MP730 Digitale projector Gebruikershandleiding Welkom
Inhoud Belangrijke veiligheidsinstructies ..........3 Inleiding ..............................7 Kenmerken van de projector ................ 7 Inhoud van de verpakking .................... 8 Buitenkant van de projector ................. 9 Bedieningselementen en functies ....... 10 De projector positioneren 15 Het kiezen van een plek....................... 15 De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen ................................ 16 Aansluitingen ....................
Belangrijke veiligheidsinstructies Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. Veiligheidsinstructies 1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik. 2.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 4 7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. 9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt. Belangrijke veiligheidsinstructies 10.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 13. Plaats de projector niet in de volgende 14. Blokkeer het ventilatierooster niet. - Plaats deze projector niet op een deken, ruimtes. beddengoed of op een ander zacht oppervlak. - Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen. - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector. - Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel. 18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Haal in dit geval de stekker uit het stopcontact en laat een BenQ-onderhoudstechnicus de projector controleren. 19.
Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert. De projector heeft de volgende kenmerken.
Inhoud van de verpakking Bij de projector worden de kabels geleverd die nodig zijn om het apparaat op een pc of op videoapparatuur aan te sluiten. Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier. Standaardaccessoires De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
Buitenkant van de projector Voorkant/bovenkant 5 1 1. 2. 3. 4. 5. 6 6. 7. 7 8. 2 3 8 4 PU 9 SH Achter/onderkant 14 15 16 17 18 19 20 21 22 9. 10. 11. 12. 13. 14. 23 15. 16. 17. 10 11 18. 19. 20. 21. 12 13 4 24 22. 23. 24. Lampdeksel Ventilatie (warme lucht uit) Schuifklep voor de lens Snelverstellerknop Extern besturingspaneel (Zie "Projector" op pagina 10 voor meer informatie.
Bedieningselementen en functies Projector 6. MENU/EXIT Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. 7. Links/ Start de FAQ-functie. Zie "De FAQ-functie gebruiken" op pagina 45 voor details. BLANK Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Zie "Het beeld verbergen" op pagina 44 voor details.
13. 14. SOURCE Geeft de ingangselectiebalk weer. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 33 voor details. Mode/enter Selecteer een beschikbare beeldmodus. Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 38 voor details. Hiermee opent u het geselecteerde menuitem in het schermmenu. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details.
Afstandsbediening 13 1 14 2 15 3 16 4. 4 5 17 6 18 7 19 8 4 5. 20 9 21 6. 10 22 11 7. 12 8. 9. 1. 2. 3. 12 I I Stroom De projector in- of uitschakelen. Zie "De projector opstarten" op pagina 28 en "De projector uitschakelen" op pagina 48 voor details. 10. ASPECT Hiermee selecteert u de beeldverhouding. Zie "De beeldverhouding selecteren" op 11. pagina 36 voor details. CAPTURE Hiermee slaat u het geprojecteerde beeld 12. op als startscherm.
. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. Indicatielampje Brandt of knippert rood als u op een knop op de afstandsbediening drukt. MODE Afhankelijk van het geselecteerde ingangssignaal wordt er een beschikbare beeldmodus geselecteerd. Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 38 voor details. FREEZE Hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil. Zie "Het beeld stilzetten" op pagina 45 voor details. MUTE Hiermee schakelt u het geluid in en uit.
Bereik van de afstandsbediening De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en achterkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen. Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
De projector positioneren Het kiezen van een plek De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd: 1. Tafel voor Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling. 2. Plafond voor Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert.
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel) en in een loodrechte positie (90°) ten opzichte van het midden van het scherm.
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm het meest geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken. De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die ruimte. 1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3? Als u een 16:9-scherm nodig hebt, zie dan Tabel A1 (pagina 18) of Tabel A2 (pagina 19).
