Operation Manual
13
te kli kken. I n de de tailweerga ve kunt u de adresgegeve ns wi jzigen, bestaa nde POI’s
wi jzigen of verwijderen, en nieuwe POI ’s toevoege n.
Deze gegevens kunt u ver volgens ko piëren en plakken, zoal s hierboven be schreven.
Foto’s met automatisch toegewe zen locati egegeve ns word en gemarkeerd m et een
blauw icoon. Foto ’s waarvan de locatie handmati g zi jn bewerkt word en gemarkeerd met
een oranj e i coon. In dien d e loca tiegegeve ns a an de foto ’s zij n ge tagged wordt deze
vo orzien van een groen i coon.
4.2. Geotagger configureren en data verwijderen
Onder de kno p “ Configure device” kunt u onder a ndere de status van de batterij en h et
geheugen van de G eotagger vinden.
Indien u de G PS- data van de Ge otagger wil t verwijderen gaat u naar “Device
Confi gurati on” e n kiest u voor “ Erase All Data”. Standaard moet u dit handmati g doe n.
Onder “Adva nce d Settings” kunt u de vertragin g instellen (zie hoofdstu k 4.2.1), en de
mogelijkheid de data va n de Geota gger automatisch te verwij deren na het im portere n.
Alle data verwijderen zonder tussenkomst van een com puter is oo k mogeli jk. Meer
hierover i n het ho ofdstuk over no od pro ced ures ( hoofdstu k 5.3).
Verwij derd
:
4
. 2.1
Verwij derd: 5. 3










