Operation Manual
Aansluitingen20
Over de microfooningang
• Als u een microfoon wilt gebruiken, sluit u een microfoonkabel met een 3,5 mini-
jackaansluiting aan op de projector
• U kunt ook een draadloze microfoon aansluiten, als een tenminste een draadloze
module is aangesloten op de microfooningang van de computer en deze correct
functioneert met de betreffende apparaten. Om zeker te zijn dat de kwaliteit van de
draadloze microfoon volstaat, wordt aanbevolen een microfoon te gebruiken die
voldoet aan de specificaties in onderstaande tabel.
• Het volume van de microfoon kan op twee manieren worden aangepast.
• In het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Geluidsinstellingen >
Microfoonvolume kunt u de geluidsniveaus van de microfoon direct instellen.
• Druk op de toetsen MIC/VOL (+/-) op de afstandsbediening.
• Maak de microfooninvoer beschikbaar als de projector op stand-by staat door het
menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Stand-by-instellingen > Microfoon
in te schakelen.
• Als de microfoon niet functioneert, controleer dan de volume-instelling en de
kabelaansluiting.
• Als de microfoon te dicht bij de luidspreker van de projector komt, kan er feedbackruis
ontstaan. Verplaats de microfoon weg van de luidspreker van de projector. Hoe harder
het geluid moet staan, hoe groter de afstand tussen microfoon en luidspreker moet zijn
om ruis te voorkomen.
Signaal Parameter Min Type Max
Microfoon
Transducerprincipe Dynamische
Impedantie 300 1K ohm
Frequentierespons 600 16k Hz










