Operation Manual
Inleiding12
Afstandsbediening
1. Stroom
De projector in- of uitschakelen.
Zie "De projector opstarten" op pagina 27
en "De projector uitschakelen" op pagina 47
voor details.
2. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
Zie "De beeldverhouding selecteren" op
pagina 35 voor details.
3. CAPTURE
Hiermee slaat u het geprojecteerde beeld op
als startscherm. Zie "Uw eigen startscherm
maken" op pagina 45 voor details.
4. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog,
/ Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
Zie "Keystone corrigeren" op pagina 34
voor details.
5. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu
(OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het
vorige schermmenu (OSD), sluit u het
menu en slaat u de menu-instellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 28
voor details.
6. Links/
Start de FAQ-functie. Zie "De FAQ-functie
gebruiken" op pagina 44 voor details.
7. BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 43 voor details.
8. ENTER
Hiermee opent u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 28
voor details.
9. TIMER ON/SHOW
Hiermee kunt u een timer op het scherm
activeren of weergeven op basis van uw
eigen timerinstelling. Zie "De
presentatietimer instellen" op pagina 41
voor details.
10. BRIGHTNESS
Past helderheid aan. Zie "Aanpassen van
Helderheid" op pagina 38 voor details.
11. CONTRAST
Past contrast aan. Zie "Aanpassen van
Contrast" op pagina 38 voor details.
12. TIMER SETUP
Hiermee wordt de instelling voor
presentatietimer direct ingevoerd.
Zie "De presentatietimer instellen" op
pagina 41 voor details.
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
4
20
21
22
I
I