Operation Manual

Bediening30
2. Druk op om Beeldverhouding te selecteren.
3. Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van
het videosignaal en de vereisten van het scherm.
Info over de beeldverhouding
In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactief en de witte actief.
OSD-menu’s kunnen in deze ongebruikte zwarte gebieden worden weergegeven.
1. Auto: De verhouding van het beeld
wordt aangepast aan de eigen
resolutie van de projector in de
horizontale of verticale breedte. Deze
instelling is geschikt voor een
beeldsignaal dat noch 4:3 noch 16:9 is,
waarbij u een zo groot mogelijk deel
van het scherm wilt gebruiken zonder
dat u de beeldverhouding van het
beeldsignaal verandert.
2. Werkelijk
: Het beeld wordt
geprojecteerd in de oorspronkelijke
resolutie, en de grootte wordt
aangepast binnen het weergavegebied.
Bij ingangssignalen met een lagere
resolutie, worden de beelden kleiner
weergegeven dan op een volledig
scherm. Indien nodig past u de
zoominstellingen aan of plaatst u de
projector dichter bij het scherm,
zodat het beeld wordt vergroot.
Wellicht dient u hierna ook de
scherpstelling van de projector aan te
passen.
3. 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het
in het midden van het scherm wordt
weergegeven in een beeldverhouding
van 4:3. Deze instelling is vooral
geschikt voor 4:3-beeld zoals bepaalde
computermonitors, tv's met een
standaarddefinitie en dvd-films met
een 4:3-beeldverhouding, omdat in dit
geval de beeldverhouding van het
beeldsignaal behouden blijft.
15:9-beeld
LX60ST
LW61ST
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld