Operation Manual
Bediening50
Functie
(standaardinstelling/waarde)
Beschrijving
Kleur
(0)
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de
sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen van
Kleur" op pagina 35 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video- of
S-videosignaal is geselecteerd en de systeemindeling
NTSC of PAL is.
Tint
(0)
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan.
Zie "Aanpassen van Tint" op pagina 35 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video- of
S-videosignaal is geselecteerd en de systeemindeling
NTSC is.
Scherpte
(15)
Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie "Aanpassen van
Scherpte" op pagina 35 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video- of
S-videosignaal is geselecteerd en de systeemindeling
NTSC of PAL is.
Brilliant Color
(Aan)
Zie "Aanpassen van Brilliant Color" op pagina 36 voor details.
Kleurtemperatuur
(afhankelijk van de
geselecteerde ingang)
Er zijn vier instellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar.
Zie "Een kleurtemperatuur selecteren" op pagina 36 voor details.
3D-kleurbeheer
Zie "3D-kleurbeheer" op pagina 36 voor details.
Instellingen
opslaan
Slaat de instellingen voor de modus Gebruikersmodus 1 of
Gebruikersmodus 2 op.
Quick Auto
Search
(Aan)
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 30 voor details.
Kleurruimtecon-
versie
(afhankelijk van de
geselecteerde ingang)
Zie "De Kleurruimte veranderen" op pagina 30 voor details.
2. BEELD menu
3. INGANG menu