Projectieafmetingen Zie "Afmetingen" op pagina 65 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
Als de beeldverhouding van het scherm 16:9 is en het geprojecteerde beeld 16:10 Vloerinstallatie Maximale zoom Minimale zoom Scherm Midden van de lens C A B E Projectieafstand Plafondinstallatie Projectieafstand Maximale zoom Minimale zoom E Midden van de lens C Scherm A B Tabel A2: De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld is 16:10 Schermafmetingen Diagonaal voet 2,5 4,2 6,7 8,3 10,0 12,5 15,0 16,7 18,3 20,0 22,5 25,0 inch 30 50 80 100 120 150 180 200 220 240 270
Als de beeldverhouding van het scherm 4:3 is en het geprojecteerde beeld 4:3 Vloerinstallatie Maximale zoom Minimale zoom Scherm Midden van de lens Verticale afstand Projectieafstand Plafondinstallatie Maximale zoom Projectieafstand Minimale zoom Verticale afstand Midden van de lens Scherm Tabel B1: De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 4:3 Schermafmetingen Geprojecteerde beeldgrootte Diagonaal Hoogte Breedte Hoogte Breedte voet inch mm mm mm mm mm 2,5 4,2 6,7 8,3 10,
Als de beeldverhouding van het scherm 4:3 is en het geprojecteerde beeld 16:10 Vloerinstallatie Maximale zoom Minimale zoom Scherm Midden van de lens C A B E Projectieafstand Plafondinstallatie Maximale zoom Projectieafstand Minimale zoom E C A Midden van de lens Scherm B Tabel B2: De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld is 16:10 Schermafmetingen Diagonaal voet 2,5 4,2 6,7 8,3 10,0 12,5 15,0 16,7 18,3 20,0 22,5 25,0 inch 30 50 80 100 120 150 180 200 220 240 270 3
Aansluitingen Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. 2. 3. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen. Laptop of desktopcomputer i. VGA-kabel i ii ii. Audiokabel iii. Usb-kabel iii Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen.
Betere videokwaliteit De S-Video-uitgang biedt een betere analoge videokwaliteit dan de standaard composietvideo-uitgang. Selecteer de S-Video-uitgang als de gewenste videoapparaten een composietvideo- én S-Video-uitgang hebben. Zie "Een S-Video-apparaat aansluiten" op pagina 26 voor informatie over het aansluiten van de projector op S-videoapparatuur. Goede videokwaliteit Composietvideo is een analoge video-uitgang met een aanvaardbare kwaliteit. Het resultaat is echter niet optimaal.
Een component videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Een componentvideo-apparaat op de projector aansluiten (via een componentvideo-naar-VGA-adapterkabel (D-Sub of componentkabel): • Componentvideo-naar-VGA (of D-sub) adapterkabel: • 1.
Een S-Video-apparaat aansluiten Controleer of er op het videoapparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Een S-Video-apparaat aansluiten: 1. Sluit het ene uiteinde van de S-Video-kabel aan op de S-video-uitgang van het videoapparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op S-VIDEO-aansluiting van de projector. 3.
Een composiet videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. De projector aansluiten op een composiet videoapparaat: 1. Sluit het ene uiteinde van de videokabel aan op de composiet video-uitgang van het videoapparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector.
Bediening De projector opstarten 1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje oplicht nadat de stroom is ingeschakeld. 2. Schuif de lensklep open. Als deze gesloten blijft, wordt de dop mogelijk vervormd door de hitte van de lamp. PU SH 3. Druk op II Stroom op de projector of afstandsbediening om de projector te starten.
De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen. Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu. Pictogram hoofdmenu Hoofdmenu WEERGAVE Uit Wandkleur Auto Aspect Ratio Selecteren Submenu Keystone Positie ENTER Fase 0 Horizontale afmeting 0 Status Digitale zoom Huidige ingangssignaal Analog RGB MENU Afsluiten Druk op MENU/ Afsluiten om naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
De projector beveiligen Een veiligheidskabelslot gebruiken De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Indien dit niet het geval is, koop dan een slot, bijvoorbeeld een Kensingtonslot, om de projector te beveiligen. U ziet aan de achterkant van de projector een sleuf voor een Kensingtonslot. Zie item 11 op pagina 9 voor details. Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot.
