Operation Manual

14 15
Verstel de stoelbeugel met de ratel naar buiten. Draai net
zo ver totdat de stoelbeugel stevig in de rugleuning van de
autostoel drukt (19).
Verbind de verankeringsgordels met het zitje. De
verankeringsgordels moeten elkaar kruisen.
Voorwaarts gericht installeren met de autogordel
Het is NIET TOEGESTAAN om het zitje in de voorstoel
te gebruiken in combinatie MET EEN GEACTIVEERDE
AIRBAG.
Duw de voorstoel van de auto naar voren als u het zitje in de
achterstoel van de auto wilt installeren.
Plaats de rugleuning rechtop als u het zitje in de voorstoel van
de auto wilt installeren.
Verwijder de vloersteun en de
stoelbeugel.
Zet het zitje op de autostoel. Open de
gordelklemmen (22).
Trek de heupgordel om de basis
van het zitje en klik de autogordel
vast (24).
Plaats de heupgordel over de
autogordelgeleidingshaak (24).
!
17-
18-
19-
1-
2-
3-
4-
5-
6-
7-
(22)
(24)
20-
(21)
(20)
Trek de verankeringsgordels zo strak mogelijk (20).
Borg de vloersteun met de borgpen (21).
(19)
Als het zitje op de achterstoel is geïnstalleerd en u wilt het zitje
uit de auto halen, duw dan de voorstoel van de auto naar voren.
Verwijder de borgpen uit de vloersteun, schuif de vloersteun in
de hoogste positie en borg de vloersteun met de borgpen.
Maak de verankeringsgordels los.
Stel de stoelbeugel zover mogelijk naar binnen met de ratel,
maar niet verder dan het stopteken.
Haal de autogordel van de stoelbeugel en de basis.
Trek het zitje naar voren. Draai het zitje zodat je het
gemakkelijk kunt verwijderen.
Verwijder de verankeringsgordels.
Het zitje verwijderen
1-
3-
4-
2-
5-
6-
7-
(23)
Ontgrendel de bedieningshendel
van de hoofdsteun, houd de
hoofdsteun rechtop en duw deze
naar beneden (23).