Operation Manual
40 Door het hoofmenu navigeren
Aangepaste
toets 1
Stelt de functies in die kunnen worden geopend
door de aangepaste toets 1.
• Helderheid
• Contrast
• Input
• Beeldmodus
• Weergavemodus
• Volume
• Geluid uit
Aangepaste
toets 2
Stelt de functies in die kunnen worden geopend
door de aangepaste toets 2.
Aangepaste
toets 3
Stelt de functies in die kunnen worden geopend
door de aangepaste toets 3.
DDC/CI Hiermee kunnen de instellingen van de monitor
worden veranderd met software op de PC.
DDC/CI, de afkorting van Display Data
Channel/Command Interface, is ontworpen door Video
Electronics Standards Association (VESA). Met
DDC/CI-functionaliteit kan de besturing van de
monitor via software worden overgedragen zodat dit
op afstand kan worden gecontroleerd.
• AAN
• UIT
DisplayPort
Selecteert een geschikte DP-standaard voor
gegevensoverdracht.
• 1.1
• 1.2
Automatisch uit
Stelt de tijd in waarna het beeldscherm in de
energiebesparende modus automatisch wordt
uitgeschakeld.
• UIT
• 10min.
• 20min.
• 30min.
Resolutiemelding
Stelt in of de resolutiemelding voor de aanbevolen
resolutie wordt weergegeven als de monitor een
nieuw ingangssignaal detecteert.
• AAN
• UIT
Informatie Geeft de kenmerken van de huidige instellingen
van de monitor weer.
• Modelnaam
• Input
• Huidige resolutie
• Optimale
resolutie
(beste met het
beeldscherm)
Beginwaarden Stel alle instellingen voor modus, kleur en
geometrie in op de standaard fabriekswaarden.
• JA
• NEE
Item Functie Bereik