Operation Manual
6 7
(3)
(4)
Installeer de stoelbeugel door de twee pinnen in de gaten van
de autogordelgeleidingshaak te schuiven. Stel de stoelbeugel
zover mogelijk naar binnen met de ratel, maar niet verder dan
het stopteken. De ratel kan gebruikt worden om de stoelbeugel
te verstellen. Schakel het knopje op de ratel om, om de richting
te veranderen (4).
5-
(4)
(5)
Bevestig de vloersteun voordat je het stoeltje in de auto zet.
De vloersteun moet door de gordellus gevoerd worden en de
haak van de vloersteun moet over de gordellus haken (5).
Maak de borgpen voor de vloersteun nog niet vast.
6-
7-
8-
Plaats het zitje in de auto met de stoelbeugel eerst.
Schuif de vloersteun naar beneden op de vloer van de auto.
De vloersteun moet door de gordellus gevoerd worden. De
gordellus moet onder de haak van de vloersteun lopen.
Draai het zitje met de stoelbeugel tegen het rugdeel
van de autostoel.
9-
10-
11-
12-
13-
14-
Trek de ISOfix verankeringen
zo ver mogelijk naar
buiten (6). De knop op de
bovenzijde zal naar beneden
gaan. Deze blokkeert de
ISOfix verankeringen.
Klik de ISOfix verankeringen in de ISOfix ankers van de
autostoel (7). Controleer of de ISOfix indicators groen
aangeven (8).
Schuif de vloersteun naar
beneden op de vloer van de
auto. De vloersteun moet door
de gordellus gevoerd worden. De
gordellus moet onder de haak
van de vloersteun lopen (9).
7
(9)
(7)
(8)
klik!
klik!
(6)