Operation Manual

Bediening 49
Beschrijving van elk menu
Functie
(Standaardinstelling/waarde)
Beschrijving
Wandkleur
(Uit)
Corrigeer de kleur van het geprojecteerde beeld als het
projectieoppervlak niet wit is. Zie "Gebruiken Wandkleur"
op pagina 33 voor details.
Beeldverhouding
(Auto)
Er zijn vier opties voor instelling van de beeldverhouding,
afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig
is. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 31 voor
details.
Keystone
(0)
Corrigeert eventuele keystone-fouten in het beeld.
Zie "Keystone corrigeren" op pagina 25 voor details.
Positie
(0)
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt
aanpassen. U verplaatst het geprojecteerde beeld met de
richtingspijlen. De waarden die onder aan de pagina worden
weergegeven, veranderen elke keer als u op een knop drukt,
totdat ze het maximum of minimum bereiken.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal
(analoog RGB) is geselecteerd.
Fase
Hiermee past u de klokfase aan om
vervorming van het beeld te
verminderen.
Deze functie is alleen beschikbaar
als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Horizontale
afmeting
(0)
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal
(analoog RGB) is geselecteerd.
Digitale zoom
(1.0X)
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
Zie "Vergroten en details zoeken" op pagina 31 voor details.
Beeldmodus
(Presentatie)
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen
van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma.
Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 33 voor details.
Referentiemodus
(Dynamisch)
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op
basis van de selecties onder aan dezelfde pagina. Zie "De
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen"
op pagina 34 voor details.
Helderheid
(50)
Past de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen van
Helderheid" op pagina 34 voor details.
1. WEERGAVE menu
2. BEELD menu