Operation Manual
Aansluitingen 25
Een composiet videoapparaat aansluiten
Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar
zijn:
• Zo ja, ga door met deze procedure.
• Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
De projector aansluiten op een composiet videoapparaat:
1. Sluit het ene uiteinde van de videokabel aan op de composiet video-uitgang van het
videoapparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector.
3. Wilt u tijdens de presentatie ook gebruikmaken van de luidspreker (gemengd
monogeluid), sluit dan een geschikte audiokabel aan tussen de audio-uitgang van het
toestel en de AUDIO-aansluiting van de projector.
Als het audiosysteem is aangesloten, kan dit via de schermmenu's (OSD) van de
projector worden bediend. Zie "Het geluid aanpassen" op pagina 43 voor details.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen:
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als een stereo-ingang is
aangesloten. Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 21 voor details.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat
is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
• Alleen als er geen componentvideo- en S-Video-ingangen beschikbaar zijn, gebruikt u een
composietvideo-aansluiting. Zie "Videoapparaten aansluiten" op pagina 21 voor details.
AV-apparaat
Audiokabel
Videokabel