Installation Instructions

pagina 21
1111
1111
11
Buiten bedrijf stellen Buiten bedrijf stellen
Buiten bedrijf stellen Buiten bedrijf stellen
Buiten bedrijf stellen
In sommige situaties kan het voorkomen dat de gehele ketel buiten bedrijf moet worden gesteld. Door de drie
programmatoetsen met de lampjes ( , en ) uit te zetten, wordt de ketel buiten bedrijf gesteld. Benraad advi-
seert om de stekker in de wandcontactdoos te laten zitten, waardoor automatisch één keer in de 24 uur de circulatie-
pomp en de driewegklep worden geactiveerd om vastzitten te voorkomen.
Als er sprake is van vorstgevaar is het raadzaam de ketel en/of de installatie af te tappen.
1212
1212
12
OnderhoudOnderhoud
OnderhoudOnderhoud
Onderhoud
Werkzaamheden aan de ketel mogen alleen door gekwalificeerd personeel met
gekalibreerde apparatuur plaatsvinden.
De mantel is achter het deurtje aan de voorzijde met een schroef vergrendeld. Verwijder deze schroef om de mantel te
kunnen verwijderen.
Neem de afdekkap van de expansievatmodule (indien aanwezig) naar voren weg. Verwijder de 4 schroeven uit de
snelsluiters. Ontgrendel de 4 snelsluitingen en neem de mantel naar voren weg.
Instellingen zoals branderdruk en afstelling van de luchthoeveelheid zijn overbodig. Alleen bij controle, storing aan ofInstellingen zoals branderdruk en afstelling van de luchthoeveelheid zijn overbodig. Alleen bij controle, storing aan of
Instellingen zoals branderdruk en afstelling van de luchthoeveelheid zijn overbodig. Alleen bij controle, storing aan ofInstellingen zoals branderdruk en afstelling van de luchthoeveelheid zijn overbodig. Alleen bij controle, storing aan of
Instellingen zoals branderdruk en afstelling van de luchthoeveelheid zijn overbodig. Alleen bij controle, storing aan of
vervanging van gasblok, venturi en/of ventilator moet de nuldrukregeling en COvervanging van gasblok, venturi en/of ventilator moet de nuldrukregeling en CO
vervanging van gasblok, venturi en/of ventilator moet de nuldrukregeling en COvervanging van gasblok, venturi en/of ventilator moet de nuldrukregeling en CO
vervanging van gasblok, venturi en/of ventilator moet de nuldrukregeling en CO
22
22
2
percentage gecontroleerd en percentage gecontroleerd en
percentage gecontroleerd en percentage gecontroleerd en
percentage gecontroleerd en
zonodig afgesteld worden.zonodig afgesteld worden.
zonodig afgesteld worden.zonodig afgesteld worden.
zonodig afgesteld worden.
Voor controle- en afstelwerkzaamheden aan de ketel moet de installateur over geschikte apparatuur beschikken.
Controleer na (onderhouds-)werkzaamheden aan de ketel altijd alle gasvoerende delen op
dichtheid (d.m.v. lekzoekspray)
12.112.1
12.112.1
12.1
Controle op vervuilingControle op vervuiling
Controle op vervuilingControle op vervuiling
Controle op vervuiling
Om de ketel gedurende bedrijfsjaren te kunnen controleren op vervuiling is het raad-
zaam om tijdens het in bedrijf nemen van de ketel de maximale luchtverplaatsing over
de ketel te meten. Deze waarde kan per type ketel verschillend zijn.
Om deze waarde te kunnen meten dienen de volgende handelingen te worden verricht:
- Geef, om toegang tot het Service-hoofdstuk te krijgen, de toegangscode in zoals omschreven is op pagina 18;
- Kies door middel van de Step-toets de handmatige
ventilatorinstelling zonder branderactie Step ,
die zal aangeven dat de ventilator uit is ;
- Sluit de slang van de digitale drukmeter aan op de
bovenste meetnippel van het gasblok volgens figuur
9. Draai deze eerst open alvorens de slang te monte-
ren;
- Breng de ventilator door middel van de + toets op
het maximale toerental;
- Meet het drukverschil en noteer deze waarde.
- Bij de volgende controlebeurt van de ketel mag de
waarde van het luchtdrukverschil maximaal 20%
gedaald zijn ten opzichte van de waarde bij ketel in
bedrijfname. Indien deze waarde minder dan 20% is
gedaald heeft de ketel geen onderhoud nodig.
meetpunt luchtdrukverschil figuur 9










