Operation Manual

Inleiding14
Afstandsbediening
1. Aan-uitknop
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
Als de projector op stand-by staat, drukt
u één keer op deze knop om de projector
aan te zetten.
Als de projector aan staat, drukt u twee
keer op deze knop om de projector stand-
by te zetten.
Zie "Starten" op pagina 32 en "De
projector uitschakelen" op pagina 45 voor
meer informatie.
2. ASPECT (Beeldverhouding)
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
Zie "De beeldverhouding selecteren" op
pagina 38 voor meer informatie.
3. WIRELESS (Draadlooos)
Hiermee schakelt u het menu met
draadloze verbindingen in of uit. Zie
"Draadloze verbindingen (optioneel)" op
pagina 23 voor meer informatie.
4. Keystone-/pijltoetsen ( / Omhoog, /
Links, / Omlaag, / Rechts)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
Als het schermmenu is geactiveerd,
functioneren de knoppen als richtingspijlen
om de gewenste menuopties te selecteren en
de instellingen te wijzigen.
Zie "Keystone corrigeren" op pagina 37 en
"De menu's gebruiken" op pagina 49 voor
meer informatie.
5. MENU/BACK (Menu/Terug)
Hiermee schakelt u het schermmenu
(OSD) in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige
schermmenu (OSD), sluit u het menu en
slaat u de menu-instellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 49
voor meer informatie.
6. BLANK (Onderdrukken)
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen. Druk op een willekeurige knop
(behalve LASER) op de projector of op de
afstandsbediening om het beeld opnieuw
weer te geven. Zie "Het beeld verbergen"
op pagina 42 voor meer informatie.
7. ENTER
Hiermee opent u het geselecteerde menu-
item in het schermmenu. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 49 voor meer
informatie.
8. CONTRAST
Hiermee geeft u de balk voor aanpassing
van het contrast weer. U past de waarde aan
door op de richtingspijlen op de projector
of op de afstandsbediening te drukken.
1
2
3
4
5
4
6
12
13
14
15
16
4
17
4
8
9
10
11
18
19
20
7
I
I