Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Belangrijke veiligheidsinstructies
- Overzicht
- De projector plaatsen
- Aansluiten van videoapparatuur
- De projector gebruiken
- De projector inschakelen
- Een ingangssignaal selecteren
- Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
- De menu's gebruiken
- De projector beveiligen
- Het geprojecteerde beeld aanpassen
- De vooraf ingestelde en door de gebruiker ingestelde modi gebruiken
- De beeldkwaliteit fijn afstellen
- Geavanceerde aanpassing van beeldkwaliteit
- De beeldverhouding selecteren
- Vergroten en details zoeken
- Gebruik op grote hoogte
- Meer dan één ingangssignaal tegelijkertijd weergeven
- 3D-materiaal weergeven
- Het weergavemenu van de projector personaliseren
- Besturingstoetsen blokkeren
- De projector uitschakelen
- On-Screen Display (OSD)-menu's
- Extra informatie
- Informatie over garantie en auteursrechten

29
De projector gebruiken
De beeldkwaliteit fijn afstellen
Ongeacht de geselecteerde beeldmodus, u kunt de betreffende instellingen altijd aanpassen aan elk
presenteerdoel. Zodra u het OSD-menu afsluit, worden deze aanpassingen opgeslagen in de actuele
vooraf ingestelde modus.
Aanpassen van Helderheid
Selecteer Helderheid in het menu Beeld -- Basis en pas
de waardes aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder het beeld. En hoe
lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel deze knop
zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details zichtbaar
zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen van Contrast
Selecteer Contrast in het menu Beeld -- Basis en pas de
waardes aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik
deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u
eerder de instelling Helderheid hebt ingesteld in overeenstemming met de geselecteerde ingang en de
omgeving.
Aanpassen van Kleur
Selecteer Kleur in het menu Beeld -- Basis en pas de waardes aan door op / te drukken op
projector of afstandsbediening.
Een lagere instelling produceert minder verzadigde kleuren. Wanneer u de minimumwaarde instelt,
wordt het beeld zwart-wit. Wanneer de instelling te hoog staat, worden de kleuren op het beeld te fel,
waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Aanpassen van Tint
Selecteer Tint in het menu Beeld -- Basis en pas de waardes aan door op / te drukken op
projector of afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener het beeld.
Deze functie is niet beschikbaar als de Preset Mode is ingesteld op ISF Night of ISF Day, of als bepaalde
ingangen in gebruik zijn, zoals Video, S-Video, PC-timing of VGA.
De functies Helderheid, Kleur, Contrast, Tint zijn ook toegankelijk door op BRIGHTNESS,
COLOR, CONTRAST, TINT op de afstandsbediening te drukken om de aanpassingsbalk op te
roepen. Druk vervolgens op / om de waardes te veranderen.
Aanpassen van Scherpte
Selecteer Scherpte in het menu Beeld -- Basis en pas de
waardes aan door op / op de projector te drukken.
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Hoe lager
de waarde, hoe zachter het beeld.
30 50 70
30 50
70
012










