Operation Manual
58 De camera bedienen
Nederlands
5. Druk op om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan.
Bijsnijden
Snijdt een deel van een beeldbestand, verkleint het beeldformaat en overschrijft
het beeldbestand of slaat het op als een ander nieuw bestand.
Een beeld bijsnijden:
1. Druk op de knop Modus om naar de Weergavestand te gaan.
2. Druk op of op om naar de opname te gaan die u wilt bijsnijden.
3. Druk op > > Bijsnijden > of .
4. Druk op of om het formaat te selecteren waarnaar u de opname wilt
verkleinen (8M, 5M, 3M, VGA).
5. Druk op , , of om het bij te snijden gebied te zoeken.
6. Druk op om de wijziging te bevestigen en het beeldbestand op te slaan.
Grootte wijzigen
Wijzigt een beeldbestand naar een kleiner formaat en overschrijft het
beeldbestand of slaat het op naar een nieuw bestand.
De grootte van een opname wijzigen:
1. Druk op de knop Modus om naar de Weergavestand te gaan.
2. Druk op of op om naar het beeld te gaan waarvan u het formaat wilt
wijzigen.
3. Druk op > > Formaat aanpassen > of .
4. Druk op of om het formaat te selecteren waarnaar u de
opname wilt verkleinen.
U kunt deze functie gebruiken op opnamen die in de Panoramastand zijn gemaakt.
U kunt afbeeldingen met de afmetingen 3:2, 16:9 of VGA of opnamen die in de
Panoramastand zijn gemaakt, niet bijsnijden.










