Operation Manual

Bediening
67
Beeldmodusinstellingen
Beeldmodus
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de
instellingen van het projectorbeeld aanpassen aan het
type programma.
Referentiemodus
Selecteert een beeldmodus die het best overeenkomt
op uw behoeften op het vlak van beeldkwaliteit en
zorgt voor het verder fijn afstemmen van het beeld
op basis van de selecties op deze pagina.
Deze functie is alleen beschikbaar als
Gebruikersmodus is geselecteerd.
Helderheid
Past de helderheid van het beeld aan.
Contrast
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het
beeld in.
Kleur
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren
aan -- de sterkte van elke kleur in een videobeeld.
Tint
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van
het beeld aan.
Deze functie is uitsluitend beschikbaar als de
systeemindeling NTSC is.
Scherpte
Maakt het beeld scherper of zachter.
Kleurtemperatuur
Hiermee kunt u de kleurtemperatuur aanpassen. Bij
een hogere kleurtemperatuur ziet het scherm er
koeler uit, bij een lagere temperatuur ziet het er
warmer uit.
Instellingen opslaan
Slaat de instellingen voor de Gebruikersmodus op.
Weergave-instellingen
Weergavemodus
Laat u kiezen of u een of alle video's in een map wilt
afspelen.
Afspeelvolgorde
Laat u de afspeelvolgorde van videobestanden kiezen.
Herhalen
Laat u kiezen of u de videoweergave wilt herhalen.