Een wachtwoord instellen Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven. Zodra een wachtwoord is ingesteld en de beginschermblokkering is geactiveerd, kunt u het beginscherm van de projector niet veranderen tenzij het correcte wachtwoord wordt ingevoerd. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten Druk op AUTO op de projector of op de afstandsbediening en houd de knop 3 seconden ingedrukt. De projector geeft een gecodeerd nummer weer op het scherm. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
ii. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN' en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen. Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.
De Kleurruimte veranderen In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMIingang van de projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte in op YUV. Ga als volgt te werk: 1. 2. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu INGANG geselecteerd is. Druk op om Kleurruimteconversie te markeren en druk op / om YUV te selecteren. Deze functie is alleen beschikbaar als de HDMI-ingang wordt gebruikt.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen 1. 2. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring. Stel vervolgens het beeld scherp door aan de focusring te draaien. Keystone corrigeren Keystone verwijst naar het effect waarbij het geprojecteerde beeld merkbaar groter is aan bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm staat.
Vergroten en details zoeken in het geprojecteerde beeld Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de pijltoetsen om het beeld te verschuiven. • Met de afstandsbediening 1. Druk op D. ZOOM +/- om de Zoombalk te openen. Druk op D. ZOOM + om het midden van het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de beeldgrootte aan uw wensen voldoet. 2. Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening om het beeld te verschuiven. 3.
• Met de afstandsbediening 1. Druk op ASPECT om de actuele instelling te zien. 2. Druk herhaaldelijk op ASPECT om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en de vereisten van het scherm. • Via het OSD-menu 1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is geselecteerd. 2. 3. Druk op om Aspect Ratio te selecteren. Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en de vereisten van het scherm.
4. Werkelijk: Het beeld wordt geprojecteerd in de oorspronkelijke resolutie, en de grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Bij ingangssignalen met een lagere resolutie, worden de beelden kleiner weergegeven dan op een volledig scherm. Indien nodig past u de zoominstellingen aan of plaatst u de projector dichter bij het scherm, zodat het beeld wordt vergroot. Wellicht dient u hierna ook de scherpstelling van de projector aan te passen.
4. Bioscoop modus: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van digitale camera's of DV's via de pc-ingang wanneer de projector in een donkere omgeving wordt gebruikt. 5. Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie "De Gebruikersmodus 1/ Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 39 voor details. YPbPr/S-Video/Video/HDMI-signaalingang 1.
Aanpassen van Contrast Druk op CONTRAST op de afstandsbediening of selecteer Contrast in het menu BEELD en pas de waardes aan door op / op de projector of afstandsbediening te drukken. +70 +50 +30 Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de helderheid hebt ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de omgeving.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur: Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden beschouwd. Het begrip “kleurtemperatuur” is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van “0” verwijdert e betreffende kleur volledig uit het beeld. Als de verzadiging t hoog is wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch. 6. 7. 8. 9. Druk op om Versterking te markeren en pas de waardes naar wens aan door te drukken op / . Het contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur wordt dan beïnvloedt.
6. 7. 8. Druk op om Timergeluidsignaal te selecteren en kies of u de geluidsmelding wilt inschakelen door te drukken op / . Als u Aan kiest, hoort u een dubbele pieptoon zodra de laatste 30 seconden van het af/optellen ingaan, en drie pieptonen als de timer is afgelopen. Activeer de presentatietimer door te drukken op MELDING en druk op / om Aan te selecteren en Weet u zeker dat u de druk op Mode/enter. presentatietimer wilt Er wordt een bevestiging weergegeven.
Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening Sluit de projector met een USB-kabel op uw pc of notebook aan voordat u door pagina's gaat bladeren. Zie "Een computer aansluiten" op pagina 22 voor details. U kunt software voor beeldweergave (op een aangesloten pc) die reageert op pagina omhoog/ omlaag-opdrachten (zoals Microsoft PowerPoint) besturen door te drukken op PAGE / op de afstandsbediening.
