Operation Manual

Inleiding12
Afstandsbediening
1. Stroom
De projector in- of uitschakelen.
Zie "De projector opstarten" op pagina 28
en "De projector uitschakelen" op pagina
48 voor details.
2. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
Zie "De beeldverhouding selecteren" op
pagina 36 voor details.
3. CAPTURE
Hiermee slaat u het geprojecteerde beeld
op als startscherm. Zie "Uw eigen
startscherm maken" op pagina 46 voor
details.
4. Keystone/pijltoetsen
( / Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 35 voor
details.
5. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu
(OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het
vorige schermmenu (OSD), sluit u het
menu en slaat u de menu-instellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29
voor details.
6. Links/
Start de FAQ-functie. Zie "De FAQ-functie
gebruiken" op pagina 45 voor details.
7. BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 44 voor details.
8. ENTER
Hiermee opent u het geselecteerde menu-
item in het schermmenu. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 29 voor details.
9. TIMER ON/SHOW
Hiermee kunt u een timer op het scherm
activeren of weergeven op basis van uw
eigen timerinstelling. Zie "De
presentatietimer instellen" op pagina 42
voor details.
10. BRIGHTNESS
Past helderheid aan. Zie "Aanpassen van
Helderheid" op pagina 39 voor details.
11. CONTRAST
Past contrast aan. Zie "Aanpassen van
Contrast" op pagina 40 voor details.
12. TIMER SETUP
Hiermee wordt de instelling voor
presentatietimer direct ingevoerd. Zie "De
presentatietimer instellen" op pagina 42
voor details.
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
4
20
21
22
I
I