Operation Manual
Bediening 23
Bediening
De projector opstarten
1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact
in (indien nodig). Controleer of het POWER
(Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra
de stroom is ingeschakeld.
2. Open de lensklep. Als deze gesloten blijft, wordt de
dop mogelijk vervormd door de hitte van de lamp.
3. Druk op Aan/uit op de projector of
afstandsbediening om de projector te starten.
Zodra het lampje gaat branden, hoort u een
"opstartgeluid". De POWER (Power-lampje)
knippert groen en blijft branden als de projector
wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de
latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo
weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid
van het beeld aan te passen.
Zie "Uitschakelen van Beltoon aan/uit" op pagina
41 voor details over het uitschakelen van de
geluidsmelding.
4. Als de projector voor het eerst wordt geactiveerd,
kies dan uw OSD-taal door de instructies op het
scherm te volgen.
5. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt
u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren. Zie "De
wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 27
voor details.
6. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
Als de projector nog
warm is van de vorige
sessie, gaat de ventilator
ongeveer 90 seconden
draaien voordat de lamp
wordt ingeschakeld.
I
I