Operation Manual

Als een extern object of water de camera binnendringt, schakelt u de camera onmiddellijk uit en verwijdert u
de batterijen. Vervolgens verwijdert u het object of water en stuurt u de camera naar het onderhoudscentrum.
Als het interne geheugen of de externe geheugenkaart gegevens bevatten, maakt u een back-up op een
computer of disk, zodat u in geval van verlies een back-up hebt.
Als de lens niet terug in de camera kan schuiven, vervangt u eerst de batterijen (dit wordt meestal veroorzaakt
door uitgeputte batterijen). De lens moet automatisch terugschuiven. Als de lens niet kan terugschuiven,
neemt u contact op met de verkoper.
U mag de lens nooit handmatig naar binnen duwen, omdat dit de lens kan beschadigen.
Alle originele accessoires zijn speciaal ontwerpen om uitsluitend met het aangeschafte cameramodel te worden
gebruikt. Gebruik deze accessoires niet met andere cameramodellen of camera’s van andere merken om
onverwacht gevaar of beschadiging tegen te gaan.
Voordat u de geheugenkaart voor het eerst gebruikt, formatteert u de geheugenkaart met de camera.
Denk eraan de schrijfbeveiliging (indien aanwezig) op de ontgrendelde positie te plaatsen. Anders worden alle
gegevens (indien aanwezig) op de geheugenkaart beveiligd en kan de kaart niet worden bewerkt of
geformatteerd.
Gebruiksomgeving
Gebruik of bewaar de camera niet in onderstaande omgevingen:
Direct zonlicht
Stoffige plekken
Naast een airconditioner, elektrische verwarming of andere warmtebronnen
In een gesloten auto in direct zonlicht
Instabiele plekken
Gebruik de camera niet buitenshuis als het regent of sneeuwt.
Gebruik de camera niet in of in de buurt van water.
De gebruikstemperatuur van de camera is tussen 0 en 40 graden Celsius. Het is normaal dat u de camera
minder lang kunt gebruiken bij lage temperaturen.
De capaciteit van de camerabatterijen wordt telkens minder als de batterijen worden opgeladen/uitgeput.
Opslag bij te hoge of te lage temperaturen resulteert ook in geleidelijke capaciteitsverlies. Als gevolg hiervan
kunt u de camera wellicht merkbaar minder lang gebruiken.
Het is normaal dat de camera warm wordt tijdens het gebruik, omdat de behuizing van de camera warmte kan
geleiden.
Het lcd-scherm van deze camera is gefabriceerd met behulp van geavanceerde technologie, en meer dan
99,99% van de pixels op het lcd-scherm voldoen aan standaardspecificaties. Toch is het mogelijk dat
minder dan 0,01% van de pixels op het lcd-scherm enkele lichte plekken hebben of ongewone kleuren
vertonen. Dit is normaal en is geen defect, noch beïnvloedt dit de mogelijkheid foto’s met de camera te
maken.
Het lcd-scherm lijkt donkerder in fel zonlicht of helder licht. Dit is geen defect.
Om te voorkomen dat beelden onscherp worden als u op de sluitertoets drukt, houdt u de camera
stevig vast. Dit is met name belangrijk als u fotografeert op plekken met weinig licht, waarbij de camera
de sluitertijd eventueel verlengt zodat de beelden correct worden belicht.