Operation Manual

Bediening 41
Contrast
(afhankelijk
van de
geselecteerde
invoerbron)
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Hoe
hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het
maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de helderheid hebt
ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de omgeving.
Kleur
(afhankelijk
van de
geselecteerde
invoerbron)
Verhoogt of verlaagt de kleurintensiteit van het beeld.
Tint (50)
Stelt de kleurtonen van het beeld in. Hoe hoger de waarde, hoe roder de
afbeelding. Hoe lager de waarde, hoe groener de afbeelding.
Bij verbindingen met een video- of S-Video-signaal is de functie
alleen beschikbaar als het NTSC-systeem is geselecteerd.
Scherpte (15)
Maakt het beeld scherper of onscherper.
-30
50
+70