Operation Manual

Inleiding14
Afstandsbediening
1. Aan/uit
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
Als de projector stand-by staat, drukt u één
keer op deze knop om de projector aan te
zetten.
Als de projector aan staat, drukt u twee keer
op deze knop om de projector stand-by te
zetten.
Zie "Starten" op pagina 30 en "De
projector uitschakelen" op pagina 40 voor
meer informatie.
2. ASPECT (Beeldverhouding)
Hiermee selecteert u de
beeldverhouding zodat deze
overeenstemt met het ingangssignaal.
Zie "Een standaardmodus selecteren"
op pagina 35 voor meer informatie.
3. SOURCE (Bron)
Hiermee schakelt u achtereenvolgens
naar het ingangssignaal analoog RGB,
DVI-A, DVI-D, analoog YPbPr,
S-Video, of composietvideo. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 31 voor meer informatie.
4. OMHOOG, OMLAAG
Wanneer het schermmenu (OSD) is
geactiveerd, drukt u op OMHOOG
als u de menu-instellingen wilt
opslaan en afsluiten.
Druk op OMLAAG om het OSD-
hoofdmenu te openen en verplaats de
selectiefocus naar boven. Zie "De
menu's gebruiken" op pagina 42 voor
meer informatie.
5. MUTE (Dempen)
Hiermee schakelt u het geluid in en uit.
6. Links, Rechts
Hiermee kunt u het trapeziumeffect aan
de bovenzijde van het beeld corrigeren.
Wanneer het schermmenu is
geactiveerd, drukt u op deze knop om
de selectiefocus naar links of rechts te
verplaatsen of om wijzigingen aan te
brengen.
Zie "Keystone (Trapezium)
corrigeren" op pagina 34 en "De
menu's gebruiken" op pagina 42 voor
meer informatie.
7. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldinstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 32
voor meer informatie.
1
2
3
4
5
6
7
12
13
14
15
6
16
4
9
10
11
17
19
20
8
18
I