Operation Manual

Inleiding 9
12. 5 Exit (Afsluiten)
Hiermee slaat u de menu-instellingen op en sluit u het menu.
13. Focusring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24 voor
meer informatie.)
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
14. Zoomring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24
voor meer informatie.)
Hiermee past u de grootte van het beeld aan. Draai de ring rechtsom om het beeld te
vergroten of linksom om het beeld te verkleinen.
Afstandsbediening
1. Aan/uit (zie "Starten" op pagina 21 en "Afsluiten" op pagina 26 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten.
2. Stilstaand beeld
Wanneer u deze knop indrukt, wordt het beeld stilgezet. Het pictogram " " wordt
in de rechterbenedenhoek van het scherm weergegeven. Als u het beeld weer wilt laten
bewegen, drukt u nogmaals op de knop voor stilstaand beeld.
3. 5Omhoog, 6 Omlaag
4. 3Links, Rechts 4
Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren de knoppen 5 Omhoog,
6 Omlaag, 3 Links en Rechts 4 als richtingsknoppen om de gewenste items te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
5. Menu (zie "De menu's gebruiken" op pagina 28 voor meer informatie.)
Hiermee kunt u de gewenste items selecteren en de instellingen wijzigen.
6. Keystone (Trapezium) (zie pagina "Keystone (Trapezium) corrigeren" op
pagina 24 voor meer informatie.)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek
worden veroorzaakt.
1
2
3
4
5
3
6
7
8
9
10
11
I
I
II
/
MP610-nl.book Page 9 Tuesday, August 16, 2005 11:56 AM