Operation Manual

38 De camera bedienen
Nederlands
Een opnamemodus selecteren:
1. Druk op > > Opnamemodus
> .
2. De momenteel geselecteerde
opnamemodus wordt weergegeven. Druk
op of op om een andere
gewenste optie te selecteren.
3. Druk op om de instelling te bevestigen.
Diafragmaprioriteit
Diafragmaprioriteit wordt vaak gebruikt bij het maken opnamen van statische
onderwerpen of om de scherptediepte te benadrukken. Over het algemeen kunt
u het beste een kleiner diafragma gebruiken als u meer scherptediepte nodig
hebt.
De diafragmawaarde aanpassen
1. In de Opnamestand stelt u de Opnamemodus in op
Diafragmaprioriteit.
2. Druk op .
3. Druk op / om de diafragmawaarde aan te passen.
4. Druk op om de instelling te bevestigen.
Sluiterprioriteit
De sluiterprioriteit wordt vaak gebruikt voor het maken van opname van
bewegende onderwerpen. Over het algemeen kunt u het beste een kortere
sluitertijd gebruiken om een snel bewegend object op te nemen.
De sluitertijd in Sluiterprioriteit aanpassen:
1. In de Opnamestand stelt u de Opnamemodus in op Sluiterprioriteit.
2. Druk op .
3. Druk op / om de sluitertijd aan te passen.
4. Druk op om de instelling te bevestigen.
Wanneer u kiest uit verschillende opnamemodi, kunt u op drukken voor
gedetailleerde uitleg over elke opnamemodus. Druk op om de beschrijving van
de opnamemodus te sluiten wanneer u klaar bent.