User manual

Afb.5: duw de 2 vergrendelingen naar binnen, ten opzichte van het apparaat zelf en verwijder het metalen rooster door
het enigszins te buigen.
INSTALLATIE IN DE AFZUIGVERSIE: alvorens de afzuigkap te bevestigen moet u eerst de pijp voor de luchtafvoer naar
buiten in orde maken. Gebruik een afvoerpijp die de volgende eigenschappen heeft: - minimum benodigde lengte; - zo
min mogelijk bochten (maximaal toegestane hoek van de bochten: 90°); - materiaal dat goedgekeurd is volgens de
voorschriften (afhankelijk van het land); - binnenkant zo glad mogelijk. Er wordt bovendien geadviseerd om drastische
veranderingen van de doorsnede van de pijp te vermijden (wij adviseren het gebruik van een pijp met een diameter van
125 mm voor de modellen Fig.8; voor de modellen Fig.9 adviseren wij het gebruik van een pijp met een diameter van 150
mm. Raadpleeg voor het type model het plaatje met technische gegevens op de binnenkant van het apparaat).
Om de lucht naar buiten af te voeren moet u alle andere aanwijzingen die op het blad “Opgelet” staan opvolgen. Bereid
de elektrische voeding voor binnen het ruimtebeslag van de sierpijp (volg voor de elektrische aansluiting alle andere
aanwijzingen op die vermeld worden in het hoofdstuk “Opgelet”).
2. Bevestiging aan de muur: teken op de verticale aslijn van uw kookplaat een lijn op de muur af. Teken de 4 gaten
(ø 8 mm) die geboord moeten worden op de muur af en houd daarbij de maten aan die op afb.6 staan.
Opgelet: vooraleer de gaten te boren, controleer met een waterpas dat ze zowel horizontaal als verticaal in lijn zijn.
Boor de gaten en steek er de (meegeleverde) pluggen in. Zoals reeds vermeld in het hoofdstuk “Waarschuwingen” moet
u er rekening mee houden dat de afstand tussen de onderste rand van de afzuigkap en de kookplaat minimaal 650 mm
moet bedragen. Haak het toestel aan de schroeven via de bajonetgaten (Afb. 7A). Om het toestel zo stevig en veilig
mogelijk tegen de muur te bevestigen, steekt u de twee extra schroeven in de speciaal hiertoe voorziene gaten (Fig. 7B).
3. Montage kraag: op grond van het door u aangeschafte model gaat u als volgt te werk:
- montage kraag Ø 125 mm (Afb. 8): laat de 3 vergrendelingen samenvallen met de 3 sleuven en draai de kraag;
- montage kraag Ø 150 mm (Afb. 9): plaats de kraag boven de luchtuitlaatopening van de motor en oefen een lichte druk
uit.
4. Bevestiging van de telescopische pijpen: Zet de beugel (W) op 50 mm van het plafond en zet hem op
de verticale lijn van uw wasemkap, gebruik makend van de inkepingen in het midden van de beugel (Afb.10); teken
met een stift de 2 gaten op de wand, en boor vervolgens de gaten en steek er de bijgeleverde pluggen in, Zet
daarna de beugel vast door middel van de 2 schroeven (bijgeleverd).
Neem de 2 slangen samen en leg hen op de bovenkant van de wasemkap. Til de bovenste slang op tot aan het
plafond en zet hem vast aan de beugel met de 2 schroeven (Afb.11).
INSTALLATIE IN DE FILTERVERSIE: Bereid de elektrische voeding voor binnen het ruimtebeslag van de sierpijp (volg
voor de elektrische aansluiting alle andere aanwijzingen op die vermeld worden in het hoofdstuk “Waarschuwingen”).
Bevestiging aan de muur: zie de aanwijzingen voor de afzuigversie om de kap aan de muur te bevestigen (zie punt
2, 3, 4), en ga vervolgens verder met onderstaande aanwijzingen.
Bevestiging van de telescopische pijpen: Zet de beugel (W) op 50 mm van het plafond en zet hem op de
verticale lijn van uw wasemkap, gebruik makend van de inkepingen in het midden van de beugel (Afb.10); teken
met een stift de 2 gaten op de wand, en boor vervolgens de gaten en steek er de bijgeleverde pluggen in, Zet
daarna de beugel vast door middel van de 2 schroeven (bijgeleverd). Zet de luchtafbuigplaat aan de onderste slang
vast zoals geïllustreerd op afbeelding 12, met behulp van 2 schroeven.
Neem de 2 slangen samen en leg hen op de bovenkant van de wasemkap. Til de bovenste slang op tot aan het
plafond en zet hem vast aan de beugel met de 2 schroeven (Afb.11).
Montage koolstoffilters: Bij de filterversie is het noodzakelijk om gebruik te maken van koolstoffilters. Controleer
of deze reeds geïnstalleerd zijn en ga zonodig te werk op grond van het type filter:
- rond koolstoffilter (Afb.13): plaats het filter op de linkerkant van de motor en haak de twee pennen vast door het filter
tegen de wijzers van de klok in te draaien
- rechthoekige koolstoffilters (Afb.14): steek de 2 filters in de beugel en zet ze vast door de andere beugel (S) en de
pen te monteren (P).
- paneel-koolstoffilter (Afb.15A): neem het metalen rooster (of de metalen filters), verwijder de filtervergrendelingen “M”
en plaats het paneel-koolstoffilter. Plaats de vergrendelingen weer terug om het filter vast te zetten.
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningselementen:
Bedieningselementen van Afb.16: Toets A: verlichtingsschakelaar. Toets B: aan/uitschakelaar van de motor:
eerste snelheid. Toets C: 2de snelheidsschakekaar. Toets D: 3de snelheidsschakelaar. E: controlelampje dat aangeeft
dat de motor in werking is.
Bedieningselementen van Afb.17: A = Lichtschakelaar; stand 0: licht uit.; stand 1: licht aan. B = Motorschakelaar;
stand 0: motor uit; stand 1-2-3: motor aan op de eerste, tweede en derde snelheid. C = Kapje controlelampje werking
motor.
Vetfilter(s): Afhankelijk van het model wordt de wasemkap met verschillende vetfilters geleverd:
Modulaire metalen filters (van het type dat aangegeven wordt op Afb.18 en 19): deze filters zijn van metaal en
moeten geregeld worden schoongemaakt, (de frequentie hangt af van de intensiteit waarmee u de kap gebruikt),
minstens eenmaal per twee maanden. Was de filters met een neutraal reinigingsmiddel af. Om de filters (Afb.3/