerpomp
9. Reservoir
Assemblage en afstelling
Waarschuwing! Controleer of de sproeier is uitgeschakeld.
Dedraagriembevestigen(g.A)
u Bevestig de klemmen (10) van de band (2) in de
openingen (11) op de opvoerpomp.
Hetverlengstukvandesproeiermonteren(g.B)
u Steek het verlengstuk (3) in de hendel voor het
verlengstuk (4) tot deze op de plaats vergrendelt.
u Draai de dop (12) op de hendel vast.
Despuitmondaanbrengen(g.C)
u Schroef de spuitmond (7) op het uiteinde van de hendel (13).
De kegelvormige spuitmond afstellen
u Draai de spuitmond (7) rechtsom voor een smalle nevel.
u Draai de spuitmond (7) linksom voor een brede nevel.
De opvoerpomp verwijderen en terugplaatsen
(g.D&E)
u Draai de reservoirdop (5) los (fig. D1).
u Verwijder de zuigslang (6) uit het reservoir (9).
u Maak de vergrendeling (14) los door deze omlaag te
duwen (fig. E).
u Breng de achterkant van de opvoerpomp (8) omhoog en
beweeg deze voorwaarts (fig. D2).
u Trek de opvoerpomp (8) van het apparaat af.
u Lijn om de opvoerpomp (8) te bevestigen de sleuven (15)
in de opvoerpomp met de tabs (16) bovenop het reservoir
(9) fig. D2 & D3).