Operation Manual

Aansluiting20
Een componentvideo-apparaat aansluiten
Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar
zijn:
Zo ja, ga door met deze procedure.
Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
Sluit de projector als volgt aan op een componentvideo-apparaat:
1. Neem de (optionele) componentvideo-naar-VGA (D-Sub) adapterkabel en sluit het
uiteinde met de 3 RCA-connectoren aan op de componentvideo-uitgangen van het
video-apparaat. Zorg dat de kleuren van de connectoren overeenkomen met die van
de uitgangen: groen op groen, blauw op blauw en rood op rood.
2. Sluit het andere uiteinde van de adapterkabel (met een D-Sub-connector) aan op de
D-SUB/COMP IN-aansluiting van de projector.
3. Wilt u tijdens de presentatie ook gebruikmaken van de luidspreker (gemengd
monogeluid), sluit dan een geschikte audiokabel aan tussen de audio-uitgang van de
computer en de audioaansluiting van de projector.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
De volgende standaarden worden ondersteund als u de projector hebt aangesloten op een
High Definition TV-tuner (HDTV):
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron
hebt aangesloten. Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 19 voor meer informatie.
Componentvideo is de enige video-uitgang voor beelden met een native beeldverhouding
van 16:9.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat
is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
480i 480p
576i 576p
720p (50/60 Hz) 1080i (50/60 Hz)
Audiokabels
AV-apparaat
Componentvideo-naar-VGA
(of D-sub) adapterkabel