Operation Manual

Aansluitingen 23
Een component videoapparaat aansluiten
Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar
zijn:
Zo ja, ga door met deze procedure.
Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
De projector aansluiten op een component videoapparaat aansluiten:
1. Sluit het uiteinde van de component video-naar-VGA-adapterkabel (D-Sub) met de 3
RCA-connectoren op de component video-uitgangen van het videoapparaat aan. Zorg
dat de kleuren van de connectoren overeenkomen met die van de uitgangen: groen op
groen, blauw op blauw en rood op rood.
2. Sluit het andere uiteinde van de component video-naar-VGA-adapterkabel (D-Sub)
(met een D-Sub-connector) aan op de D-SUB IN-aansluiting op de projector.
3. Wilt u tijdens de presentatie ook gebruikmaken van de luidspreker (gemengd
monogeluid), sluit dan een geschikte audiokabel aan tussen de audio-uitgang van het
toestel en de AUDIO-aansluiting van de projector.
Als het audiosysteem is aangesloten, kan dit via de schermmenu's (OSD) van de
projector worden bediend. Zie "Het geluid aanpassen" op pagina 43 voor details.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen:
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als een stereo-ingang is
aangesloten. Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 21 voor details.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat
is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
AV-apparaat
Componentvideo-naar-VGA
(of D-sub) adapterkabel
Audiokabel