Het beeld stilzetten Druk op FREEZE op de afstandsbediening om de het beeld stil te zetten. Het woord 'FREEZE' wordt linksboven in de hoek weergegeven. Druk op een willekeurige knop op de projector of afstandsbediening om verder te gaan met afspelen. Hoewel het beeld op het scherm wordt gepauzeerd, blijven de beelden op de video of een ander apparaat doorlopen. Als de aangesloten apparaten geluid weergeven, blijft u het geluid horen hoewel het beeld niet meer beweegt.
Hef de blokkering op door ingedrukt te houden. / op de projector of afstandsbediening 3 seconden lang U kunt de afstandsbediening ook gebruiken om het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Paneeltoetsblokkering te openen druk op / om Uit te selecteren. • De toetsen op de afstandsbediening blijven beschikbaar als de paneeltoetsblokkering is ingeschakeld.
5. U kunt het vastgelegde beeld als opstartscherm gebruiken door My Screen in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Opstartscherm in te stellen en de projector opnieuw op te starten. • Via het OSD-menu 1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis geselecteerd is. 2. Druk op om My Screen te selecteren en druk op Mode/enter. 3. Herhaal de stappen 2-5 uit het onderdeel “Met de afstandsbediening” om de afbeelding vast te leggen en op te slaan.
• • • Menupositie in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Menu-instellingen stelt de OSD-positie in op vijf plekken. Gebruik / om een geschikte positie te kiezen. Taal in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt de OSD-menu’s in op een begrijpelijke taal. Met / selecteert u uw taal. Opstartscherm in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt een gewenst logoscherm in dat wordt weergegeven tijdens het opstarten van de projector. Met / selecteert u een venster. De projector uitschakelen 1.
Menubewerkingen Menusysteem De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype. Hoofdmenu Submenu Options Uit/Lichtgeel/Roze/Lichtgroen/ Blauw/Schoolbord 4:3/16:9/Auto/Real Wandkleur 1. WEERGAVE Aspect Ratio Keystone Positie Fase Horizontale afmeting Digitale zoom Beeldmodus Referentiemodus 2. BEELD 3.
Timerinterval Timerweergave Presentatietimer Timerpositie Aftelrichting Timergeluidsignaal Aan/Uit 4. Taal SYSTEEMINSTLL: Basis Projectorpositie Inactief-timer Paneeltoetsblokkering Aan/uit Uitschakelen/30 min./1 uur/2 uur/ 3 uur/4 uur/8 uur/12 uur BenQ/Zwart/Blauw/Mijn Scherm Timerbesturing Opstartscherm My Screen Snelle afkoeling Hoogtemodus 5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd Aan/Uit Tafel voor/Tafel achter/Plafond achter/Plafond voor Uitschakelen/5 min./10 min./15 min./20 min./25 min./30 min.
WEERGAVE menu FUNCTIE (standaardinstelling BESCHRIJVING /waarde) Wandkleur (Uit) Aspect Ratio (Auto) Keystone (0) Positie (0) Fase (afhankelijk van de geselecteerde invoerbron) Horizontale afmeting Corrigeer de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op pagina 38 voor details. Er zijn vier opties voor instelling van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
BEELD menu Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING Beeldmodus Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 38 voor details.
SYSTEEMINSTLL: Basis menu FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING de spreker de presentatie binnen een bepaalde tijd af te Presentatietimer Herinnert ronden. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 42 voor details. Taal Hiermee stelt u de taal voor de schermmenu's in. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 29 voor details. Projectorpositie U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm (Tafel voorkant) installeren, of met een of meerdere spiegels.
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING Snelle afkoeling Hiermee schakelt u de functie voor het snel afkoelen in en uit. Selecteer Aan om de functie in te schakelen. De projector koelt minder lang af: 30 seconden in plaats van de normale 90 seconden. (Aan) Hoogtemodus (Uit) Geluidsinstellingen Een modus voor gebruik op grote hoogte. Zie "Gebruik op grote hoogte" op pagina 46 voor details.
