Operation Manual

Inleiding14
12. NETWORK SETTING
Toont menu Netwerkinstellingen. Zie
voor details.
13. Nummertoetsen
14. OFF
Schakelt de projector uit. Zie "De
projector uitschakelen" op pagina 50
voor details.
15. COMPO 1/COMPO 2
Niet ingeschakeld op deze projector.
16. HDMI 1/HDMI 2
Geeft HDMI-signaal weer.
17. Auto
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtimings bepaald voor het
weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 30
voor details.
18. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 36 voor details.
19. LASER
Zendt een zichtbare laserstraal uit voor
presentatiedoeleinden.
20. BRIGHT
Past de helderheid van het beeld aan.
21. CONTRAST
Stelt de mate van verschil tussen
donker en licht in het beeld in.
22. Mute
Schakelt de audio van de projector in
en uit. Zie "Het geluid dempen" op
pagina 46 voor details.
23. Aspect
Selecteert de beeldverhouding. Zie "De
beeldverhouding selecteren" op pagina
38 voor details.
24. LAMP MODE
Toont de selectiebalk voor de
lampmodus (Normaal/Economisch/
SmartEco). Zie "De lampspaarmodus
selecteren" op pagina 47 voor details.
De laseraanwijzer bedienen
De laseraanwijzer is een
hulpmiddel voor professionele
sprekers. Het straalt een rood
licht uit als u erop drukt en het
indicatorlichtje brandt rood.
De laserstraal is zichtbaar. U
moet LASER ingedrukt houden
voor een continue werking.
Kijk niet in de laserstraal of
richt de laserstraal niet op uzelf
of op anderen. Lees de
waarschuwingen achteraan op
de afstandsbediening voordat u
deze gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed.
Ouders dienen zich bewust te zijn van de
gevaren van laserenergie en deze
afstandsbediening uit de buurt van kinderen
te houden.
*Afstandsbediening voor Japan
Testtoets fungeert
als snelinsteltoets.