Operation Manual

Inleiding14
15. VIDEO
Geeft S-videosignaal weer.
16. NETWERK
Schakelt de netwerkmodus in.
17. BRON
Geeft de ingangselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 37 voor details.
18. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 32
voor details.
19. Rechts/
Indien het On-Screen Display (OSD)
menu is geactiveerd, worden de toetsen
#6, #8 en #19 gebruikt als richtingspijlen
om de gewenste menu-items te
selecteren en aanpassen aan te brengen.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 34
voor details.
Activeert de paneeltoetsblokkering. Zie
"Besturingstoetsen blokkeren" op pagina
47 voor details.
20. LASER
Geeft een zichtbare laserstraal uit voor
presentatiedoeleinden.
21. VOLUME+/VOLUME-
Regelt het volume van de projector. Zie
"Het geluid aanpassen" op pagina 48 voor
details.
22. GELUID UIT
Schakelt de audio van de projector aan en
uit. Zie "Het geluid dempen:" op pagina
48 voor details.
23. BEELDVERHOUDING
Selecteert de beeldverhouding. Zie "De
beeldverhouding selecteren" op pagina
39 voor details.
24. MIC/VOL
Regelt het volume van de microfoon. Zie
voor details. Zie "Het volume van de
microfoon regelen" op pagina 49 voor
details.
25. OPSLAAN
Neemt het momenteel weergegeven
scherm op als MyScreen. Zie "Uw eigen
startscherm maken" op pagina 44 voor
details.
De laseraanwijzer bedienen.
De laseraanwijzer is een
hulpmiddel voor professionele
sprekers. Het straalt een rood
licht uit als u erop drukt en het
indicatorlichtje brandt rood.
De laserstraal is zichtbaar. U moet
de LASER ingedrukt houden
voor een continue werking.
Kijk niet in de laserstraal of richt de
laserstraal niet op uzelf of op anderen.
Lees de waarschuwingen achteraan op
de afstandsbediening voordat u deze
gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders
dienen zich bewust te zijn van de gevaren van
laserenergie en deze afstandsbediening uit de
buurt van kinderen te houden.