INFORMATIE menu Dit menu geeft de huidige status van de projector aan. Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE FAQ - Beeld en installatie FAQ - Functies en diensten BESCHRIJVING Geeft mogelijke oplossingen weer voor problemen die u misschien tegenkomt. Bron Geeft de huidige signaalbron weer. Beeldmodus Geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer.
Onderhoud Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden. De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. • • Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
Informatie over de lamp Het aantal lampuren onderzoeken De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend: Totale (equivalente) gebruiksduur lamp = 1 uur (gebruiksduur in de modus Economisch) + 4/3 uur (gebruiksduur in de modus Normaal) Zie "Instellen van Lampmodus als Economisch" hieronder voor meer informatie over de modus Economisch.
De timing van de lampvervanging Wanneer het LAMP (waarschuwingslampje) van de lamp rood oplicht of wanneer er een bericht in het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, dient u een nieuwe lamp te installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan. Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen. De waarschuwingslampjes van de lamp en de temperatuur gaan branden als de lamp te heet wordt.
De lamp vervangen • Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen. • Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
4. Draai de schroeven van de lamp los. 5. Trek aan de handgreep zodat deze rechtop staat. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector. • Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. • Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen. • Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd.
9. Plaats het lampdeksel terug. 10. Gebruik een munt om de schroef met de klok mee te draaien totdat de lampklep vast zit. • Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg. • Draai de schroef niet te vast. 11. Start de projector opnieuw op. Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd. Stelt de lamptimer in op nul 12. Open nadat het startlogo is verschenen, het schermmenu. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen.
Indicatoren Lampje Power Status & beschrijving Temp Lamp Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer Oranje Oranje Oranje Oranje Uit Uit De projector is net aangesloten op een stroombron of de lampklep staat open. Stand-bymodus Groen Knippert Uit Uit Opstarten. Groen Uit Uit Oranje Knippert Uit Uit Oranje Knippert Uit Uit Normale werking. 1. De projector dient 90 seconden af te koelen omdat deze niet op de normale manier is afgesloten, zonder het normale afkoelproces. Of 2.
Problemen oplossen U kunt de projector niet inschakelen. Oorzaak Oplossing Het netsnoer levert geen stroom. Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. Geen beeld Oorzaak Oplossing De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
Specificaties Projectorspecificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Optische specificaties Ingangen Resolutie 1280 x 800 WSGA Weergavesysteem 1-CHIP DMD Lens F/waarde F=2,4 tot 2,58, f= 22,3 tot 26,06 mm Lamp Lamp van 200 W Stroomtoevoer AC100–240V, 3.
Afmetingen 274,87 mm (B) x 131,30 mm (H) x 304,99 mm (D) 274,87 304,99 131,30 48,57 74,30 Specificaties 65
Timing-diagram Ondersteunde timing voor pc-ingang Resolutie Horizontale frequentie (kHz) 640 x 480 720 x 400 800 x 600 1024 x 768 1280 x 768 1280 x 800 1280 x 1024 1280 x 960 640 x 480@67Hz 832 x 624@75Hz 1024 x 768@75Hz 1152 x 870@75Hz 1440 x 900 1400 x 1050 Verticale frequentie (Hz) Pixelfrequen Modus tie (MHz) 31,469 37,861 37,500 43,269 31,469 37,879 48,077 46,875 53,674 48,363 56,476 60,023 68,667 47,77 49,65 63,981 59,940 72,809 75,000 85,008 70,087 60,317 72,188 75,000 85,061 60,004 70,069 75,
Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang Videomodus NTSC PAL SECAM PAL-M PAL-N PAL-60 NTSC4.
Informatie over garantie en auteursrechten Beperkte garantie De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren. Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon).
Voorschriften FCC-verklaring KLASSE B: Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden in specifieke installaties.