Operation Manual

De projector positioneren18
De positie van de projector bij een bepaalde
schermgrootte bepalen
1. Selecteer de schermgrootte.
2. Raadpleeg de tabel op pagina's 19-20 en zoek het formaat dat het nauwst aansluit bij
het formaat van uw scherm in de kolommen aan de linkerkant met de naam
"Schermgrootte". In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige
gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gemiddeld". Dit is de projectieafstand.
3. In dezelfde rij kijkt u in de rechterkolom en zoek de waarde van "Verticale
verschuiving (mm)". Zo bepaalt u de uiteindelijke verticale hoek van de projector ten
opzichte van de rand van het scherm.
4. De aanbevolen positie voor de projector is loodrecht op het horizontale midden van
het scherm, op de afstand van het scherm die u in stap 2 hebt bepaald, en in de
verticale afstand die u in stap 3 hebt bepaald.
Als u de MX750 bijvoorbeeld met een 120" scherm gebruikt, is de gemiddelde
projectieafstand 4420 mm en is er een verticale verschuiving van 274 mm. Als u de MP780
ST met een 120" scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 1274 mm en is er een
verticale verschuiving van 202 mm.
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand
bepalen
Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm
het meest geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken.
De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van de
ruimte.
1. Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit
is de projectieafstand.
2. Raadpleeg de tabel op pagina 19-20 en zoek de maat die het nauwst aanleunt bij de
gemiddelde afstand in de schermkolom met de naam "Gemiddeld". Controleer of de
gemeten afstand tussen de minimale en maximale afstand valt die aan beide zijden van
de gemiddelde afstandswaarde worden aangegeven.
3. Gebruik deze waarde en kijk naar die rij aan de linkerkant om de overeenkomende
"Schermgrootte" te zoeken die in die rij wordt weergegeven. Dit is de grootte van het
geprojecteerde beeld op deze projectieafstand.
4. In dezelfde rij kijkt u in de rechterkolom en zoek de waarde van "Verticale
verschuiving (mm)". Zo bepaalt u de uiteindelijke positie van het scherm ten opzichte
van het horizontale vlak van de projector.
Als u bijvoorbeeld de MX750 gebruikt en uw gemeten projectieafstand bedraagt 3,0 m (3000
mm), dan is de beste treffer in de kolom "Gemiddeld" de waarde 2947 mm. Wanneer u in
deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 80-inch nodig hebt. Als u de MP780 ST
gebruikt en uw gemeten projectieafstand bedraagt 3,0 m (3000 mm), dan is de beste treffer
in de kolom "Gemiddeld" de waarde 2698 mm. Wanneer u in deze rij kijkt, ziet u dat u
hiervoor een scherm van 250-inch nodig hebt.
Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of
omlaag te kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld
enigszins vervormd raken. U kunt de vervorming corrigeren met de Keystone-functie. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 32 op pagina voor details.